‘Specifiek’. Emiel de Bont, de Nederlandse gezant voor Syrië, nam het woord meerdere malen in de mond toen hij zaterdag in de Koerdisch-Syrische stad Qamishli aankwam om de in Gouda geboren IS-ganger Ilham B. (27) en drie jonge kinderen op te halen.
„Dit is een heel specifieke consulaire missie omdat een Nederlandse rechtbank beslissingen heeft genomen in deze specifieke zaken”, aldus De Bont, die door de plaatselijke Koerdische autoriteiten werd ontvangen in een glimmend kantoor met airconditioning. Op Twitter circuleerden beelden van Ilham B. die in een donker gewaad en met een mondkapje op naar binnen wordt geleid en van het konvooi witte Toyota Landcruisers dat de compound even later weer verlaat.
Het was voor het eerst dat Nederland een eigen missie stuurde om een Syriëganger op te halen – eerder werden alleen twee weeskinderen opgehaald met behulp van de Fransen. Maar, zo moest ook het woordje ‘specifiek’ duidelijk maken, dit betekent niet dat Den Haag zich nu wil ontfermen over de 44 andere Syriëgangers – mannen en vrouwen – en 75 kinderen die nog gevangen worden gehouden in Koerdische kampen. In een brief aan de Tweede Kamer spraken de demissionaire ministers Grapperhaus (Justitie, CDA) en Kaag (Buitenlandse Zaken, D66) over een „uitzonderlijke gelegenheid” voor deze „speciale operatie”, die onder „zeer complexe omstandigheden” zou zijn uitgevoerd.
Wat er zo complex was aan de operatie, werd niet toegelicht.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/04/data70180899-352490.jpg)
De kampen waar de vrouwen en kinderen in verblijven, worden al jaren bezocht door journalisten, hulpverleners en de Nederlandse inlichtingendiensten. Andere landen, waaronder Duitsland, Frankrijk en Rusland, wisten al honderden van hun burgers zonder problemen te repatriëren.
Politieke weerstand
In Nederland stuit het terughalen van jihadisten – ook de vrouwen en kinderen – echter op politieke weerstand. „Over dit bericht moet zo snel mogelijk opheldering komen van het kabinet”, twitterde Justitiewoordvoerder Anne Kuik (CDA). „Hier is het laatste woord nog niet over gesproken”, meldde haar VVD-collega Ingrid Michon.
Zowel het kabinet als de Tweede Kamer zijn verdeeld over wat er moet gebeuren met Nederlandse jihadisten die worden vastgehouden in Koerdische kampen. Vooral het conservatieve deel van de Kamer maakt zich druk over het potentiële gevaar dat van hen uitgaat. Moties om in ieder geval de kinderen te repatriëren stuitten daarom op een veto van onder meer CDA en VVD. Diezelfde partijen stemden echter tegen een PVV-motie om alle pogingen om de uitreizigers terug te halen onmiddellijk te staken.
In 2019 spanden de advocaten van 23 vrouwen een kort geding aan tegen de staat om te eisen dat zij en hun 56 kinderen worden teruggehaald. De rechter stelde hen aanvankelijk in het gelijk, maar de Hoge Raad trok later een streep door dat besluit.
Veel Nederlandse vrouwen en kinderen verbleven aanvankelijk in het Koerdische kamp Al Hol, waar ruim 60.000 mensen onder erbarmelijke omstandigheden bij elkaar zitten. Een aantal van hen wist te ontsnappen en verdween onder de radar. De rest werd vorig najaar overgebracht naar het iets beter georganiseerde Al Roj, waar nu nog zo’n 25 vrouwen en hun kinderen vastzitten. Volgens de NCTV is het in het belang van de nationale veiligheid om hen te repatriëren. Niet alleen om ontsnappingen te voorkomen, maar ook omdat de jongere kinderen in de kampen in rap tempo dreigen te radicaliseren.
„Dat wij nu maar een vrouw en drie kinderen ophalen, wijst vooral op de onwil van dit kabinet”, stelt Elpiniki Kolokatsi, de advocaat van een vrouw die nog in een kamp zit. „Anders valt niet te begrijpen dat je zo’n onderneming optuigt en vervolgens alle anderen laat zitten.”
Het Nederlandse Openbaar Ministerie zal het daar mee eens zijn. Het OM, zo laat een woordvoerder van het Landelijk Parket weten, beschouwt iedere Nederlander die zich heeft aangesloten bij de Islamitische Staat als een verdachte van een terroristisch misdrijf. Jihadgangers – ook vrouwen – kunnen niet alleen worden vervolgd voor deelname aan een terroristische organisatie, maar ook voor het voorbereiden van een terroristisch misdrijf. „De redenering daarbij is dat als een vrouw eten heeft klaargemaakt of voor de kinderen heeft gezorgd, ze het haar man heeft mogelijk gemaakt om te strijden voor IS”, zo zegt advocaat André Seebregts, die verschillende verdachten bijstaat.
In de afgelopen jaren zijn verschillende teruggekeerde jihadisten veroordeeld. Maar het OM vervolgt ook Syriëgangers die nog niet in Nederland zijn, zo vertelt Tamara Buruma, de advocaat van Ilham B.. Als de verdachte daarmee instemt, kan de zaak bij verstek worden afgehandeld. Als de verdachte daar níet mee akkoord gaat is er een probleem: een verdachte heeft het recht aanwezig te zijn bij zijn proces. Zo ook Ilham B. uit Gouda. Al in januari 2018 diende haar advocaat een verzoek in bij de Rotterdamse rechtbank met het verzoek om de strafzaak tegen B. te beëindigen, als ze niet aanwezig zou kunnen zijn.
Brandbrief
In de zomer van 2019 stuurde het Landelijk Parket een brandbrief naar Grapperhaus over de vervolging van tien Nederlandse IS-vrouwen in de kampen in Noord-Syrië. Die vervolging loopt gevaar, zo liet het OM Grapperhaus weten. De rechter heeft de zaak-Ilham B. al verschillende malen uitgesteld. Op zitting heeft het OM verwezen naar een reactie van de regering, die stelt dat „de terugkeer naar Nederland van de tien Nederlandse vrouwelijke uitreizigers (...) momenteel niet op een veilige en verantwoorde manier gerealiseerd kan worden”.
Maar dat argument komt niet erg sterk over, schrijft het OM, aangezien andere landen „waarvoor dezelfde veiligheidssituatie geldt” wél jihadisten hebben opgehaald. Het parket laat er geen twijfel over bestaan: als de officier bij een volgende zitting geen nieuwe argumenten kan presenteren, dan zou het geduld van de rechtbank wel eens op kunnen zijn – en kunnen de zaken tegen de IS-vrouwen worden stopgezet: „Betrokkenen blijven hiermee straffeloos voor de ernstige misdrijven waarvan zij worden verdacht.”
Ilham B. werd teruggehaald om dit scenario te voorkomen, zo bevestigden ook Kaag en Grapperhaus in hun brief aan de Kamer. De zaak tegen B. zou op 17 juni opnieuw ter zitting komen. Nu ze daarbij aanwezig zal zijn, kan haar proces alsnog doorgaan en wordt straffeloosheid voorkomen.
Maar de logica achter dit zogenaamd ‘specifieke’ geval gaat net zo goed op voor alle andere vrouwen, stelt advocaat André Seebregts, die meerderen van hen bijstaat. Ook hun zaken dreigen volgens hem te worden afgesloten als Nederland hun repatriëring alsmaar en zonder nieuwe argumenten blijft uitstellen.
„We hebben nu een sterk precedent te pakken”, aldus Seebregts. „De staat heeft laten zien dat repatriëring wel degelijk veilig is en geeft aan straffeloosheid koste wat het kost te willen voorkomen. Wij zullen nu meteen doorpakken om te eisen dat ook alle andere vrouwen en kinderen worden opgehaald.”