Het ‘derde oog’ van Mariëtte Hamer zocht en zocht, maar kon niks vinden. Na bijna zes weken van gesprekken met partijleiders concludeert de informateur dat het niet is gelukt om partijen bij elkaar te krijgen die aan coalitiegesprekken kunnen beginnen. Niet omdat ze inhoudelijk te ver van elkaar afstaan. Maar omdat, in de woorden van Hamer, „de beelden die ze van elkaar hebben” samenwerking in de weg staat. Dinsdag bood Hamer haar eindverslag aan bij Tweede Kamervoorzitter Vera Bergkamp. De belangrijkste conclusie: de verkenning van de formatie is, alweer, mislukt.
Maar dat betekent niet dat alles voorbij is. De verantwoordelijkheid om de impasse te doorbreken ligt nu bij VVD-leider Mark Rutte en D66-leider Sigrid Kaag. Zij moeten de komende tijd onderhandelen over een stuk dat de basis zou kunnen vormen van een regeerakkoord.
Dat gebeurt onder begeleiding van Hamer en zal „enkele weken” in beslag nemen – in ieder geval minder dan een maand als het aan haar ligt. Het is de bedoeling dat de twee liberale leiders tot een stuk komen waar ándere partijen zich ook in kunnen vinden. In haar advies aan de Tweede Kamer schrijft Hamer dat partijen dan half augustus kunnen beginnen met de onderhandelingsgesprekken.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data72295851-965224.jpg)
Vijf maanden min twee
Tegen die tijd zijn er vijf maanden sinds de Tweede Kamerverkiezingen verstreken. Hamer sloeg daar een relativerende toon over aan. Volgens haar moeten de eerste twee maanden na de verkiezingen, waarin er veel wantrouwen was tussen partijen onderling maar vooral in VVD-leider Mark Rutte, niet meegeteld worden.
Rutte had na de verkiezingen in een gesprek met de allereerste verkenners gesproken over de positie van het kritische CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt, en dat vervolgens ontkend. Volgens Hamer is het „niet helemaal eerlijk” om die fase van de verkenning mee te tellen. En ondanks dat ze vast moest stellen dat partijen die inhoudelijk het dichtst bij elkaar in de buurt komen niet met elkaar willen formeren, is ze optimistisch „Het zit een beetje vast, maar niet zó vast dat de twee belangrijkste partijen in zetelaantallen niet met elkaar verder willen.” Vrijdag sprak Hamer nog over een impasse.
Aan de inhoud heeft het niet gelegen, daar kwamen de partijen onderling wel uit. Zowel waar het herstelbeleid na corona betreft, als op inhoudelijke thema’s die in een regeerakkoord uitgewerkt moeten worden. Maar de persoonlijke verhoudingen tussen partijleiders leken de afgelopen weken alleen maar te verslechteren. „Als ze tegen heug en meug aan de formatietafel gaan zitten, dan heeft het niet zoveel zin”, zei Hamer dinsdag. „Er moet ook een zekere mate van vrolijkheid in deze formatie komen.” VVD en D66 „moeten dat gevoel weer een beetje terugkrijgen.”
Vertrouwen herstellen
Zo is de rol van de VVD in korte tijd veranderd: van een partij die het vertrouwen van anderen moest winnen tot een die het vertrouwen van anderen in elkáár moet zien te herstellen. Twee maanden geleden leek de vertrouwenscrisis in VVD-leider Mark Rutte nog hardnekkig. Zodanig dat het leidde het tot een motie van afkeuring die door de hele Tweede Kamer behalve de VVD werd gesteund en een motie van wantrouwen die door de gehele oppositie werd gesteund. „Mijn indruk is dat het een beetje is weggeëbd”, zei Hamer dinsdag. Het wantrouwen is nog aanwezig, maar verschoven. „Het gaat nu veel meer over de vraag met hoeveel partijen er geformeerd moet worden en in welke combinatie. Het is meer tussen de partijen komen te liggen dan alle partijen tegen de heer Rutte.”
Nu is het aan Rutte, om samen met D66-leider Kaag en hun onderhandelingsteams te werken aan een stuk waarin ze niet alleen hun eigen verschillen moeten zien te overbruggen, maar ook aantrekkelijk moeten zien te blijven voor andere partijen om later aan te schuiven. Rutte en Kaag hebben, zei Hamer, „aansluiting naar de andere partijen”. Daarmee doelt ze op het CDA en de linkse partijen.
Lastiger partijen uit te sluiten
Het is een risicovolle strategie, want tot nu toe bleek de inhoud niet genoeg om partijen bij elkaar te brengen. Maar het is er ook één die het voor partijen wel lastiger maakt om andere partijen uit te sluiten. Als er straks een akkoord ligt waar zowel CDA als PvdA en GroenLinks zich in kunnen vinden, wordt het voor CDA-leider Hoekstra moeilijk om nog vol te houden dat hij niet met twee partijen wil samenwerken.
De partijen die niet aan de onderhandelingstafel zitten, zullen elkaar in de tussentijd goed in de gaten houden. De linkse partijen, PvdA en GroenLinks, denken dat de ChristenUnie ook wel mee wil praten en vrezen dat dat ten koste gaat van hun plek aan tafel. Op deze manier werken, politieke partijen aan een stuk laten werken dat tot een meerderheidscoalitie moet leiden, is een gok. Maar Hamer haalde er dinsdag haar schouders over op. „Het hele politieke leven is een gok”.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data70767097-925981.jpg)