Het Openbaar Ministerie heeft 27 jaar gevangenisstraf geëist tegen Syriër Ahmad al-K. wegens betrokkenheid bij een executie van een Syrische militair in 2012. Dat bevestigt een justitiewoordvoerder vrijdag aan NRC. Al-K., die in 2014 asiel kreeg in Nederland, zou onder de bijnaam Abu Khuder leiding hebben gegeven aan militanten in Zuidoost-Syrië die zich aansloten bij terreurbeweging Jabhat al-Nusra. Al-K.’s groep zou onder de vlag van die terroristische organisatie een Syrische luitenant-kolonel hebben geëxecuteerd. Het OM spreekt van een oorlogsmisdrijf.
Van de executie zijn videobeelden gemaakt, die een belangrijke rol spelen in de strafzaak. Daarop is te zien dat Al-K. samen met anderen de gehavende militair naar de oevers van de rivier de Eufraat leidt, waar die met 26 kogels wordt doorboord. De nu 49-jarige Al-K. schiet zelf meermaals met een revolver.
Volgens het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) schoot Al-K. minimaal één keer raak, maar is niet te achterhalen of het slachtoffer toen nog leefde. Volgens justitie is dat niet van belang, omdat Al-K. de leiding zou hebben gehad over de executie en hem medeplegen ter laste wordt gelegd. Al-K. verklaarde in de rechtbank dat hij onder druk van anderen meedeed en dat hij de luitenant-kolonel opzettelijk zou hebben gemist.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/06/data72853798-c761dd.jpg)
Internationaal onderzoek
Al-K. vluchtte in 2013 naar Nederland en woonde samen met zijn vrouw en kinderen in het Zeeuwse plaatsje Kapelle. In 2016 kwam hij in beeld in een onderzoek van de Duitse justitie, die de Nederlandse politie tipte. Het Team Internationale Misdrijven zette daarop onder meer een infiltrant in, aan wie Al-K. betrokkenheid bij de executie zou hebben opgebiecht. Later ontdekte de Duitse politie de video waarop Al-K. te zien is. Ook zou hij in een verhaal van The Guardian uit 2012 onder meer hebben gezegd dat zijn groep „in het geheim vecht” en helpt met „geïmproviseerde bommen en autobommen”. Sinds 2019 zit Al-K. vast. Hij zou, voordat hij zich tegen de Syrische regering keerde, zelf in het overheidsleger hebben gediend.
De strafeis tegen Al-K. is een stuk hoger dan gebruikelijk bij zaken tegen jihadisten. Mannen horen doorgaans zo’n zes jaar tegen zich eisen, tegen vrouwen wordt vaak drie tot vier jaar celstraf geëist. De beschuldigingen zijn veelal lidmaatschap van een terroristische organisatie of voorbereiding van een terroristisch misdrijf. In zulke zaken ontbreekt het aan bewijs dat jihadisten zich persoonlijk schuldig maakten aan misdrijven zoals executies. Het OM moet het dan doen bewijsmateriaal als foto’s op sociale media, waarop verdachten bijvoorbeeld met een geweer poseren. Het unieke van Al-K.’s zaak is dat er videobewijs is van een executie.