Analyse

Gedode president van Haïti had vijanden in elke hoek

Moord op president Haïti Met de gewelddadige dood van Jovenel Moïse dreigt het toch al instabiele Haïti verder af te glijden in chaos en geweld.

Haïti wacht chaos, grote onzekerheid en hoogstwaarschijnlijk meer geweld na de moord op president Jovenel Moïse (53), die in de nacht van dinsdag op woensdag in zijn residentie werd doodgeschoten. Zijn gewelddadige dood volgt op maanden van oplopende politieke en maatschappelijke onrust in het Caribische land. Brute ontvoeringen door criminele en politiek aangestuurde bendes en wekelijkse straatprotesten maakten Haïti al zeer instabiel. Nu dreigt het verder af te glijden.

De moord op Moïse – een zakenman-boer afkomstig van het platteland – is het resultaat van een politieke en economische crisis, die al escaleerde vanaf het moment dat hij in 2017 aan de macht kwam. Zijn aantreden had juist een nieuwe periode moeten inluiden, omdat tegelijkertijd de VN-vredesmacht die vanaf 2004 in Haïti gestationeerd was, ontmanteld werd.

Haïti kreeg weer een eigen leger, maar het lukte Moïse nooit een stabiel gezag te vestigen. Integendeel. Hij bleek een polariserende factor in Haïti, dat chronisch geteisterd wordt door politieke onrust, economische crises, staatsgrepen en een bloedige dictatuur onder Papa en Baby Doc.

Omvangrijke corruptie

Moïse, die vanaf 2019 per decreet regeerde, kende machtige vijanden. Zijn regering werd beschuldigd van omvangrijke corruptie rond een strategische oliedeal die in 2006 werd gesloten met de bevriende natie Venezuela. Deze samenwerking bespaarde Haïti – waar 60 procent van de bevolking van nog geen 2 euro per dag moet rondkomen – veel geld doordat het brandstof op de pof kreeg van het (ooit) olierijke Venezuela. Betaling zou pas na dertig jaar plaatsvinden, was de afspraak.

Het bespaarde geld zou naar sociaal-economische projecten gaan, maar in weerwil van alle mooie beloftes verdween ruim 2 miljard dollar in zakken van politici. Dit tot grote woede van de bevolking, die al gelijk toen het schandaal aan het licht kwam, om Moïses aftreden riep.

Lees ook: Hoe Haïti’s bevrijders herleven

De afgelopen jaren kregen gewapende bendes ondertussen steeds meer macht in de straten van Port-au-Prince en andere steden. Het is een beproefde tactiek in Haïti om rondom politieke crises en verkiezingen bendes in te zetten om burgers te beïnvloeden en te terroriseren en zo steun te verwerven. Zowel regime als oppositie maakt zich hier schuldig aan.

Vooral het laatste jaar spartelde de impopulaire en politiek verzwakte Moïse. Hij bleef krampachtig vasthouden aan de macht en trok die op ondemocratische wijze verder naar zich toe. Zo greep hij in binnen het Hooggerechtshof en wilde hij in september een referendum houden over een grondwetswijziging.

Moïse versleet zes premiers en vond dat die functie te veel macht had binnen het politieke stelsel. De grondwetswijziging moest juist de president meer macht geven. Dat was volgens hem nodig om rust en politieke stabiliteit in het land te krijgen. De oppositie, met wie hij verwikkeld was in een strijd over de ware einddatum van zijn ambtstermijn, zag dit als een zoveelste ‘dictatoriale’ ingreep.

Moïse stelde eerder dat er een aanslag op zijn leven beraamd werd

Tegenstanders gingen veel de straat op en riepen om zijn aftreden, waarbij politie en leger vaak hard ingrepen. Moïse stelde maanden geleden dat er een aanslag op zijn leven beraamd werd en dat een coup dreigde.

Uit welke hoek de afrekening uiteindelijk kwam, was woensdag onduidelijk. De noodtoestand is afgekondigd en leger en politie zeggen het gezag te hebben. Interim-premier Claude Joseph is nu president. Het vliegveld is dicht en Moïses gewonde weduwe is naar een ziekenhuis in Miami gevlogen. Op straat bleef het rustig.

Maar volgens politiek analist Selin Weil is het de stilte voor de storm. „In het verleden is gebleken hoe gevaarlijk een machtsvacuüm kan zijn”, schrijft hij in een e-mail. „Met zoveel gewapende groepen en wapens in het land weet je nooit in welke hoek de vijand zit.”