In de foyer van het Muziekgebouw zitten twaalf musici verspreid over de ruimte. Vanaf de parterre ronken een synthesizer en een aangestreken basgitaar. Op het balkon hebben een cello en een basklarinet postgevat. Voor de deuren van de Grote Zaal een violist.
Op hun lessenaars staat de partituur van In a large, open space van de Amerikaanse componist James Tenney (1934-2006). Slechts 32 toonhoogtes telt het stuk, alle boventonen van een lage ‘f’. Wat op papier al te eenvoudig oogt, vertaalt zich in realiteit in een regenboog van klank. Met een beweging van het hoofd openen zich steeds nieuwe details in de meervoudig gelaagde drone.
James Tenney was donderdag componist in focus tijdens de openingsdag van het Minimal Music Festival. Het moet gezegd: diens akoestische verkenningen van tijd en ruimte pasten wonderwel bij het coronabestendige concept dat theatermaker Theun Mosk bedacht voor de zevende editie.
Als gastcurator vertaalde Mosk de architectuur van het Muziekgebouw naar een „ruimtetijdpartituur”, waar hij het publiek in drommen van dertig doorheen laat wandelen bij zaklamplicht. De route, grotendeels in het donker, voert langs zalen, trappen en backstageruimten waar je oog in oog komt te staan met dansers en de Litouwse performancekunstenaar Goda Žukauskaite. De programmering varieert per dag: zo staat de vrijdag in het teken van mystieke soefimuziek. Werk van onder meer Pauline Oliveros, Morton Feldman en minimal-legende Charlemagne Palestine klinkt op de zaterdag, met een elektronische clubnacht als sluitstuk.
Constante over de drie dagen vormt een selectie geluidskunstwerken, die alle de relatie tussen klank, ruimte en tijd tot thema hebben. Zo transformeert componist en installatiekunstenaar Gerjan Piksen een trappenhuis tot een reusachtig slagwerkensemble. Elektronische hamertjes ontketenen een subtiele tiktak-polyfonie op de stalen leuning. Architectuur als meta-instrument.
De Kleine Zaal biedt ruimte aan Durée, een installatie waarvoor audiovisueel kunstenaar Boris Acket inspiratie putte uit de tijdstheorieën van Albert Einstein en de Franse filosoof Henri Bergson. Ritueel gebeier van stalen bellplates markeert de lineair voortschrijdende kloktijd, terwijl een parcours van luidsprekers de klanken oprekt, verdubbelt, vertraagt en vloeibaar maakt als in onze subjectieve ervaring van tijd.
In het Bimhuis stond Slagwerk Den Haag donderdag garant voor onder meer een hypnotiserende vertolking van Peter Garlands Apple Blossom, een muzikale droomvlucht voor vijf slagwerkers, tien zachte mallets en één marimba.
Tijdens het afsluitende concert van Asko|Schönberg bleek de aangekondigde wereldpremière van Peter Adriaansz’ Line vervangen door een vroeger werk. Jammer, maar wie maalde erom bij het horen van zijn Structure XI, een stuk dat Adriaansz speciaal voor de gelegenheid bewerkte. Volgens wiskundige uitgedokterde frequentieverhoudingen losten lange aangehouden noten op in een microtonaal vibrerende klankwolk van grote schoonheid. Muziek waar je in wilt verdwijnen.