Weer lukte het 23 olieproducerende landen maandag niet om tot overeenstemming te komen over productiehoeveelheden. De olieprijs zette daarop zijn opmars op de beurzen voort richting de 80 dollar per vat Brent. Omdat de ‘OPEC+’ – de organisatie van olieproducerende landen en een aantal grote olielanden als Rusland die geen lid zijn – bovendien geen nieuwe datum vaststelde voor een volgende vergadering, is de kans groot dat de onrust op de oliemarkt verder toeslaat. Met alle gevolgen van dien voor de prijs aan de benzinepomp en de oplopende inflatie in veel landen.
Het was de derde keer in een week tijd dat de ministers van de olielanden in een digitale vergadering er niet uitkwamen. Op tafel lag het voorstel, gesteund door de grootste producenten Saoedi-Arabië en Rusland, om in twee stappen de olieproductie met twee miljoen vaten per dag te verhogen tussen augustus en december. Daarnaast zouden andere, eerder overeengekomen productieverlagingen verlengd moeten worden van april 2022 tot het eind van dat jaar.
Dwarsligger zijn de Verenigde Arabische Emiraten. Die zijn akkoord met de productieverhogingen tot december, maar willen de eerder afgesproken verlagingen niet verder dan april 2022 laten lopen. Het land is ontevreden dat de laatste twee jaar een derde van zijn productiecapaciteit stil lag en wil een hoger productieniveau toebedeeld krijgen binnen de afspraken.
Dat had alleen gekund als Saoedi-Arabië genoegen had genomen met een lager productieniveau. Dat weigerde het maandag opnieuw. Beide landen hebben de olie-opbrengsten hard nodig, nadat ze door de coronapandemie flink aan inkomsten hebben ingeleverd.
Hogere benzineprijzen
Nadat het overleg maandag mislukte, steeg de prijs voor ruwe olie tot boven de 77 dollar voor een vat Brent. Deze was gedurende de pandemie gedaald tot bijna 20 dollar. De olieprijs is nu op zijn hoogst sinds 2018, en dat heeft al geleid tot fors hogere prijzen aan de benzinepomp.
Vorig jaar, toen de pandemie toesloeg en de vraag instortte, bracht de OPEC de dagelijkse productie terug met 10 miljoen vaten. Die verlagingen zijn sindsdien langzaam gereduceerd tot 5,8 miljoen vaten. Nu door het verzet van de Verenigde Arabische Emiraten een verdere verhoging met 2 miljoen vaten van de baan is, blijft de olieproductie voorlopig op het huidige niveau.
De vrees is dat als een overeenkomst uitblijft, de olieproducerende landen in een prijzenoorlog verwikkeld raken. Dat kan leiden tot grote onzekerheid op een markt die toch al geplaagd wordt door schokken in de vraag.