Pedro González López, bekend onder zijn voetbalnaam Pedri, was zeven jaar oud toen Spanje in 2010 in Zuid-Afrika de wereldtitel veroverde, in de finale tegen Nederland. Wat keek hij op tegen David Silva en Pedro, de eerste twee wereldkampioenen van de Canarische Eilanden. Nu is Pedri bij het EK op zijn achttiende zelf een van de belangrijkste spelers van het Spaanse nationale elftal. Zijn geheim? „Ik voetbal nog net zo als vroeger met mijn vrienden”, legt de aanvallende middenvelder tijdens het toernooi uit aan de Spaanse pers.
Pedri zette zijn eerste pasjes vanaf zijn geboorte op 25 november 2002 in Tegueste, in het noorden van Tenerife. Zijn ouders runnen een restaurant in het dorpje dat vooral leeft van de surfers die de golven bij Bajamar en Puerto Hidalgo trotseren. Pedri was van jongs af aan bezeten van sport. Van pingpong tot tennis en van voetbal tot atletiek. Hij had overal talent voor.
Bij Pedri lijkt alles vanzelf te gaan. Hij was nog geen vier jaar oud toen de trainer van Unión Deportiva Tegueste hem ‘ontdekte’. Sindsdien was de kleine rechtsbenige voetballer zijn leeftijdgenoten altijd een stap vooruit. Pedri was net zestien toen hij als profvoetballer debuteerde in het kanariegele shirt van Las Palmas. Amper een paar maanden later tekende hij een contract bij FC Barcelona, dat hem in juli 2020 definitief overnam. Binnen een jaar tijd groeide Pedri uit tot onbetwiste basisspeler bij Barça en het nationale elftal van bondscoach Luis Enrique. Met achttien jaar, zes maanden en achttien dagen werd hij de jongste Spaanse voetballer ooit op een EK.
Vergelijkbaar met Iniesta
Op het eerste oog heeft Pedri met zijn 1,74 meter niet veel weg van een profvoetballer. Wat dat betreft is hij misschien vergelijkbaar met Andrès Iniesta, de kleine Spaanse spelmaker die zich onsterfelijk maakte met zijn winnende goal in de WK-finale. Of zoals Cesc Fàbregas – een andere wereldkampioen uit 2010 – het spel van Pedri in de sportkrant AS beschrijft: „Het mooie aan Pedri is dat hij gewoon overal en altijd de bal wil hebben. Soms doet hij daar goede dingen mee. En op andere momenten maakt hij fouten. Maar toch blijft hij onverstoorbaar doorgaan. Altijd klaar om te worden aangespeeld.”
De cijfers van de UEFA vormen het bewijs voor zijn enorme fitheid. Pedri voert met 61,5 kilometer de lijst aan van spelers die tijdens het EK de meeste meters maakten. In 509 minuten in vijf wedstrijden. Pedri dankt er zijn bijnaam ‘Diesel’ aan, want met een topsnelheid van 30,4 kilometer per uur behoort hij niet tot de allersnelsten. Pedri legde de basis voor zijn loopvermogen op de atletiekbanen van Tenerife. Hij combineerde het voetbal tot zijn vijftiende met hardlopen. Zijn specialismen waren de 800 en 3.000 meter. „Ik denk dat ik daar nog steeds voordeel van heb”, zegt Pedri in een interview met het Spaanse dagblad El País. „Ik loop altijd volgens hetzelfde ritme.”
Pedri combineert balverliefdheid en loopvermogen met spelinzicht en de gave om gerichte steekballen te versturen. Van de 399 passes die hij tijdens het EK gaf, kwamen er 364 bij een medespeler terecht. Dat geeft aan waarom coaches graag een plek in hun elftal voor hem vrijmaken. In het huidige topvoetbal, waarin van de ene op de andere seconde een omschakeling plaats kan vinden, kan balverlies dodelijk zijn. Pedri lijkt op het veld van niets of niemand onder de indruk te zijn. Al schrok hij enorm toen Kroatië in de achtste finales opeens op voorsprong kwam nadat doelman Unai Sión over een terugspeelbal van hem heen maaide. „Het was de enige keer dat ik dit toernooi op het doel schoot. En als ik dat doe moet hij raak zijn”, zegt hij met gevoel voor zelfspot in El País. „Gelukkig kregen we tijd om te herstellen.”
Volgens de Spaanse bondscoach heeft de nummer 26 van Spanje de schroom van zich af gegooid. „Het lijkt net of Pedri heel verlegen is, maar dat is niet het geval. Niet binnen en niet buiten de lijnen. Het is een jongen met veel sarcasme”, zei Luis Enrique onlangs toen hem op een persconferentie werd gevraagd de middenvelder te typeren.
Debuut in maart
Het aanstormende talent lijkt bij Spanje juist door het gebrek aan grote namen goed uit de verf te komen. Pedri maakte pas op 25 maart van dit jaar zijn debuut voor La Roja en kreeg twee maanden later in de nationale selectie al de voorkeur boven veel meer ervaren Real Madrid-spelers als Marco Asensio en Isco. Zoals hij eerder bij FC Barcelona als tiener al Philippe Coutinho en Miralem Pjanic naar de vergetelheid wist te spelen. Bij Spanje staat Pedri op het middenveld naast de routiniers Koke (Atlético Madrid) en Sergio Busquets, zijn ploeggenoot bij Barcelona. Koke sprak tijdens het EK openlijk zijn verwondering uit over de ontwikkeling van Pedri: „Ik verbaas me er echt over hoe ver hij nu al op deze leeftijd is. Zo volwassen. Hij gaat een hele belangrijke speler voor Spanje worden. Nu en in de toekomst.”
In de eerste halve finale van het EK dient zich dinsdagavond op Wembley een prachtige strijd op het middenveld aan tussen de Spanjaarden Koke, Busquets en Pedri en het Italiaanse supertrio Marco Verratti, Nicolo Barella en Jorginho. Het wordt een van de eerste wedstrijden van Pedri in een stadion met tienduizenden fans. Er wordt niet over getwijfeld dat ‘de parel van de Atlantische Oceaan’ tegen de druk bestand zal zijn. En na een eventuele nederlaag krijgt Pedri maar weinig tijd om te treuren. Dan lonken voor hem de Olympische Spelen van Tokio, waar hij als de grote ster van Spanje om nog een hoofdprijs zal gaan strijden.
In een eerdere versie van dit artikel stond dat Spanje Kroatië trof in het laatste groepsduel, maar dat was in de achtste finales.