Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank (DNB) zei in NRC (2/7) interessante dingen over de oplopende inflatie. Maar ook over diversiteit. De wat steile Groninger vindt het „buitengewoon belangrijk” dat zijn bank „zichtbaar en herkenbaar is voor alle Nederlanders. Dat geldt voor lhbti, voor genderdiversiteit, voor culturele diversiteit”. Hij gelooft niet zo in „grote statements”, maar wel in „doen”: twee van de vijf DNB-bestuurders zijn vrouw, een is „lid van de lhbti-gemeenschap”. Homo, noemden we dat laatste tot twee jaar geleden.
In de Volkskrant stond tegelijkertijd een artikel over de vraag of woke-activisme de academische vrijheid bedreigt. Een veel radicalere strijd voor diversiteit. Diversiteit, of inclusie, staat bij sommige universitaire studies voor een nieuwe vorm van morele zuiverheid. Een groeiende groep studenten deelt taalgebruik, studiemateriaal maar ook de medemens vrij rechtlijnig in: in woke of niet-woke, ofwel goed of fout. De nieuwe hoeders van de morele zuiverheid bevinden zich volgens het artikel vooral aan de Engelstalige University Colleges.
Onder druk van studenten gebruiken sommige University College-docenten de voornaamwoorden ‘he’ en ‘she’ niet langer. En als het enige studieboek bij een vak geschreven is door een blanke auteur, dan kun je als docent protest verwachten. Een docent schrijfvaardigheid aan het Amsterdam University College liet studenten passages uit Dracula lezen. Dat leverde hem klachten op, vanwege het vrouwbeeld in de roman. De kritische studenten negeerden zijn aanbod daarover in gesprek te gaan, en stapten met hun grieven naar zijn leidinggevende.
In een podcast over recruitment hoorde ik onlangs dat sollicitanten vragen naar hun werkervaring niet altijd door de beugel kan. Dat zou typisch westers zijn. En De Groene Amsterdammer schreef over een student aan de Rietveld Academie die weigerde mee te gaan op studiereis naar Griekenland. Griekenland vertolkte niet háár achtergrond.
Het paradoxale van deze ‘woke’-benadering van diversiteit is dat het op een hoger niveau diversiteit juist wil uitsluiten. In het streven naar ‘identiteits-diversiteit’ (met name wat betreft kleur, seksuele oriëntatie, minderheidscultuur of religie) dreigt ‘opvattingen-’ of ‘ideeën-diversiteit’ juist te sneuvelen. Wie er anders over denkt, wordt door woke-activisten het liefst de mond gesnoerd, ofwel ‘gecancelled’. Want wie niet woke genoeg is, is het niet waard om mee te discussiëren.
Maar diversiteit is natuurlijk juist: ruimte bieden aan andere opvattingen dan die van het eigen vertrouwde kringetje. Daar zijn gematigde diversiteitspropagandisten (zoals ikzelf) het doorgaans mee eens. En toch wordt dat bij organisaties en bedrijven in de diversiteitsdiscussie nogal eens uit het oog verloren.
Diversiteitsmanagers wijzen er graag op dat diversiteit leidt tot meer creativiteit en zelfs een hogere productiviteit. En het voorkomt tunnelvisie. Maar zou dat echt komen omdat er meer homo’s rondlopen op de werkvloer, of meer mensen van kleur? Of zou het primair komen doordat een bedrijf mensen aanneemt die anders denken (en ja, die hebben soms een kleurtje)? Als dat zo is, zou diversiteit zich daar niet veel meer op moeten richten? Dat er in het bestuur van een bank iemand zit met een kunstzinnige achtergrond. En iemand die niet van de universiteit komt, maar een groot deel van zijn leven met zijn poten in de klei stond.
Het bevorderen van ideeën- of opvattingendiversiteit vraagt om een breder diversiteitsbeleid dan het gangbare. Juist overheidsorganisaties zouden zich, vanwege hun neutraliteit, daar een stuk drukker om mogen maken. Zijn onze ambtenaren politiek en cultureel wel divers genoeg? Werken er genoeg refo’s uit Urk bij de Haagse ministeries? En ambtenaren met een Denk- of PVV-achtergrond, zijn die vertegenwoordigd? En is het verstandig dat zo veel ambtenaren bestuurskunde of rechten hebben gestudeerd? Pedagogen, ingenieurs en kunstenaars brengen heel andere perspectieven aan in het denken, supergezond!
Diversiteit in promotiemateriaal en reclame-uitingen zoomt standaard in op eenzijdige stereotyperingen. Staan er op een foto drie mensen, dan moet er minstens één van kleur zijn. En uitsluitend mannen is natuurlijk taboe. Is de geportretteerde groep groter, dan liefst ook een hoofddoek, een gehandicapte en een niet-binaire seksueel erbij.
Die eenzijdige, externalistische visie op diversiteit is te overheersend geworden. Het negeert dat diversiteit primair te maken heeft met onze binnenkant, met onze manier van denken, en niet met hoe we er toevallig uitzien. Hoezeer ik Klaas Knot ook waardeer, ook hij zou bij DNB een stap verder moeten gaan: geweldig Klaas, twee vrouwen en een gay, maar denken ze ook wezenlijk verschillend, diep van binnen?
Aylin Bilic is ondernemer en publicist.