In de Urgenda-zaak is uitgemaakt dat de staat zijn uitstoot van broeikasgassen in 2020 met ten minste 25 procent moet terugbrengen ten opzichte van 1990. De staat is die uitspraak niet nagekomen. Dat is betreurenswaardig: ook overheden moeten rechterlijke uitspraken naleven. Door dat niet te doen, wordt de ‘rule of law’ met voeten getreden. Het is dan ook begrijpelijk dat Urgenda wil dat de staat nu eindelijk eens actie onderneemt. Naar verluidt wil zij een dwangsom vragen bij verdere niet-nakoming van de uitspraak. Dat lijkt me niet de juiste weg. Het toekennen van een forse dwangsom betekent dat in geval van voortdurende niet-nakoming van de uitspraak aanzienlijke bedragen aan belastinggeld moeten worden betaald aan Urgenda. Zij kan dat geld besteden zoals haar goed dunkt. Er is geen garantie dat Urgenda zal kiezen voor een besteding van de verbeurde dwangsommen op een wijze waar het klimaat het meeste mee is gebaat, als ze dat al kan beoordelen. Ik denk ook niet dat Urgenda met droge ogen kan volhouden dat zij met zo’n vordering de wensen van alle, of zelfs maar de meeste Nederlandse ingezetenen vertolkt. Natuurlijk moet er wat gebeuren, snel zelfs. Twee alternatieve suggesties: De eerste is dat Urgenda de rechter vraagt om de staat een aantal concrete opties voor te leggen om aan de uitspraak te voldoen (voorstellen daartoe kunnen door Urgenda worden aangeleverd). De staat zou daaruit een keuze moeten maken en zou moeten aangeven hoe en wanneer hij die keuzes in daden wil omzetten. Desverkiezend zou de staat één of meer alternatieve opties mogen voorstellen, mits wordt aangeven hoe en wanneer hij deze wil uitvoeren.
De rechter kan vervolgens beoordelen of wat de staat zegt te willen gaan doen voldoende concreet of geloofwaardig is en of de beoogde maatregelen snel genoeg zullen worden genomen. Als de staat geen of geen geloofwaardige keuze maakt, zou de rechter de staat kunnen bevelen om vóór een bepaald tijdstip door de rechter te bepalen maatregelen te nemen. Dat is een inbreuk op de politieke vrijheid om te bepalen hoe de emissies moeten worden teruggebracht. Die inbreuk is evenwel gerechtvaardigd in een setting waarin de staat een rechterlijke uitspraak heeft genegeerd en niet serieus heeft willen aangeven hoe hij daaraan alsnog wil gaan voldoen.
Suggestie twee is dat de rechter de staat zou kunnen verplichten om bijvoorbeeld iedere maand of iedere twee maanden te rapporteren wat hij heeft gedaan en wat hij de komende periode wil gaan doen. Als dat niet genoeg is, zou de rechter kunnen grijpen naar de eerste suggestie.
Mijn ‘alternatieve’ suggesties zijn niet ideaal. In een rechtsstaat zou de politiek rechterlijke uitspraken moeten naleven en zelf moeten bepalen welke maatregelen daartoe zullen worden genomen. Inmiddels is helaas duidelijk dat de Nederlandse politiek het laat afweten. Dan is niet gek dat Urgenda opnieuw bij de rechter wil aankloppen. De vraag is evenwel of het vorderen van dwangsommen de enig mogelijke optie is.
Voormalig advocaat-generaal bij de Hoge Raad