Persbureau ANP schreef begin juni bij wijze van uitzondering over zichzelf. Personen die aangeven niet als man of vrouw aangeduid te willen worden in berichtgeving, worden niet langer aangeduid met de seksespecifieke voornaamwoorden ‘hem’ of ‘haar’ maar met ‘die’, ‘hen’ of ‘hun’.
Volgens hoofdredacteur Freek Staps gaat het persbureau met de aanpassing in het stijlboek „mee met maatschappelijke ontwikkelingen”. Steeds meer genderdiverse personen in het nieuws geven te kennen zich niet te herkennen in de wijze waarop ze worden aangeduid. Of afnemers van het ANP de aanduidingen overnemen is aan hen, beklemtoont de hoofdredacteur.
Het zijn interessante tijden voor taalbeschouwers, zegt Marc van Oostendorp, hoogleraar Nederlandse taalkunde en -ontwikkeling aan de Radboud Universiteit. „Taal is levend en verandert doorlopend”, stelt hij. „Maar meestal gaat dat organisch: woorden of termen verschijnen en verdwijnen. Het is logisch dat de taal tijdens de coronacrisis is verrijkt met allerlei nieuwe vondsten, zoals anderhalvemetersamenleving of coronakilo’s. Dat was iets waar de hele samenleving zich lange tijd mee bezighield.” Van Oostendorp ziet de genderneutrale voornaamwoorden niet als een organische ontwikkeling, maar als iets uitzonderlijks. „We bepalen met z’n allen: de taal gaat nu deze richting in omdat we vinden dat dat nodig is. Die bewuste interventie in hoe de taal zich ontwikkelt komt zelden voor, en zeker niet als het gaat om persoonlijke voornaamwoorden. Die veranderen zelden omdat ze in het fundament van een taal zitten ingebakken.”
Zoeken naar correcte woorden
In taal is het grammaticaal geslacht een eeuwenoud gegeven. „Dit onderscheid is ontstaan in een tijd waarin niemand zich bewust was van een verschil tussen biologisch geslacht en genderidentiteit”, legt de neerlandicus uit. „Wij hebben nu in de maatschappij besloten dat we de wereld anders willen zien, dat er méér smaken mogelijk zijn dan man of vrouw. En die mentaliteitsverandering willen we direct in de taal tot uitdrukking brengen.”
Van Oostendorp hoorde onlangs een gesprek op de radio over presentator Raven van Dorst, die zichzelf sinds kort als non-binair identificeert. „Alle gesprekspartners deden hun best de juiste voornaamwoorden te gebruiken, maar het voelde geforceerd. Er is een verschil tussen de onderbouwing van een bepaalde taalverandering en het gevoel dat veel mensen hebben bij de praktische uitvoering.” Het gaat dan dus niet om het emancipatoire aspect, beklemtoont hij. „Zelfs mensen die alle sympathie voelen voor mensen die zich niet binair voelen, moeten nog doorlopend zoeken naar de correcte woorden.” ANP-hoofdredacteur Staps denkt dat dat een kwestie van wennen is: „Taal kan soms schuren of wringen, ook in het gebruik.” Om misverstanden bij de lezer of luisteraar te voorkomen wordt voorlopig in elk ANP-bericht met deze nieuwe aanduidingen het gebruik nog wel uitgelegd.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/05/data47446035-67cdee.png)
Lifestylemagazine Winq, dat zich richt op de queer community, gebruikt al sinds 2016 de genderneutrale voornaamwoorden. Transgender Netwerk Nederland organiseerde toen een verkiezing om de meest geschikte termen te vinden om genderdiversiteit mee aan te duiden. „Wij spreken veel non-binaire personen die de voorkeur geven aan de voornaamwoorden hen en die”, legt chef redactie Martijn Kamphorst uit. „Wie zijn wij dan om daar geen gehoor aan te geven? Het is heel pijnlijk als je in de media elke keer wordt aangeduid met woorden waar je jezelf totaal niet in herkent.”
Kamphorst merkt dat het de media steeds beter afgaat wat betreft het aanduiden van beroemdheden die zichzelf als non-binair identificeren, zoals presentator Van Dorst of de Britse artiest Sam Smith. „Maar bij non-binaire personen zonder miljoenen volgers lijkt het soms veel meer moeite te kosten om de juiste woorden te gebruiken. Dat is best pijnlijk.” Hij vindt het een goede trend dat de taal mee verandert met de behoeftes van meer gemarginaliseerde groepen in de samenleving. „Deze aanpassing wordt misschien nog niet zo breed gedragen als het gebruik van het woord anderhalvemetersamenleving. Maar het belang voor de groep mensen die het daadwerkelijk betreft, waar het over gáát, is vele malen groter.”
Het kost niet alleen Nederlandse media moeite om zich aan te passen aan deze ontwikkeling, ziet hoogleraar Van Oostendorp. „In het Engels bijvoorbeeld is gekozen voor ‘they’ met een enkelvoudig werkwoord. Dat voelt natuurlijker omdat die optie al in het oud-Engels bestond: William Shakespeare gebruikte soms ‘they’ bij personages waarbij het geslacht er niet specifiek toe deed. Bij ons is ‘hen’ als onderwerpsvorm volkomen nieuw.”
De Zweedse Academie, die richtlijnen formuleert over het gebruik van de Zweedse taal, bepaalde al in 2014 dat er een nieuw persoonlijk voornaamwoord kwam dat geslacht niet specifieert: ‘hen’, in plaats van het mannelijke ‘han’ of het vrouwelijke ‘hon’. „Veel kranten hebben een gemengd beleid. Maar in de helft van de gevallen gebruikt de Zweedse media nu ‘hen’.”
In Frankrijk daarentegen publiceerde de conservatieve Académie française in 2021 een furieus manifest dat stelde dat de Franse taal ten onder zou gaan als het bestaan van genderneutrale voornaamwoorden werd erkend. De Duitse taal kent inmiddels het ‘gendersterretje’, een asterisk die in persoonsvormen wordt geplaatst vóór het suffix waarmee van mannelijke persoonsnamen vrouwelijke varianten worden gevormd, bijvoorbeeld Lehrer*innen. „In het Italiaans is het nog ingewikkelder”, zegt Van Oostendorp. „Daar moeten ook de bijvoeglijke naamwoorden op de schop, omdat die ook een mannelijke of vrouwelijke uitgangsvorm hebben.”
Genderneutrale schoolboeken
Winq-chef Kamphorst merkt dat jongeren vaak minder moeite lijken te hebben met het gebruik van nieuwe voornaamwoorden dan volwassenen. „Veel jongeren, zowel trans- als cisgender, vermelden tegenwoordig hun voornaamwoorden in hun bio op sociale media. Zo maken zij bewust zichtbaar dat er voor hen méér is dan man en vrouw en normaliseren zij het gesprek hierover.” Hoogleraar Van Oostendorp snapt deze trend wel: „Het is logisch dat een zestiger, die tot voor kort niet eens heeft geweten dat er iets als non-binair bestond, moet wennen aan de nieuwe taal die daarbij hoort. Die tijd moet je mensen ook gunnen.”
Op papier is de wijziging in Nederland deels doorgevoerd. Van Dale ging overstag: ‘hen’ als verwijzing naar een non-binair persoon is inmiddels doorgevoerd. Ook de gezaghebbende Taalunie, dat beleid rondom het Nederlands en Vlaams in die taalgebieden aanjaagt, hoopt later dit jaar een nieuw advies uit te brengen over genderinclusief taalgebruik.
Dat zijn geen voorschriften die bijvoorbeeld scholen verplicht zijn over te nemen, beklemtoont beleidsadviseur van de Taalunie Annemieke Hoorntje. „Onze adviezen geven de taalgebruiker duiding over wat waar en in welke mate bekend en gangbaar is. Uitgevers van bijvoorbeeld schoolboeken beslissen daarna zelf of ze van een binair karakter blijven uitgaan of teksten waar nodig aanpassen aan de nieuwe inzichten over gender en inclusiviteit.”