Na een boze mail zijn meisjes nu ook welkom bij de voetbalclub

Voetbalclubs Steeds meer meisjes rammelen aan de poorten van de Nederlandse voetbalclubs. Jongens die op voetbal gaan en meisjes op hockey? „Dit is 2021!”

Hayat Eltalhaui, woordvoerder op het ministerie van Financiën, met haar voetballende dochter.
Hayat Eltalhaui, woordvoerder op het ministerie van Financiën, met haar voetballende dochter. Foto Annabel Oosteweeghel

Eind mei meldt zich een boze moeder bij NRC. Haar dochter van vijf is geweigerd bij een voetbalclub in Den Haag; die neemt alleen jongens aan. Mag dat eigenlijk, vragen we bij de KNVB. Nee, mailt de bond: „Het verbod op discriminatie geldt ook voor verenigingen”, en „de KNVB vindt het zeker niet wenselijk dat meiden worden uitgesloten van lidmaatschap.” De bond zegt ook geen andere voetbalclubs te kennen die meisjes weigeren. Nog voor we de betreffende Haagse voetbalclub kunnen benaderen, gaat het bestuur daarvan al om. „Meisjes zijn voortaan ook welkom bij HBS!”, mailt de moeder opgewekt, twee weken na het eerste contact.

Het meiden- en vrouwenvoetbal groeit al jaren. De KNVB telt volgens het laatste jaarverslag 162.471 vrouwelijke leden. Wilden meiden met balplezier tien jaar geleden nog het liefst hockeyen, zoals Naomi van As – nu willen veel van hen, mede dankzij het succes van de Oranje Leeuwinnen (Europees kampioen in 2017, finalist op het WK van 2019), liever Vivianne Miedema of Lieke Martens zijn.

Zo ook de dochter van Hayat Eltalhaui, woordvoerder op het ministerie van Financiën. In mei ging Sara naar een kinderkennismakingsdag van sportclub HBS Craeyenhout dat bestond uit een programma met voetbaltrainingen. Eltalhaui haalde haar op. „Sara was dolenthousiast, dus ik zei: dan gaan we je inschrijven.” Maar dat kon niet. Bij HBS Craeyenhout, kreeg ze te horen, voetballen de jongens en hockeyen de meisjes. Is altijd al zo geweest, ging nooit veranderen. „Ik dacht eerst dat het een grapje was”, zegt Eltalhaui. „En daarna: hoe moet ik dit aan mijn dochter vertellen? Ik wilde niet dat zij zich minder voelt dan een jongen. Het is 2021!”

Tot dan toe weken ouders van dochters met een voetbaldroom altijd uit naar een van de meer dan tien voetbalclubs in Den Haag die wél meisjes accepteren. Dat deed ook Tijmen den Oudendammer, docent watermanagement aan de hogeschool Rotterdam. Toen hij anderhalve maand geleden een voetbalclub voor zijn dochter Janne (6) zocht, kwam hij op de site van HBS. „Maar daar stonden alleen teksten als: ‘u kunt uw zoon aanmelden’, ‘als uw zoon op voetbal wil’… Dat vond ik zo ontzettend niet van deze tijd! Kinderen van nu denken helemaal niet dat je sekse invloed heeft op wat je kan. Mijn dochter wil ook graag stoer gevonden worden.”

‘Slechts ’n forsche, ferme kerel’

Janne voetbalt nu bij SVV, tien minuten fietsen verderop, waar meisjes al sinds 1986 welkom zijn. Den Oudendammer denkt er niet over haar alsnog bij HBS aan te melden, nu de website „kind” en „hij/zij” gebruikt. „Ik ben er een beetje verbolgen over”, zegt hij. „Dit is echt heel raar, zei ik tegen mijn vrouw.”

Eltalhaui deelde die opvatting, maar wilde niet uitwijken. Sara had haar zinnen gezet op HBS, waar een jongetje uit haar klas ook voetbalt. „Normaal denk ik: choose your battles”, zegt Eltalhaui. „Maar zelf heb ik ook harder moeten werken dan mannen; in de Marokkaanse gemeenschap hebben vrouwen niet altijd gelijke kansen. Dertig jaar geleden werd mij nog geleerd: vrouwen werken niet, die gaan trouwen en krijgen kinderen. En ik wil niet dat mijn dochter óók zo’n soort strijd moet voeren.”

Dus zei ze tegen de verenigingsmanager: dit is oneerlijk, ik ga hier aandacht voor vragen. Ze mailde de voorzitter van HBS. En ze mailde NRC.

Tot verrassing van Eltalhaui maakte voorzitter Adriaan de Buck er meteen een agendapunt van. Een dag na de eerstvolgende bestuursvergadering kreeg ze te horen dat Sara in het nieuwe seizoen mag komen voetballen. En een ander meisje ook.

Zo loodste een Marokkaans-Nederlandse vrouw, opgegroeid in Vinkeveen, een 128 jaar oude, chique Haagse sportvereniging de 21ste eeuw in.

Voor sommige leden was het even slikken: het is nogal een cultuuromslag. In het clublied uit 1913 staat de regel: „Slechts ’n forsche, ferme kerel kan HBS’er zijn.” Overigens is de tekstschrijver van het lied datzelfde jaar geroyeerd wegens niet nader omschreven wangedrag. Dat leert het drie kilo zware jubileumboek HBS 125 (2018), dat de geschiedenis van de club uitvoerig beschrijft.

HBS is opgericht in 1893, nadat Hagenaar Jan Dijkman een bruine leren bal voor zijn vijftiende verjaardag had gekregen. Met zijn vrienden van de hogereburgerschool gaat hij ermee voetballen op het Malieveld; de HBS’ers, worden ze genoemd. Op 7 oktober worden ze een vereniging. Vijf jaar later bedenken de inmiddels oud-scholieren de naam ‘Houdt Braef Stant’. Dat jaar moet de club ook weg van het Malieveld; in het voorwoord van het jubileumboek biedt niemand minder dan minister-president Mark Rutte (VVD) daar alsnog zijn „welgemeende excuses” voor aan.

Lees ook dit artikel over vrouwelijke voetbaltrainers: Een vrouw als voetbaltrainer is nog niet zo gewoon
Hayat Eltalhaui, woordvoerder op het ministerie van Financiën, met haar voetballende dochter.
Foto Annabel Oosteweeghel
Foto Annabel Oosteweeghel

‘Een stevige gedachtewisseling’

De term ‘Craeyenhout’ komt van de bijnaam van de HBS’ers: de ‘Kraaien’ spelen in het zwart. Na de verhuizing, in 1969, naar de huidige locatie in de Bosjes van Pex, noemden de Kraaien die nieuwe stek Haags-deftig Craeyenhout.

In 1928 begon de club met cricket (m/v) en in 1974 met dameshockey, dat laatste op initiatief van spelersvrouwen die zelf ook wilden sporten. Dat voetbal iets voor heren is en hockey voor dames, staat trouwens niet in de statuten, zegt voorzitter Adriaan de Buck. Daarin staat dat sport „in al zijn verschijningsvormen” wordt beoefend. Daarom kon hij ook zo snel schakelen. Na „een stevige gedachtewisseling” besloot het bestuur de twee meisjes toe te laten die in de jongste leeftijdsgroep, de fjoeters, met de jongens gaan meevoetballen. Dat past, zegt De Buck, bij een club die met haar tijd meegaat.

En nee, HBS gaat geen herenhockey aanbieden. „De eerste jongen die in een team met alleen meisjes wil hockeyen, moet zich nog aanmelden. Dat zie ik echt niet gebeuren.” Ja, dat is een bekend verschijnsel, dat op de arbeidsmarkt wel de wet van Sullerot wordt genoemd: wordt een beroep gedomineerd door vrouwen, dan is de status ervan zo laag dat veel mannen er niet meer bij willen.

Toch is er begin jaren negentig wel herenhockey geweest bij HBS. Tom Leeksma (76), nu HBS-erelid, was toen voorzitter. „Een aantal senioren had er destijds moeite mee dat ze lager gingen spelen. Het voetbal op dat niveau was te ruw, er waren scheldpartijen, dus wilden ze gaan hockeyen; hockey was een elitesport. Nou, dat hele herenhockey heeft anderhalf, twee jaar geduurd, dat was geen succes, dat beaamden de heren zelf ook. Toen zijn ze weer gaan voetballen.” Intussen was wel het bestuur afgetreden vanwege de hockeyers. „Er waren te weinig kleedkamers, te weinig velden.” Dat kon niet door de beugel, vonden de toenmalige bestuursleden.

En die problemen zijn er nog steeds. „Moeilijk”, noemt Leeksma het besluit om meisjes mee te laten voetballen. „Maar goed, verenigingen veranderen, alles verandert altijd, dus dat ook. Hoe ze het aan gaan pakken, weet ik niet. Er is altijd een ledenstop bij de jongens en nu gaan ze wel meisjes toelaten?” Het besluit is nieuw voor hem; in coronatijd is hij niet op de club geweest. Misschien weet Pim van der Vegt (77), die hem in 1995 opvolgde als voorzitter, er meer over, oppert Leeksma.

Maar ook erelid Van der Vegt had er nog niets over gehoord. Op de algemene ledenvergadering, een week ná de bestuursvergadering, is het niet meegedeeld, zegt hij. En met 1.300 voetballers en zevenhonderd hockeysters op drie voetbal- en twee hockeyvelden is HBS vol; de club kan bij de jongste jeugd nú al niet iedereen aannemen die zich aanmeldt, zegt hij.

„Ja”, zegt Hayat Eltalhaui, „maar stel dat een school uit zijn lokalen groeit, dan zeg je toch ook niet: we doen geen meisjes meer?”

Bekijk ook deze In beeld over voetballende meisjes: Voetbal is voor meisjes

Laatste woord

Volgens voorzitter De Buck heeft HBS een capaciteitstekort en moeten er minstens een voetbal- en een hockeyveld bij. Bij een grotere toestroom van vrouwelijke voetballeden wordt de huidige wachtlijst nog langer. Voetballen met meisjes zou aanloopproblemen kunnen geven, zegt hij, maar als het bij zoveel andere verenigingen kan, dan moet het bij HBS ook lukken.

Neem HVV, zesenhalve kilometer verderop, in het dure Benoordenhout. Die club begon in 2018 meisjes tussen de vijf en acht jaar aan te nemen, na 134 jaar mannenvoetbal. 33 voetballen er nu – met aparte kleedkamers en toiletten –, maar het hadden er volgens voorzitter Jeroen Smits ook 250 kunnen zijn, zo groot is het animo. Oudere meiden worden voorlopig niet toegelaten, want ook bij HVV kampen ze met een wachtlijst en een veldtekort. „Ik word dagelijks aangesproken door meiden van elf, twaalf, dertien. Mogen wij alsjeblieft ook? Bel de burgemeester maar, zeg ik dan. Die kan misschien voor extra velden zorgen.”

Bij HBS Craeyenhout beginnen de twee nieuwe meisjes in augustus, en dat zal nog wel wat praktische afstemming vergen. Komen er meer meisjes bij HBS voetballen, dan zal dat volgens voorzitter De Buck de noodzaak van een extra voetbalveld vergroten. „Een extra argument om vaart te zetten achter de uitbreiding.”

Hayat Eltalhaui: „Ik begrijp het goed hoor, dat er weerstand is als iemand van buitenaf, zoals ik, komt vertellen hoe het moet. Dat maakte alleen niet dat ik me erbij neer kon leggen dat meisjes puur op geslacht werden geweigerd. Je kunt ergens begrip voor hebben en toch bij je standpunt blijven. Ik had niet durven hopen dat het zo snel geregeld zou zijn.”

Oud-voorzitter Pim van der Vegt is niet van plan zich verder te roeren in de discussie over het besluit, maar denkt wel: „Hier is het laatste woord nog niet over gezegd.”

Lees ook dit artikel uit 2013 over meisjesvoetbal: Gezocht: voetbalclub die écht meisjes wil