Het Amerikaanse ministerie van Justitie heeft in 2017 telefoongegevens getapt van vier journalisten van The New York Times. De krant meldde woensdagavond (lokale tijd) dat de regering-Trump op basis van de belgesprekken probeerde te achterhalen welke bronnen de verslaggevers benaderden voor hun berichtgeving. De huidige president Joe Biden heeft dat bevestigd.
In totaal zou het ministerie vier maanden lang gegevens in het geheim hebben afgetapt. Dat gebeurde in het kader van een onderzoek naar een lek over de Russische inmenging in de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016, toen Trump werd verkozen. Het is niet de eerste keer dat naar buiten komt dat Trump uit was op persoonlijke data van journalisten. Vorige maand maakte het huidige ministerie van Justitie bekend dat in het Trump-tijdperk e-mailverkeer en telefoongegevens van verslaggevers van CNN en The Washington Post in beslag werden genomen.
Hoofdredacteur Dean Baquet van The New York Times veroordeelt de acties van de vorige Amerikaanse regering. Volgens Baquet ondermijnen die „de persvrijheid grondig” en zorgen ze ervoor dat bronnen niet meer willen praten met de pers. De hoofdredacteur stelt dat de krant afhankelijk is van informatie van ingewijden om de regering te controleren. Ook de huidige president Biden keurt de acties af. Hij beloofde dat ten tijde van zijn presidentschap zulke praktijken niet zullen worden plaatsvinden.