Opinie

Maak van Nederland hét waterstofland

Energie De overheid moet miljarden investeren, om een sterke waterstofeconomie te ontwikkelen, betogen en .
Een vuilniswagen op waterstof, bij een waterstoftankstation in Groningen.
Een vuilniswagen op waterstof, bij een waterstoftankstation in Groningen. Foto Kees van de Veen/ANP/Hollandse Hoogte

Nederland heeft een gedroomde uitgangspositie voor een belangrijke rol in de mondiale waterstofeconomie, een cruciaal puzzelstuk op de weg naar een klimaatneutrale wereld. De aanwezigheid van wind op zee, het innovatieve ecosysteem met toonaangevende kennisinstellingen, de sterke maakindustrie, de Rotterdamse haven, de aanwezigheid van industriële en chemische clusters en een gasinfrastructuur op land en zee – dit alles maakt het op grote schaal importeren, produceren en toepassen van waterstof mogelijk. Het buitenland kijkt hier met jaloezie naar.

Maar waar buitenlandse overheden vele miljarden investeren om aan een waterstofeconomie te bouwen, benut het kabinet onze uitmuntende uitgangspositie niet. Belangrijke investeringen van grote bedrijven dreigen naar het buitenland te gaan. Willen we onze klimaatambities realiseren, dan zijn extra investeringen en aanpassing van wetgeving nu nodig.

Waterstof is essentieel voor de verduurzaming van de industrie, de elektriciteitsvoorziening en de mobiliteit. Zonder deze energiedrager en grondstof kunnen we de mondiale klimaatdoelstellingen niet halen. Om energie voor langere termijn op te slaan en afgevangen CO2 om te zetten tot nieuwe energiedragers is waterstof een belangrijk middel. Daarnaast is het ook een belangrijke grondstof voor kunststoffen en kent het vele andere toepassingen in de chemie. Synthetische diesel en synthetische kerosine bijvoorbeeld, brandstoffen die nodig zijn om de scheepvaart en luchtvaart te verduurzamen, vergen grote hoeveelheden waterstof. Deze belangrijke verduurzamingsinitiatieven bieden tevens grote ondernemingskansen.

Deskundigheid uitbouwen

Eigen productie van waterstof, naast grootschalige import, is daarbij cruciaal. Om geopolitieke redenen – Nederland is dan voor de energievoorziening minder afhankelijk van het buitenland –, maar nog meer vanwege onze sterke kennispositie. Nieuwe innovaties vanuit de technische universiteiten en andere kennisinstellingen kunnen dan gelijk toegepast worden, waardoor we onze toonaangevende deskundigheid kunnen behouden en uitbouwen. Nieuwe technieken ontwikkelen gebeurt niet alleen in het lab. Inzichten en kennis die het hier bouwen van grote productiefaciliteiten opleveren, kunnen bedrijven wereldwijd toepassen.

Heel Nederland kan profiteren van de nieuwe duurzame verdienmodellen en arbeidsplaatsen die in de waterstofketen ontstaan. Onderzoeken, recent nog door CE Delft, laten zien dat groene waterstof tussen de tienduizenden en bijna honderdduizend banen kan opleveren. Heel belangrijk, want door de grote transities die nodig zijn om de klimaatdoelen te halen, zullen er ook banen verdwijnen; alleen al in de provincie Zuid-Holland gaat het om honderdduizenden banen.

Lees ook: Kabinet mikt op waterstof, hoe realistisch is dat?

In het buitenland worden deze kansen voor de economie en samenleving beter op waarde geschat. Duitsland heeft 9 miljard euro en Frankrijk 7 miljard euro gereserveerd voor waterstof, en onlangs presenteerde Duitsland 62 grote waterstofprojecten waarin het die miljarden gaat investeren. Daarnaast worden regels en staatssteunrichtlijnen soepel en flexibel toegepast om waterstof binnen de eigen landsgrenzen te kunnen produceren. De aangekondigde, relatief bescheiden publieke investeringen in Nederland, en een onnodig strenge nationale implementatie van de Europese regels, steken daar schril bij af. Op deze manier wordt het steeds lastiger voor internationale bedrijven om hun grote electrolysers (die waterstof produceren) in Nederland neer te zetten.

Duitsland en Frankrijk als voorbeeld

Het gevolg is dat benodigde investeringen in waterstof niet in Nederland terechtkomen, noch de bijbehorende innovatie-ecosystemen, bedrijvigheid en directe en indirecte werkgelegenheid.

Op korte termijn is het daarom belangrijk om het voorbeeld van Duitsland en Frankrijk te volgen en bedrijven te laten zien dat Nederland daadwerkelijk wil zijn wat het eigenlijk al is: dé waterstofhub van Europa. Dat betekent miljarden investeren. Allereerst via de Europese staatssteunmogelijkheden, maar vooral door te investeren in grootschalige pilots, demonstratieprojecten én de opschaling daarvan. Idealiter gaat het Nationaal Groeifonds daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Ook als het gaat om het invoeren van Europese regels, moeten we niet achterblijven ten opzichte van Duitsland en Frankrijk.

Zonder deze interventies kan geen enkele private partij investeringen in waterstofproductie in Nederland rond rekenen en zullen onze gedroomde electrolysers over de grens gebouwd worden. Het is nu tijd om het gat tussen ambities en beleid te dichten, om te voorkomen dat private waterstofinvesteringen naar het buitenland vertrekken. Als we nu niet ingrijpen kunnen we de Nederlandse economie niet verduurzamen en vernieuwen en verdwijnt het Nederlandse klimaatdoel achter de horizon.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.