Brieven

Formatie

Formatielessen van het kabinet-Den Uyl

Brieven

Valt er nog wat te leren van de formatie van een kabinet van bijna een halve eeuw geleden? Jan Schinkelshoek meent van wel (Verandering begint bij de top, 22/5). Met recht en reden, want toen resulteerde een langdurige en moeizame kabinetsformatie in een extraparlementair kabinet dat regeerde van 1973 tot 1977. Voor een vijfpartijenkabinet een uitzonderlijke prestatie, te meer daar de samenwerking van PvdA, ARP, KVP, PPR en D66 niet was dichtgetimmerd in een regeerakkoord. Of wellicht juist daardoor, meent Schinkelshoek.

Als direct betrokkene deel ik die mening. Hoe kon dat dan? Het korte antwoord is: door de mensen die in dat kabinet en daarbuiten politieke leiding gaven. Samen eruit komen bleef bij hen voorop staan, hoe scherp er ook werd gedebatteerd. Was er dan helemaal geen programmatische basis voor dat kabinet-Den Uyl? Toch wel. Niet met een regeerakkoord, maar in plaats daarvan een regeerformule. Die verwees naar zowel het program van de progressieven – ‘Keerpunt ’72’ geheten – als de ‘Schets van beleid’ waarmee de christen-democraten de verkiezingen waarin ingegaan, een en ander in het licht van de conclusies van de formateurs daarover. In feite betekende die kabinetsgrondslag dat de politieke meningsverschillen steeds eerst binnen het kabinet-Den Uyl moesten worden overbrugd en vervolgens in het parlement. Tot vlak voor de verkiezingen lukte dat, mede doordat op minister-president Den Uyl na de politieke leiders Tweede Kamerlid bleven. Gedoogverklaringen werden niet gegeven; dat verschijnsel dateert pas van het kabinet-Rutte I met steun van Wilders’ PVV. Extraparlementair was het kabinet-Den Uyl omdat de voorzitters van de vijf regeringsfracties aan hun partijgenoten die tot dat kabinet toetraden ‘groen licht’ hadden gegeven.

Om in de moeizaam gestarte kabinetsformatie van 2021 verder te komen is het raadzaam naast politieke prioriteiten ook de tegenstellingen helder in beeld te brengen. Blijken die onoplosbaar, dan blijft er de optie van een extraparlementair kabinet waarbij naast een ploeg van mensen die er samen uit willen komen ook conclusies van gezaghebbende formateurs kunnen helpen.


Lijsttrekker en fractievoorzitter PPR (1971-1977)