Moet Nederland ingrijpen nu de besmettingscijfers alsmaar oplopen, maar de ziekenhuizen leeg blijven? Die vraag heeft demissionair minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, CDA) woensdag neergelegd bij het Outbreak Management Team (OMT).
Na de versoepelingen van eind vorige maand kwam vorige week een einde aan de dalende besmettingscijfers. Inmiddels stijgt het aantal nieuwe infecties hard: woensdag meldde het RIVM bijna 3.700 nieuwe besmettingen. Dinsdag constateerde het een verdubbeling van het aantal besmettingen in een week tijd.
De Jonge wil dat het OMT de stijging met spoed duidt „in het licht van onze doelen: het beschermen van de zorg en onze kwetsbare mensen”, zo zei hij tegen de NOS. Juist daar lijkt voorlopig weinig aan de hand: in de periode dat de besmettingen verdubbelden, halveerde het aantal nieuwe ziekenhuisopnames. Door de vaccinatiecampagne lijken de kwetsbaarste groepen minder kwetsbaar geworden.
Negatieve testbewijzen
Voor het antwoord op zijn adviesvraag hoeft De Jonge echter niet lang te zoeken. Jaap van Dissel, hoofd infectieziektebestrijding van het RIVM, hield woensdagochtend een technische briefing in de Tweede Kamer. Op de vraag of er nu ingegrepen moet worden, antwoordde hij: „Onze adviezen zijn helder. Er zijn versoepelingen gewenst en wij hebben in de adviezen steeds aangegeven wat dan gerealiseerd zou moeten worden om de risico’s zo gering mogelijk te maken.” Dat realiseren lijkt Van Dissel een goede eerste stap. Zo adviseerde het OMT eerder al om de negatieve testbewijzen 24 uur geldig te laten zijn, en idealiter mensen zich op de dag van het evenement te laten testen. Met zo’n ‘toegangstest’ kunnen mensen naar evenementen of op stap – zonder anderhalve meter afstand te houden. Maar dat OMT-advies legde De Jonge – en uiteindelijk ook de Kamer, voegde Van Dissel toe – naast zich neer. Het kabinet hanteert nu een periode van veertig uur wegens „praktische overwegingen”.
Ook omdat de motor achter de recente stijgingen duidelijk is, hoeft wat Van Dissel betreft nog niet ingegrepen te worden: vooral de groep jonge twintigers raakt meer besmet en het is ook duidelijk waar: bij horecagelegenheden, feesten in disco’s en in nachtclubs. „We moeten constateren dat de kwetsbare groepen nog niet betrokken zijn bij de opleving die we nu zien.” En dat is het doel van het OMT, benadrukte Van Dissel. „Niet om elke milde ziekte en neusverkoudheid te voorkomen.”
Reflecteren
Maatregelen als het testen voor toegang zijn desalniettemin voor verbetering vatbaar, zei Van Dissel. „Het is de komende week erg belangrijk voor iedereen om te reflecteren en na te denken over wat ik kan doen in mijn zaak, in mijn horecagelegenheid om er voor te zorgen dat er straks niet weer een advies komt om die te sluiten omdat er te veel besmettingen zijn.”