Begin juli liggen ze er dan eindelijk: vijf drijvende huisjes aan een steiger in de Rijnhaven. Te huur voor een vergadering of een overnachting. Ondernemer Sander Waterval ziet het al helemaal voor zich: bezoekers van deze Wikkelboats die pootjebaden of op een waterfiets een tochtje langs de kades maken. „Er heeft zich al iemand gemeld die yogalessen op de steiger wil geven. Hartstikke leuk”, zegt hij.
Zulke initiatieven zijn precies wat de gemeente Rotterdam wil: de waterkanten in de stad verlevendigen en beter benutten voor wonen, ondernemen en recreatie. En toch is het lastig dergelijke plannen van de grond te krijgen, merkte Waterval al eerder bij een ander project, het Red Apple Marina-jachthaventje met twee Wikkelboats in de Wijnhaven.
De ondernemer ziet een gemeente die graag van alles wil op en langs het water, maar organisatorisch niet goed is ingericht om het ook voor elkaar te krijgen. Waterval: „Je moet een hele lange adem hebben om iets op het water in deze stad gedaan te krijgen. Gelukkig heb ik die. Maar ik ken talloze initiatieven die zijn gesneuveld omdat mensen zeiden: ik kan niet blijven wachten op de gemeente.”
Met de rug naar het water
Pas sinds enige jaren ziet de gemeente de waarde van water voor prettig wonen. De Wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog begon met het dempen van de Blaak en de Schiekade, want de auto moest in Rotterdam ruim baan krijgen. De Boompjes en de Maasboulevard werden racebanen om snel de stad in en uit te kunnen komen. In het centrum werden winkels en woningen met de rug naar het binnenwater gebouwd; Steiger en Hang achter de Hoogstraat zijn er nog altijd schrijnende voorbeelden van.
Na de Watersnoodramp van 1953 zat de schrik er bij Rotterdam ook goed in en werd een aantal waterlopen in de stad afgesloten – onder meer in Delfshaven waar de verbinding van de Voor- en Achterhaven met de Nieuwe Maas werd afgedamd.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data72081585-d2c69b.jpg|https://images.nrc.nl/CviSsrff2TIt6_1NhkwPeQwLc7U=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data72081585-d2c69b.jpg|https://images.nrc.nl/o_8bFg9inP4mzkP6V_7xzSLWImg=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data72081585-d2c69b.jpg)
Stadsplanoloog Pieter de Greef, de man achter het gemeentelijke beleidsprogramma Rivieroevers, bevestigt dat te lang is genegeerd dat de rivieren „in het hart van de stad en in het hart van de Rotterdammers” liggen. „Wij zijn pas sinds kort gaan inzien dat we het water kunnen benutten om de openbare ruimte ook aantrekkelijker te maken. Je moet de rivier kunnen aanraken. Dat is wat we verloren zijn, toen we de havens met de harde kades en steile taluds bouwden.”
Het tij is gekeerd, na het verleggen van de stadshavens naar het westen. De verlaten havens werden omgedoopt tot Kop van Zuid en dat stadsdeel liet de mogelijkheden zien: wonen aan de Binnenhaven, uitgaan op de Wilhelminapier. Ook in de binnenstad werd het water herontdekt, in het streven naar een ‘City Lounge’ als aangename en gezellige verblijfsplek.
Levendiger
Alle losse plannen en plannetjes langs en op het water werden door de gemeente in 2015 gebundeld in het eerdergenoemde beleidsprogramma. Doel: benut de rivieren Nieuwe Maas, Rotte en Schie en de leegstaande havenbekkens om Rotterdam levendiger, aantrekkelijker en natuurlijker te maken. Het beleid werd later verlengd voor de periode 2019-2022.
Dat het programma onder een rechts college werd aangevangen en nu door een overwegend links college is voortgezet, tekent het draagvlak ervoor, zegt wethouder Bert Wijbenga (buitenruimte, VVD). „Politieke kleur speelt hier geen rol. Ik heb best wat gevoelige onderwerpen in mijn portefeuille, maar dit programma hoef ik in de gemeenteraad niet te verdedigen. Als er al kritiek is, is dat of het niet sneller kan.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/05/data70953976-f8db32.jpg)
Een aantal projecten uit het programma van 2015 is inmiddels (bijna) gerealiseerd. In de Nassauhaven ligt een nieuw straatje van drijvende woningen van hout. Bij het Grotekerkplein is een stadspark gekomen met een 45 meter lange vlonder langs de Delftsevaart. De Leuvekolk bij Blaak krijgt een inlaat voor schoon Maaswater, een vispassage en een ligweide. Het Dobberend Bos in de Rijnhaven is alweer verhuisd naar Almere voor de Floriade in 2022. En op het Eiland van Brienenoord wordt gewerkt aan een ‘getijdenpark’.
Een aantal grotere projecten staat ook op stapel. Zoals de Rijnhaven, die gedeeltelijk gedempt wordt en vooral een stedelijke functie krijgt, met (drijvende) kantoren, woningen en een park. De Maashaven wordt ook deels gedempt voor de aanleg van het Nelson Mandela Park van zeven hectare met groene heuveltjes.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data72081414-ecb7af.jpg|https://images.nrc.nl/tOyoEiyzfDS91Phld-iqfT6M4IU=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data72081414-ecb7af.jpg|https://images.nrc.nl/IK5Le2ghcfpTFX2K09jbDVfoRhw=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data72081414-ecb7af.jpg)
Soms gaat het ook minder snel met waterprojecten, bijvoorbeeld omdat er lastige keuzes te maken zijn. De oude havens en het water bieden ruimte voor groen en recreatie, maar óók voor woningbouw in een tijd van woningnood. „Die puzzel is lastig”, erkent wethouder Wijbenga. „Het kan letterlijk gaan om een keuze tussen honderd woningen of een park.”
Ruimtelijke concurrentie, noemt hij dat, een strijd die binnen het college wordt uitgevochten. „Daar zijn er geen harde regels voor of duidelijke prioriteiten. Het is steeds weer puzzelen om tot een gewenste balans te komen, passend bij een gebied.”
Een andere vertragende factor is de zoektocht naar geld. Waterprojecten met meerdere partijen betaalt de gemeente vaak met medefinanciers als het Havenbedrijf, een waterschap of Rijkswaterstaat. Of andere gemeentes, zoals bij de uitbreiding van de vaarroutes op de Rotte tot aan de Zevenhuizerplas en het Bentwoud.
Zulke samenwerking met co-financiers om plannen uit te werken, kost vaak extra tijd. Stadsplanoloog De Greef ziet het ook als een verrijking. „Het is wat ingewikkelder, en daardoor meestal wat langzamer, maar de plannen worden beter omdat je bijdraagt aan elkaars doelstellingen.”
Paddleboards
Voor ondernemers of organisaties met plannen, is het ook ingewikkelder als meerdere partijen over het water gaan. Paul Smelt, regiobestuurder van het Watersportverbond in Zuid-Holland, maakt zich hard voor sport en recreatie op het water. „Stel dat je vanuit een container paddleboards wilt gaan verhuren, dan ben je er niet als je alle toestemming op land regelt, maar krijg je ook met nautische beheerders te maken”, zegt hij. „Een evenement gaat meestal nog wel, dat is eenmalig, maar wil je iets structureels gedaan krijgen, dan heb je met zoveel instanties te maken dat je zó een paar jaar verder bent.”
Smelt is wel blij met de gemeentelijke aandacht voor het water tegenwoordig, en ook met watersportprojecten in het programma Rivieroevers. „Eindelijk, zou ik zeggen, en ik bedoel dat positief. De visie is er nu wel, maar er ontbreekt nog een integrale aanpak bij alle partijen.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data59106075-fb2567.jpg)
Een voorstel voor een goede aanpak werd vorig jaar gedaan door de Rotterdamse Watermakers, een collectief van ondernemers, ontwikkelaars, stedenbouwkundigen en architecten. Initiatieven komen niet van de grond, door een woud aan regels en onduidelijkheid over het aanspreekpunt binnen de gemeente, stelden ze in een manifest. De Watermakers riepen de gemeente op om een ‘wethouder Water’ aan te stellen plus een ‘Waterloods’: één loket waar initiatiefnemers terecht kunnen voor informatie, ontheffingen en vergunningen.
Waterval
Ondernemer Waterval is een van die Watermakers en was erbij toen het manifest werd overhandigd aan wethouder Bas Kurvers (bouwen en wonen, VVD). „Het manifest heeft wel wat losgemaakt, in de zin dat de gemeente zich meer bewust is van wat er speelt”, zegt hij. „De gemeente kijkt met een vastgoedblik en kan prima werken met grotere ontwikkelaars, zoals nu met dat Floating Office en misschien een Maritiem Centrum in de Rijnhaven. Maar de gemeente vindt het moeilijk met kleine partijen om te gaan, terwijl die juist vaak de juiste reuring geven. De komende tijd moet bewijzen of het voor hen echt makkelijker gaat worden met waterplannen.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data72081513-ed19b3.jpg|https://images.nrc.nl/nTBA8lg1QyMxIsv8P74mzWE7VbU=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data72081513-ed19b3.jpg|https://images.nrc.nl/THXOFnnEap3OscPgSoJe2lBGRgI=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data72081513-ed19b3.jpg)
Een hulpmiddel daarbij moet de ‘Wateratlas’ worden die de gemeente nu aan het afronden is, een inventarisatie van de mogelijkheden en beperkingen op het water. Die atlas is bedoeld voor ondernemers, om ze voor een bepaalde activiteit bijvoorbeeld te verwijzen naar het Havenbedrijf. Maar de atlas is ook voor de gemeente zelf. „De atlas gaat ons helpen bij nieuw beleid binnen bestaande wet- en regelgeving en rekening houdend met verschillende belangen”, aldus de woordvoerder van Kurvers. „De atlas, de analyse en de agenda die daaruit volgt - wat willen we waar en waarom? - helpt ons bij grote en kleine ontwikkelingen op en aan het water.’’
Waterloods
Ook het idee van een Waterloods is gehonoreerd. Er komt een „gemeentelijke gids die Rotterdammers die iets willen organiseren op het water of plannen hebben voor een ruimtelijke ontwikkeling de weg kan wijzen”, zegt de woordvoerder.
Hoopvol, vindt watersporter Smelt. „We moeten afwachten of dat loket dan iets te zeggen krijgt en het verschil kan maken. Er bestaat ook de kans dat het zelf tegen de bestuurlijke hindernissen aanloopt.”
Waterval heeft voor zijn Wikkelboats in de Rijnhaven voorlopig een contract voor vijf jaar met de gemeente. Eigenlijk te kort om de investeringen er uit te halen zegt hij. „Het is veel risico en weinig zekerheid, maar daar zeur ik niet over. Als ik niet kan blijven, dan versleep ik ze en hoop ik ze ergens anders te kunnen exploiteren. Dat is het mooie van ondernemen op het water.”