Bijna een op de vijf Nederlandse fabrieken kampt in zekere mate met leveringsproblemen, waardoor de productie hapert. Dat blijkt uit een analyse van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek door de ING, die maandag is verschenen. Zei begin 2020 nog 5 procent van de bedrijven moeite te hebben de benodigde materialen binnen te krijgen, daar is dat nu 18 procent. Oorzaak van het tekort aan materialen is een wereldwijde schaarste, vooral van computerchips, elektronicacomponenten, plastics en bepaalde staalsoorten.
Volgens het ING-onderzoek zorgt de schaarste er in combinatie met hogere olie- en gasprijzen voor dat bedrijven veel extra kosten maken. Hierdoor staan de winstmarges dit jaar onder druk. De verwachting is dat fabrieken in de tweede helft van dit jaar weer meer produceren dan eind 2019 het geval was, al hangt dit af van de hoeveelheid productiematerialen die geleverd kunnen worden.
De wereldwijde schaarste blijft mede aanhouden doordat de vraag naar coronagerelateerde producten als thuiswerkvoorzieningen, fitnessproducten, fietsen en elektronica nog altijd groot is. Ook plaatsen bedrijven, met het oog op de leveringsproblemen en de behoefte aan buffervoorraden, ver vooruit. Dit leidt volgens de onderzoekers tot een verdere ordergroei. Daarnaast is er een schaarste aan containers en zijn havens door de grote in- en uitvoer overbelast. De blokkade van het Suez-kanaal, afgelopen maart, heeft deze logistieke problemen verergerd.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/05/data70313951-30f28f.jpg)
/s3/static.nrc.nl/liveblog/files/2021/06/web-0706bincoronablog.jpg)