Juist op het moment dat de CDA-top weer een beetje durfde te hopen op tijden van rust, is er in de partij een bom ontploft. Donderdagavond lekte een vernietigende interne notitie uit over de partij van Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt, die al maanden overwerkt thuiszit. In de notitie, 76 pagina’s lang, schrijft Omtzigt dat hij zich geïsoleerd en soms „ronduit onveilig” voelt in de partij.
Omtzigt schreef de notitie voor een partijcommissie onder leiding van Liesbeth Spies die de verkiezingsnederlaag van maart onderzoekt. Omtzigt verloor de lijsttrekkersverkiezing van Hugo de Jonge. Toen die zich terugtrok, werd niet Omtzigt, maar Wopke Hoekstra lijsttrekker. Omtzigt beschrijft dat hij zich door de partij in de steek gelaten voelde. „Fractiemedewerkers en leden hebben Pieter Omtzigt de volgende termen genoemd: psychopaat, zieke man, teringhond, eikel, gestoord, labiel”, staat er. In de notitie staan screenshots van WhatsApp-berichten tussen CDA’ers. In die berichten wordt hevig gescholden op het Kamerlid.
Het Kamerlid schrijft daarnaast dat drie geldschieters, die gezamenlijk bijna 1 miljoen euro bijdroegen aan de campagne, grote invloed hadden op het partijprogramma. „Daar heb ik grote moeite mee.” Die sponsoren waren niet gemeld aan het ministerie van Binnenlandse Zaken, aldus Omtzigt. Ze zouden onder meer „belang” hebben gehad bij wijzigingen in het verkiezingsprogramma. Omtzigt meldt niet om welke geldschieters het gaat.
Omtzigt was volgens de notitie door partijvoorzitter Rutger Ploum beloofd dat hij Hugo de Jonge mocht opvolgen, als die wegviel. Toen De Jonge vervolgens onder druk van partijgenoten opstapte, werd Wopke Hoekstra echter gevraagd lijsttrekker te worden. „Ondanks de belofte van Rutger ben ik op onheuse wijze gepasseerd als lijsttrekker”, schrijft Omtzigt.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/06/data59368239-4ba1f7.jpg)
Formatie ook onzeker
De notitie is niet alleen problematisch voor het CDA, maar kan ook de formatie ernstig in gevaar brengen. Omtzigt speelt daar een gecompliceerde rol in. Het Kamerlid verzet zich tegen een coalitie met de VVD van Mark Rutte, die hij verantwoordelijk acht voor de bestuurscultuur die onder meer de Toeslagenaffaire veroorzaakte. Nu Omtzigt voor vier maanden is vervangen als Kamerlid begint CDA-leider Wopke Hoekstra langzaam in de richting van de VVD te bewegen. Maar het leiderschap van Hoekstra en daarmee diens mandaat in de formatie worden door deze publicatie aanzienlijk aangetast.
Omtzigt is ook in de notitie zeer kritisch over de bestuurscultuur in het kabinet-Rutte III, van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie. Hij schrijft dat een wildgroei aan informele, niet-grondwettelijke overleggen is ontstaan, zoals het maandagse coalitieoverleg, het Catshuisberaad in het weekend en de „akkoordenfabriek”, waaruit onder meer het klimaatakkoord en het preventieakkoord ontstonden. Toen op 22 december 2020 in het Catshuis werd besloten dat alle gedupeerden in de Toeslagenaffaire 30.000 euro overgemaakt zouden krijgen, zakte Omtzigt door zijn hoeven, schrijft hij. Hij vindt de regeling te algemeen, en „niet te verantwoorden richting de belastingbetalers”, omdat veel gedupeerden minder schade ondervonden. Omtzigt noemt de regeling een „dictaat” waar hij geen inspraak in kreeg.
‘Dat doet best zeer’
Het explosieve document toont een politicus die zich al jaren gekleineerd en genegeerd voelt door zijn partij. Omtzigt wordt, zo schrijft hij, ondanks zijn hoge positie niet in belangrijke overleggen betrokken. Partijgenoten mijden hem. Het woordvoerderschap Financiën werd hem „ontnomen”. Belangrijke beslissingen op zijn terrein hoorde hij vaak pas achteraf. Voor overleg met bewindspersonen werd hij vaak niet uitgenodigd. „Dat doet best zeer.”
In een reactie schrijft interim-partijvoorzitter Marnix van Rij dat de notitie „door Pieter Omtzigt op persoonlijke titel is gemaakt”. Hij benadrukt dat de CDA-top het stuk niet kende voordat het werd gepubliceerd in De Limburger. De scheldwoorden waar Omtzigt melding van maakt, noemt van Rij „CDA-onwaardig en daar neem ik als voorzitter met kracht afstand van”. Veel van de kritiek van Omtzigt gaat over de „bestuurlijke onduidelijkheid” in de partij – waar Van Rij orde op zaken moet stellen na het vertrek van Ploum. Omtzigt schrijft dat „persoonlijke vriendschappen en loyaliteit veel te veel de overhand hebben boven professionele samenwerking”.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data71826094-967250.jpg)