Het demissionaire kabinet moet van de Rotterdamse rechtbank binnen drie maanden besluiten of het vijf IS-vrouwen terughaalt uit vluchtelingenkampen in Syrië. Dat bevestigt advocaat André Seebregts dinsdag na berichtgeving door de NOS. De Rotterdamse rechtbank wilde het nieuws noch bevestigen noch ontkennen.
De rechtbank wil binnen drie maanden van het demissionaire kabinet horen wat het de afgelopen twee jaar heeft gedaan om de vijf vrouwen terug te halen naar Nederland en welke inspanning het momenteel daartoe levert. Als deze verdachten zonder goede onderbouwing van het kabinet over drie maanden nog niet zijn gerepatrieerd, dreigen de strafzaken te worden gesloten. Hierop is geen hoger beroep meer mogelijk en kunnen de vrouwen in de toekomst niet meer worden vervolgd voor lidmaatschap van een terroristische organisatie, aldus Seebregts.
De rechtbank boog zich dinsdag achter gesloten deuren over de zaken van in totaal dertien IS-vrouwen die momenteel in Syrische kampen verblijven. Seebregts staat hen stuk voor stuk bij. De vrouwen worden verdacht van lidmaatschap van een terroristische organisatie en het kabinet wil dat ze daarvoor in Nederland worden berecht. Tot op heden zijn deze verdachten echter niet voor hun proces naar Nederland gehaald.
De advocaat heeft de rechtbank verzocht om alle dertien strafzaken te beëindigen omdat de vrouwen niet fysiek bij hun rechtszaak in Nederland aanwezig kunnen zijn. De vijf zaken waarover het kabinet van de rechtbank opheldering moet geven, lopen volgens hun advocaat „al jarenlang”. De overige acht zaken zijn relatief nieuw. Deze zijn ingediend na de recente repatriëring van IS-vrouw Ilham B., de eerste Syriëganger die Nederland heeft teruggehaald. Het kabinet heeft in die zaken langer de tijd om zich te beraden.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/06/data72853798-c761dd.jpg)