De Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur is kritisch op de plannen voor een nieuw stadsmuseum in de Centrale Bibliotheek. Het adviesorgaan van het stadsbestuur vreest dat wéér een „niet functionerend museum” wordt weggestopt in een „niet functioneel gebouw”.
Vorig jaar adviseerde de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur (RRKC) de subsidie voor het Museum Rotterdam terug te schroeven van ruim 3,5 miljoen euro naar bijna 1,2 miljoen per jaar. Met dat bedrag kan alleen de collectie worden beheerd en de dependance 40-‘45 NU aan de Coolhaven worden opengehouden. „Het museum was niet meer acceptabel”, zegt RRKC-voorzitter Jacob van der Goot. De gemeente volgde, ondanks protest, het advies. Het betekende het einde van het museum, gevestigd in het Timmerhuis, achter het stadhuis.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data61737812-fa0351.jpg)
„Rotterdam verdient een goede stadsmuseale functie”, zegt hij. „Om de verhalen van deze stad aan bezoekers, nieuwe en oude bewoners te vertellen.” De crisis als gevolg van de sluiting van het museum is ook een kans, denkt hij. „Om een museum te ontwikkelen met reuring, dat bruist, relevant is en verschillende groepen Rotterdammers aanspreekt.” Daarom adviseerde de RRKC de komende vier jaar 700.000 euro per jaar te investeren in plannen voor een nieuw stadsmuseum. Dat advies nam de gemeente over.
Grootste angst
Het stadsmuseum is dood, leve het stadsmuseum – maar dan wel anders. En daar zit de grootste angst van het adviesorgaan: de gemeente neemt te weinig tijd om een nieuw concept uit te werken. En door voor te sorteren op een toekomstig stadsmuseum in de Centrale Bibliotheek ligt de nadruk te veel op de locatie en niet op de functie van het museum.
De RRKC vreest voor herhaling. Al kan een stadsmuseum in de bibliotheek best de uitkomst zijn. „Maar als je nu haasje repje voor dit gebouw kiest, ontstaat dezelfde situatie als bij het Timmerhuis”, zegt Van der Goot. Durf te experimenteren, zegt hij. „Anders loopt het nieuwe stadsmuseum vast in dezelfde groeven van de plaat.”
Het plan om het stadsmuseum nieuwe stijl te vestigen in de bibliotheek werd eerder genoemd door de gemeente en staat in het advies van verkenner Johan Moerman. Hij kreeg de opdracht onderzoek te doen naar een ‘nieuwe stadsmuseale functie’. Het museum moet met debatten, tentoonstellingen in de wijk en bijeenkomsten een grotere rol gaan spelen, stelde hij. En er moet weer een fysiek stadsmuseum komen.
Kansrijke optie is een ‘Huis van de geschiedenis’, een samenwerking tussen onder meer Museum Rotterdam, Stadsarchief en Archeologie Rotterdam – ín de bibliotheek.
Een andere mogelijkheid voor het nieuwe museum is een ‘Huis van de stad’, waarbij erfgoedinstellingen samenwerken met de bibliotheek om debatten en activiteiten te organiseren over gebeurtenissen in de stad – eveneens in de bibliotheek.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data67282957-4eb002.jpg)
Door een verbouwing (afgerond in 2028) ontstaat daar ruimte. „Andere opties dan de bibliotheek zijn er niet zoveel”, zegt Moerman. En: „In de bieb vermengen zich publieksstromen. Het is een plek waar alle Rotterdammers zich thuis voelen. Het ligt dicht bij OV. Dit soort kansen zijn er niet ieder jaar en het museum moet wel weer een plek krijgen.”
Uitnodigend en zichtbaar
Het nieuwe onderkomen moet dan wel „uitnodigend, zichtbaar en herkenbaar” zijn, vindt verkenner Moerman. Om te voorkomen dat het museum, net als in het Timmerhuis, opnieuw wordt weggestopt in een groter gebouw. „Als dat niet lukt moeten we naar een andere plek op zoek.”
Hij begrijpt de zorgen van de RRKC die het te snel vindt gaan. „Maar deze kans komt nu voorbij.” De gemeente heeft half mei een kwartiermaker aangesteld om de verschillende scenario’s verder uit te werken en de kosten van het nieuwe museum te berekenen.
Cultuurwethouder Said Kasmi (D66) verwacht dat de kwartiermaker eind september klaar is. Die haast is nodig omdat het plan eventueel verwerkt moet worden in de bouwplannen van de bibliotheek, schrijft hij in een brief aan de raad.
De RRKC is ontevreden. Het plan moet eerst beter uitgediept worden, vindt Van der Goot, vóórdat gesproken kan worden over een locatie. „Toen wij de verkenning lazen, dachten we: nee, nee, dit is niet wat wij voor ogen hadden.”
Hoe moet het dan wel? Stel in plaats van een kwartiermaker een of meerdere stadscuratoren aan, adviseert de RRKC. „Een team bestaande uit twee inhoudelijk sterke curatoren én een zakelijk talent.” Zij kunnen zorgen voor „goede, inhoudelijke tentoonstellingen” en debatten en activiteiten „die breder zijn dan één museum”, zegt Van der Goot.
Gewoon aan de slag gaan
„Denk bijvoorbeeld aan het slavernijverleden”, zegt beleidsadviseur Marc Fonville van RRKC. „Meerdere onderzoeken daarover zijn inmiddels gepubliceerd. Maar dat kun je ook vormgeven aan de hand van collecties bij Boijmans Van Beuningen en het Maritiem Museum. Zo kunnen we goede verhalen vertellen aan de hand van items uit de verschillende collecties.” Daarvoor is intensieve samenwerking tussen de verschillende musea en instellingen nodig, iets dat de RRKC miste in de eerste verkenning.
Directrice Simone da Silva van erfgoedplatform Dig It Up adviseert gewoon aan de slag te gaan. „Er is geld beschikbaar om na te denken over de rol en functie van een stadsmuseum. Mijn angst is dat dit enkel gebruikt gaat worden voor overleg, adviezen en rapporten”, zegt ze. „En ga hiervoor niet het wiel opnieuw uitvinden, maar betrek verschillende partijen die hier ervaring mee hebben.”