Opinie

Een kluwen van duwen en trekken

In sentimentele films en toneelstukken valt men elkaar na ruzie snikkend in de armen en dan komt alles goed. Vergeet het maar, zo werkt dat nooit, weet Joyce Roodnat. Maar de ene omhelzing is de andere niet, beseft ze dankzij vier stoere hiphopdansers.

Joyce Roodnat

De marathonvoorstelling De eeuw van mijn moeder van Eric de Vroedt waaiert verrukkelijk uit en bewandelt indringende zijpaden. Nasi in de pauze. Maar dan sluipt het stuk terug naar waar het allemaal om draait: de confrontatie van een zoon met zijn moeder en omgekeerd. Heftige verwijten vliegen over en weer. In de verzonnen werkelijkheid van sentimentele films en theater valt zo’n duo elkaar vervolgens snikkend in de armen en komt alles goed. Maar zo werkt dat nooit, dat weet iedereen. Hier vallen ze elkaar óók in de armen, wat heet, ze zakken van hun stoelen op de grond en schuiven daar in een wederzijdse omklemming. In hun kluwen worden alle snot, schreeuw en pijn samengebald. Wij zien die kluwen en we voelen hun verdriet – en dat komt niet door hun honderden woorden, maar door die stilering. Dat is de kunst van regie. Dat is theater.

Een dag eerder was ik in een klein theater waar zich de hiphopdansvoorstelling Alph ontrolde, en die culmineerde óók in een kluwen. Maar dan eentje van vier mannen.

Uit ‘Alph’ van Donna Chittick. Foto Erik van Zuylen

Het stuk is van de aanstormende Almeerse choreografe Donna Chittick. Vorig jaar maakte ze met vier danseressen Together, over ‘sisterhood’. Nu is er Alph, met vier dansers. Ik houd sowieso van de hiphopdans, van de nonchalante virtuositeit, de concentratie. Van de stoerheid, ja dat ook. Over mannen gaat dit stuk, over alpha males om precies te zijn. Hoe verkeren alfa-mannen, gedreven door hang naar dominantie, met elkaar?

Nou? „Rauw en intens”, zegt Donna Chittick. Ze vertelt hoe ze voor dit stuk de bewegingen van haar vier broers, haar vader, haar collega’s bestudeerde. „Borstkas vooruit en omhoog, armen klaar om iets aan te pakken. En altijd is er een soort muur om ze heen. Alfa-mannen zijn onderling niet per se heel vocaal. Ze lachen en zijn gezellig, ze genieten van elkaar. Maar ik zie die façade en daar zoom ik op in.”

En wat krijg je dan? Ze zitten elkaar constant te pushen, zegt Chittick: „Ik ben de man. Ik kijk naar jou, een andere man. We moeten door en jij mag je niet aan ons onttrekken.” En dat is precies wat er wel gebeurt in Alph. Eén danser brandt los in een solo, een persoonlijk huzarenstukje, zo mooi, maar nu keren de krachten van de mannen zich tegen elkaar. En daaruit ontstaat die kluwen: het viertal wordt één. Niet harmonieus maar vechterig. Duwen-trekken. Donna Chittick: „Ze hebben het zwaar met elkaar. Ze kunnen het niet eens worden. Maar ze houden elkaar wél vast en ze vallen niet.”

De menselijke kluwen behoedt voor de afgrond. Doordat ik Alph zag, weet ik dat. Dankzij Donna Chittick besef ik dat De eeuw van mijn moeder uitloopt op meer dan alleen verdriet.