Een lange weg naar vrede in Libië

Wederopbouw Een conferentie in Berlijn moet de Libiërs helpen milities in te tomen en met verkiezingen de fragiele vrede te bestendigen.

Een bulldozer schuift zand opzij op een ceremonie zondag ter gelegenheid van het heropenen van de kustweg tussen Oost en West, ten oosten van Misrata.
Een bulldozer schuift zand opzij op een ceremonie zondag ter gelegenheid van het heropenen van de kustweg tussen Oost en West, ten oosten van Misrata. Foto Yousef Murad / AP

Hoe krijg je een tot op het bot verdeeld land na tien verloren jaren van burgeroorlog en aanhoudende buitenlandse interventies weer op de rails? Een handboek daarvoor bestaat niet. Dus proberen de uitgeputte Libiërs zichzelf nu, met assistentie van de VN en buitenlandse mogendheden, uit het drijfzand omhoog te trekken.

Deze woensdag zal de internationale gemeenschap tijdens een conferentie in Berlijn pogen de Libiërs een steuntje in de rug te geven, na een mislukte soortgelijke poging begin 2020. Het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken belooft zelfs dat er „stappen naar de eenwording van de strijdkrachten” zullen worden gezet.

Voor het eerst geeft ditmaal de nieuwe regering onder leiding van interim-premier Abdul Hamid Mohammed Dbeibeh acte de présence. Dat er nu één voorlopige regering is, mag al een klein wonder heten. De laatste jaren waren er steeds twee of zelfs drie afzonderlijke regeringen tegelijk in Libië, waardoor bij sommigen zelfs heimwee opkwam naar het hardvochtige maar tamelijk stabiele bewind van kolonel Gaddafi.

Maar in maart dit jaar werden de strijdende partijen het verrassend eens over de vorming van één interim-regering, nadat er eerder al een bestand was bereikt. Ze spraken bovendien af dat de Libiërs op 24 december naar de stembus gaan. Waarover ze dan stemmen, is nog in nevelen gehuld. Een nieuwe grondwet? Een nieuw parlement? Een nieuwe president? Een nieuwe premier? Of een combinatie van deze opties?

Veel Libiërs zien desondanks reikhalzend uit naar die 24ste december. Een van hen is Fathi Bashagha, een oud-minister die president wil worden. Bashagha, net als Dbeibeh een gefortuneerde zakenman uit de westelijke havenstad Misrata, verloor op het nippertje de race om het interim-premierschap. Zijn tegenstanders rekenen hem tot het kamp van de Moslimbroederschap, al ontkent Bashagha zelf daar deel van uit te maken. De broederschap geniet tot bezorgdheid van landen als Egypte en de Verenigde Arabische Emiraten veel invloed in westelijk Libië.

Bashagha (58) is vurig voorstander van parlementaire en presidentiële verkiezingen. „Het is de hartewens van alle Libiërs zulke verkiezingen te houden”, zegt hij tijdens een gesprek in het Haagse Hotel Des Indes. De politicus trok begin deze maand door Europa om voor Libië en zichzelf te lobbyen. „Alle opeenvolgende regeringen van de laatste jaren waren niet het resultaat van verkiezingen maar van overeenkomsten, vaak na buitenlandse bemoeienis. Daardoor misten ze legitimiteit”, betoogt hij.

Russische luchtmachtbasis

Veel analisten betwijfelen of verkiezingen over een half jaar haalbaar zijn. Libië heeft nog geen constitutie en de Libische milities blijven – net als voorheen – zelfstandig opereren. De veiligheidssituatie is wankel, het wederzijdse wantrouwen tussen vooral Oost en West blijft diep – de belangrijke kustweg tussen beide landsdelen ging pas deze zondag open.

Ook wemelt het nog van de buitenlandse militairen in Libië, al dan niet werkzaam als huurling. Vooral de Turken en de Russen, die tegenovergestelde kampen steunen, hebben een aanzienlijk militaire aanwezigheid in het land. De Russen zijn zeer ingenomen met hun luchtmachtbasis in Jufra, die niet alleen een nuttige uitvalsbasis voor Libië vormt, maar ook voor elders in Afrika.

„Ik was onder de indruk van de doorbraak in maart”, erkent Jalel Harchaoui, Libië-analist van Global Initiative, een organisatie die de transnationale misdaad probeert te beteugelen. Maar inmiddels ziet hij weer veel beren op de weg naar een duurzame vrede in Libië. „De voornaamste reden dat de wapens zwijgen was niet zozeer dat de Libiërs genoeg van de strijd hadden, maar dat Turkije en Rusland besloten dat het niet langer in hun belang was oorlog tegen elkaar te blijven voeren. Ik geloof niet dat Turkije zo om verkiezingen zit te springen. Waarom zouden ze? Ze zullen nauwelijks een meer pro-Turkse leider kunnen vinden dan de huidige interim-premier.”

Ook onder de Libiërs zelf ziet Harchaoui remmende factoren. De sterke man in het oosten, generaal Haftar, die eerder vergeefs probeerde om de hoofdstad Tripoli in te nemen, legde zich verrassend neer bij de vorming van één regering onder leiding van de west-Libiër Dbeibeh. „Maar wel beschouwd heeft het Oosten nog weinig offers gebracht op voor hen belangrijke zaken”, stelt Harchaoui. „Vooral in economisch opzicht is het Oosten juist heel goed behandeld. Alle ambtenaren in het Oosten die ze de laatste zeven jaar hebben aangesteld, zullen voortaan worden betaald door de interim-regering. Dat is een mooi cadeau. En verder kunnen ze in het Oosten gewoon hun eigen gang gaan.”

Moordaanslag

Bashagha daarentegen verwacht een louterende werking van de verkiezingen. De constitutie kan volgens hem tot na de stembusgang wachten. Zo hebben ze het ook in het buurland Tunesië na de omwenteling van 2010 gedaan. „Er heerst nu vrede in Libië, die moeten we bewaren. Door verkiezingen verkrijgen we legitimiteit onder de bevolking. Dat is juist dé manier waarop we de oorzaken van het conflict zullen uitroeien.” En de milities? „Die staan niet sterk meer als ze worden geconfronteerd met een gekozen regering.” Zulk optimisme klinkt verrassend uit de mond van een man die naar eigen zeggen begin dit jaar aan een moordaanslag ontsnapte.

De Europeanen en Amerikanen moeten zich in Berlijn sterk maken voor verkiezingen, vindt Bashagha. Voor Europa lijkt het echter de grootste zorg dat via Libië geen nieuwe golf migranten de Middellandse Zee oversteekt. Verkiezingen helpen daarbij niet per se. „De Westerse landen hechten vooral belang aan symbolische vooruitgang”, zegt Harchaoui. „De indruk moet gewekt worden dat het de goede kant op gaat, zodat ze een diplomatiek succes kunnen claimen. Maar hoe het er in werkelijkheid in Libië op de grond toegaat, daarvoor sluiten ze hun ogen.”