Foto Olivier Middendorp

Op zoek naar het oude laagland

De vooruitgang Een wandeling in etappes door het industrieel erfgoed van Nederland. Aflevering vijf: van de oude werven op de noordelijke IJ-oever naar het oude polderland.

My vision. Bij zo’n naam op een schip denk je eerder aan een motorkruiser op de Kaag, maar het is een bulkcarrier van ruim 200 meter lang. Als een walvis ligt hij op de Damen-werf in Amsterdam-Noord voor een grote beurt.

Het regent, waait en het is ijskoud. Een man in een fluorescerend hesje zet bezoekers een koortspistool tegen het voorhoofd, ze mogen door. Achter het hek klinkt slijpen en ratelen. Eigenlijk net als in het oude lied van de werf: „Klinken held’re hamerslagen/ Ziet men lasschen – branden – zagen/ Bouwen wij schepen voor de koopvaardij!”

Damen, restant van fusiereus NDSM, is de laatste grote scheepswerf op de noordelijke IJ-oever, ooit bezaaid met droogdokken, hellingen en kranen. NDSM bestond tot 1979. Daarna woonden er autonomen en kunstenaars, nu studenten en mensen met een ruimer budget. Aan de rand groeien woontorens. Een ex-dok is jachthaven, met het duizendste filiaal van biefstuk-keten Loetje.

Naast de haven het oude Kraanspoor, een betonnen ‘pier’, waarover kranen reden. Toen architect Trude Hooykaas het in 1997 zag, zou het gesloopt worden. Maar zij zag een onderstel voor een nieuw gebouw, een ruimteschip van glas, en kreeg haar zin.

 

Voormalig dok van de NDSM-werf op de noordelijke IJ-oever. Archiefbeeld: het Kraanspoor met kranen in de NDSM-tijd. Nu Amsterdam Marina; op de achtergrond het Kraanspoor met glazen nieuwbouw van Trude Hooykaas. Stadsarchief Amsterdam en Olivier Middendorp

 

Ik was hier graag geweest toen dit nutteloos land was, laag en leeg, langs een zeearm, letterlijk, open naar de open Zuyderzee. Elke nieuwe storm knabbelde wat van de oevers af. Pas in 1878 werd dit gebied, de Noorder IJpolder, als laatste drooggemalen, twee jaar na de opening van het Noordzeekanaal. De Beemster en de Purmer, met hun rechthoekige stratenplan als in Manhattan, lagen er toen al tweehonderd jaar.

Het idee van deze wandeling: van de voormalige IJ-werven naar het noorden en eens kijken of daar nog iets van het oude laagland is. Het pad gaat langs Zijkanaal I en een dichte rij woonboten met voortuintjes langs de dijk. Hier wordt niet alleen gewoond op het water; er is een hondentrimsalon, en zeker twee B&B’s: ‘Dromen op het water’ en, gewaagder, ‘Sloepdogg’.

Even verderop nog een woordspeling: daar staat het Concertgemaal naast de dijk aan de Kadoelerbeek, een voormalig gemaal. In de hoge pompruimte vinden nu muziekuitvoeringen plaats. Zij het nog zonder publiek maar als stream – wat dan weer past bij een gemaal.

Het dorp Kadoelen ligt geplooid rond een prachtige kleine polder, de Wilmkebreek, een groene enclave, en het enige gebied binnen de ring waar nog echt geboerd wordt. De Kadoelers, lees ik op hun website, voorkwamen dat de nieuwbouw waarmee Amsterdam-Noord tot aan de ringweg is volgewoekerd ook daar toesloeg.

Via de Stoombootweg – ooit was die boot de belangrijkste verbinding met Amsterdam, een gekke gedachte want dit is nu óók Amsterdam – loop ik eindelijk de stad uit, onder de A10 door, en gaat het landschap open. De regen stopt maar het waait zo hard dat de Zuidwestplas een branding heeft. Over een smal dijkje – water aan twee kanten, een sluisje ertussen – bereik ik ’t Twiske.

Meanderende waterlopen, meer water dan land, zegt de kaart, dus ik hoopte op quasi-ongerept oud-Hollands polderland. Dat pakt anders uit. ’t Twiske is een recreatiegebied, wat wil zeggen: fiets- en wandelpaden, een busroute, zorgboerderij en pannenkoekenhuis. De met een plamuurmes vormgegeven ‘ligweides’ hebben een hoog Teletubbie-gehalte. ‘Ontklede recreatie verboden’, zegt een bord. De gedachte alleen al.

Oostelijk ziet het landschap er authentieker uit en mijn hart springt op als zich een zijpad met wit-rode markeringen aandient door een polder die maar net boven water ligt. Maar al bij de eerste brug moet ik omkeren. Verboden toegang tot 15 juli. Broedseizoen. Nog een bord: ‘Bebloemde slootkanten’. De tekst eronder is onleesbaar geworden, zodat die mededeling vreemd in de lucht hangt en ik de neiging onderdruk te roepen: ja, dat zie ik zelf ook wel!

Ik wandel terug, al snel begint de lintbebouwing van Oostzaan. De A10 opnieuw onderdoor die al die tijd in de verte lag te ruisen, en dan ben ik weer in de stad.

Tuindorp Oostzaan, modeldorp uit het interbellum, bedoeld voor de arbeiders van de scheepswerven, lag ooit als een eiland in lege polder. Nu is het een eiland in een nieuwere stad. Op het Zonneplein, hart van de wijk, warm ik op met koffie. Ik steek de weg over en ben weer in de NDSM-wijk. Analoogstraat, Scannerstraat, Toetsenbordstraat. Ik stel me de wethouder voor die hier ooit helemaal los ging op de moderne tijd die binnenkort zou aanbreken.

Wilmkebreekpolder Foto Olivier Middendorp

Twiske, oude veenweiden Foto Olivier Middendorp

Twiske, oude veenweiden Foto Olivier Middendorp

Zonneplein Foto Olivier Middendorp