Rotterdamse politie stopt omstreden proef met preventief fouilleren na uitspraak rechter

Proef tegen vuurwapengeweld De rechter ziet geen wettelijke basis voor het preventief fouilleren van ‘risicovolle’ personen. De methode was een belangrijke pijler in de aanpak van excessief geweld in Rotterdam.

De personen op deze foto komen niet in het artikel voor.
De personen op deze foto komen niet in het artikel voor. Foto Remko de Waal/ANP

De Rotterdamse politie en het Openbaar Ministerie gingen hun bevoegdheden te buiten in de proef met persoonsgericht fouilleren en schorten deze om die reden „tot nader order” op. De kortgedingrechter ziet géén wettelijke basis voor de omstreden aanpak en oordeelt dat het OM en de politie onmiddellijk moeten stoppen met „de toegeëigende bevoegdheden” om een 39-jarige Rotterdammer zes maanden lang altijd te kunnen fouilleren op basis van een risicoprofiel. Hiermee valt de juridische grond onder de proef weg.

In de Rotterdamse proef die eind 2019 begon, kon de politie bepaalde personen op basis van een risicoprofiel zes maanden lang altijd fouilleren. De hoofdofficier stuurde de personen – bestempeld als vuurwapengevaarlijk op basis van hun strafblad, politiemeldingen en een ‘risicotaxatie geweld’ – een brief. Boodschap: als de politie jou tegenkomt in de komende zes maanden, dan kunnen wij jou en met wie je bent altijd fouilleren en mogen we je auto doorzoeken. Werk je niet mee? Dan pleeg je een misdrijf.

Onorthodoxe methodes

De proef, omstreden vanwege onder meer het voorspellende karakter, was een belangrijke pijler in de aanpak van excessief geweld in Rotterdam. Het hoge aantal schietincidenten in de regio vroeg naast de gangbare maatregelen om onorthodoxe methodes om het aantal incidenten te verlagen, vonden politie en OM. Sinds eind 2019 kregen 34 mensen de brief van de hoofdofficier. Politie fouilleerde hen in totaal 54 keer, maar vond geen wapen.

Lees ook dit artikel van afgelopen weekend waarin justitie en politie ingaan op de kritiek op de aanpak

Hoofdofficier Hugo Hillenaar en politiechef Fred Westerbeke lichtten de proef, die bij succes landelijk uitgerold zou worden, afgelopen weekend in NRC toe. Dat ze geen wapens vonden bewees volgens hen júíst dat het effectief was, want de brief zou een preventieve werking hebben. „Een gewaarschuwd mens telt voor twee”, zei Westerbeke. Neveneffecten zagen ze niet. Naar de effectiviteit van het persoonsgericht fouilleren is geen wetenschappelijk onderzoek gedaan, het OM wilde eerst een proefproces afwachten.

Twee weken geleden was dat proces. De kortgedingrechter in Den Haag boog zich over het fouilleren nadat een 39-jarige Rotterdammer, die door het OM was aangemerkt als ‘veiligheidsrisicosubject’, een zaak aanspande. Hij vond het stempel onterecht en durfde amper meer over straat, zei zijn advocaat Esther Blok. De advocaat vond de wettelijke basis ook niet sterk genoeg om inbreuk te maken op grondrechten als het recht om met rust gelaten te worden.

Lees ook dit artikel: waarom zijn er zoveel schietincidenten in Rotterdam?

‘Concrete aanwijsbare aanleiding’

Het OM zag een basis in de Wet Wapens en Munitie. Daarin staat dat je iemand niet alleen mag fouilleren als die verdachte is, maar ook bij een concreet aanwijsbare aanleiding dat bepaalde strafbare feiten gepleegd worden of gáán worden. Het OM beargumenteerde dat ze die concrete aanwijzingen zagen in het risicoprofiel. De rechter oordeelt dat de wet niet zo bedoeld is. Er moet sprake zijn van een concreet aanwijsbare aanleidingen kórt voorafgaand of ten tijde van het fouilleren. Die mag je niet zes maanden van tevoren vaststellen.

Het OM laat in reactie op de uitspraak weten dat ze het vonnis bestuderen en zich beraden op hoger beroep. Of de Rotterdamse hoofdofficier de groep van 34 ‘subjecten’ verder tegemoet kan komen voor het onwettige ongemak van de afgelopen tijd, kan het OM niet zeggen.