Wanneer u dit leest, reis ik in de voetsporen van Gustave Flaubert door Noord-Frankrijk. Dezer dagen wordt daar de 200ste geboortedag van de schrijver gevierd, met onder meer een nieuwe editie van zijn verzameld werk in de Pléiade-reeks. Ook verscheen een nieuwe fotobiografie, het Album Gustave Flaubert. Het is een boek om van te smullen, zo mooi is het uitgeven en geïllustreerd. In zo’n 250 bladzijden wordt Flauberts hele leven en werk behandeld. En ook al ken je het, je krijgt er geen genoeg van, zo intrigerend is het.
Vijftig jaar geleden verscheen er ook al zo’n Album, maar dat is zo zeldzaam dat ik het nooit heb kunnen vinden. Des te groter is het verjaarsfeest nu. Zo genoot ik alleen al van het verslag van Flauberts weigering om zich te laten portretteren voor het geïllustreerde tijdschrift La Vie Moderne, dat een van zijn toneelstukken wilde afdrukken. ‘Je ne veux pas être portraituré’, schreef hij de uitgever. Het laat zien dat je kop er toen nog niet zo toe deed om je boeken aan de man te brengen. Voor het nummer van La Vie Moderne van juni 1880, een maand na Flauberts dood, liet diezelfde uitgever alsnog een pentekening van de schrijver maken, gebaseerd op een foto uit 1874. Met dat soort weetjes staat het Album vol.
Het Album dwingt je bijna om Flauberts magistrale brieven te herlezen. Soms schrijft hij die aan zijn maîtresse Louise Colet, die vaak als ‘maîtresse (entre autres) de Flaubert’ wordt aangeduid. De bezorger van het Album meent dat ze een betere nagedachtenis verdient, omdat ze geen slechte schrijfster was.
Franz Kafka had die brievenboeken op zijn nachtkastje liggen en las er dagelijks in. Wat wil je ook. Ze zijn verslavend goed. Zoals Flaubert tekeer kan gaan tegen de mensheid, doet niemand dat.
Ook het verslag van zijn reis met zijn vriend Maxime Du Camp door de Oriënt, in 1849, is de moeite waard. Alleen al vanwege het psychologisch inzicht in het karakter van de hoeren die hij bezoekt. Een goede selectie van die brieven verscheen als Haat is een deugd in Privé-domein.
Ik ken een Flaubert-liefhebber die jaarlijks Madame Bovary herleest, de schandaalroman waarin de bekrompenheid van de bourgeoisie van Rouen op de hak wordt genomen. Toch lees ik zelf liever L’éducation sentimentale (vert. De leerschool der liefde). Het is een roman over de liefde van een jongeman voor een veel oudere, getrouwde vrouw, die me terug voert naar mijn eigen grote jeugdliefde. Daarnaast is het een verhaal over twee idealistische vrienden die het in het Parijs van de revolutie van 1848 opnemen tegen de intriges van de bourgeoisie. Een betere manier om de Franse geschiedenis en het huidige Frankrijk te begrijpen bestaat bijna niet. In een van de hoofdpersonen kun je zo president Macron herkennen.
Twintig jaar geleden stond ik bij Flaubert op de stoep, in Croisset. Ik schrok er toen van dat van zijn grote huis alleen het tuinpaviljoen met uitzicht op de Seine nog overeind stond. De landelijke omgeving was veranderd in een industriegebied.
Uit zijn brieven herinner ik me hoe opgewonden hij was over zijn nieuwe Louis XIII-stoel, die hij uitgebreid beschrijft. Want ook al leefde hij als een kluizenaar, die af en toe in Parijs met zijn vrienden (Zola, de gebroeders Goncourt, Toergenjev) ging eten, hij hield van comfort. Om hem te eren zal ik namens u allen een roos bij zijn voordeur leggen.