Recensie

Recensie Beeldende kunst

Witte badkamertegels, een mashup van Rembrandt & Obelix en andere galerietips

Beeldende kunst Uit de vele tentoonstellingen die in galeries te zien zijn, maakt NRC wekelijks een selectie. De meeste exposities zijn zonder afspraak te bezichtigen.

Raquel van Haver, Flower ladies (2018), olieverf, teer, haar, gel, hars, houtskool, krijt, 290 x 180.
Raquel van Haver, Flower ladies (2018), olieverf, teer, haar, gel, hars, houtskool, krijt, 290 x 180. Foto Kersgallery

De beschouwende blik in studeerkamer en festival

Studeerkamer en festival, met wat goede wil zou je kunnen zeggen dat daartussenin het hele leven zich afspeelt: tussen studeren en extase, spelen en leren. In de Amsterdamse Kersgallery hangen ze in ieder geval direct naast elkaar. Gloria, het prachtige portret dat Iris Kensmil in 2016 maakte van antropoloog en BIJ1-lijstduwer Gloria Wekker (in haar werkkamer, beschouwende blik, pen in de hand, boekenkast op de achtergrond) en Flower ladies (2018), het krachtige doek dat Raquel van Haver maakte van het multiculturele Kwaku Festival in Amsterdam Zuid-Oost (felle kleuren, superpasteuze verf, nephaar op het doek geplakt, een ruwe scheur tussen de twee doeken waaruit het werk bestaat).

Beide kunstwerken gaan over kijken, toeschouwen. Van Haver (1989) toont drie mannen die geïnteresseerd twee vrouwen bestuderen, terwijl twee andere dames de boel in de gaten houden. Van Haver schildert, zeker in het middenstuk, voor- en achtergrond in dezelfde intense kleuren, waardoor het als een golf van energie op je overkomt. Het portret van Kensmil (1970) is veel dunner geschilderd, met prachtige details (De ringband van het notitieblok! Die ketting!). Gloria Wekker kijkt, in gedachten verzonken, kalm langs de toeschouwer heen.

Verderop in de galerie is nog een tweede geslaagde combinatie te ontdekken. Nederlands-Syrische kunstenaar Rabi Koria (1988) schildert op keramische tegels. De vlakverdeling van zijn geschilderde collages is intrigerend: soms binnen de kaders van een tegel, soms ruim eroverheen. Loft (2020) bijvoorbeeld, toont een strook bomen over drie tegeltjes, een onrustige zee op één tegeltje en eronder een gekantelde houten vloer die het perspectief openbreekt. Wat je ziet is tegelijk binnen en buiten: je voelt je als toeschouwer prettig niet op je plaats.

Het wit van de tegeltjes waarop Koria schildert contrasteert mooi met de drie duistere fotocollages van kunstenaar, tentoonstellingsmaker en filmmaker Felix de Rooy (1952) in dezelfde ruimte. Zijn Apocalypse (1986), Rape of the earth I en II (beide 1991) zijn duistere fotocollage’s die met mysterieuze figuren en gescheurd papier de uitbuiting van de aarde verbeelden. Minder abstract dan het werk van Koria, maar niet minder intrigerend.

Mashup van Rembrandt & Obelix

Leo Dooren, mash-ups van Rembrandt, Matisse, Asterix & Obelix en Manet. Foto BHAMD!

De Grote Houtstraat in Haarlem is zo’n winkelstraat waarvan Nederland er veel te veel heeft. Kruidvat, Blokker, (wat er nog over is van) Van Haren, veel telefoonwinkels en nog veel meer kledingwinkels. Het soort middenstand dat het dus ook al enige tijd vóór de coronacrisis lastig had, en zo kwam twee jaar geleden een kunstenaarscollectief op het idee om als een soort kunstzinnige anti-kraak een van die leegstaande winkelpanden te gebruiken voor een pop-upgalerie.

BHAMD! heet dit collectief: het staat voor Beeldende kunst Haarlem Amsterdam, Alkmaar en Den Haag. Aanvankelijk waren het vooral de deelnemers aan het collectief die de ruimte vulden, onder het motto ‘Kunst is tegenspraak’. Gaandeweg kwamen er steeds meer kunstenaars, en werden er ook performances gedaan. Daarbij viel een modeshow van Ongoing in 2020 op, waarin het ging om kleermaker Soek, die gekleed werd in zijn eigen ontwerpen. Het zorgde in de context van die winkelstraat voor een absurdistisch geheel.

Twee jaar is lang voor een pop-uplocatie zou je denken, maar BHAMD! zit nog steeds in dezelfde straat, zij het een stukje verderop op nummer 14. Het afgelopen Pinksterweekend opende een nieuwe tentoonstelling met examenwerk van Maud Ramaekers en Leo Dooren. Ramaekers werkt met zeer uiteenlopend materiaal: van karton tot computerkabels. Van haar zijn enkele collages te zien.

Dooren maakt op grote doeken een soort mash-ups met elementen van Rembrandt, Matisse, Asterix & Obelix-figuren en Manet, zoals op het schilderij ‘Black Olympia’, waarbij een zwarte vrouw ligt waar Manet zijn Venusfiguur had geschilderd. Om het bed heen, behalve een olifant en een gorilla, ook enkele toeschouwers die we herkennen van Rembrandts ‘De anatomische les’. Die figuren maken een nogal onvoltooide, om niet te zeggen schetsmatige indruk, maar er gebeurt in elk geval iets, en daarvan is in de rest van die niet-essentiële winkelstraat weinig sprake.

Energie wil naar buiten knallen

Benjamin Francis, The removal of the eye, 2021. Foto Charlott Markus

Het was vast niet zo gepland, maar toch valt het op: de twee installaties die nu bij Pakt in Amsterdam zijn te zien, gaan allebei over concentratie – intense concentratie. Dat begint met het werk van Christine Moldrickx in de grote benedenruimte. Moldrickx, normaal bekend van keramieken sculpturen, exposeert daar twintig schilderijen – of zijn het zeefdrukken? Elk van die twintig is uitgevoerd in maximaal drie kleuren en toont een sterk uitvergroot detail van een foto – een stuk stoep, een tepel. Kijk je langer, dan zie je dat verschillende van de beelden in de reeks in andere kleurstellingen terugkomen – en daarbij net even anders lijken te worden. Dat werkt prachtig: ineens gaan de beelden binnen de installatie allerlei onverwachte verbanden met elkaar aan, beginnen te echoën en met elkaar te praten – en dan staat er in de ruimte ook nog een raadselachtig geel kruiwagentje met een aluminiumfolie-vorm erin. Die komt ook weer op de schilderijen terug– alsof Moldrickx de beelden zo weg kan rijden, de wijde wereld in.

Precies het omgekeerde gebeurt in de minieme expositieruimte bovenin Pakt. Die is door Benjamin Francis (1996, pas vorig jaar afgestudeerd in Arnhem) radicaal getransformeerd. Wanden en vloer zijn bedekt met witte badkamertegels die breken onder je voeten, uit de achter-ruimte, die voor de gelegenheid onder water is gezet, rijst een imposante toren op die aan een model-wolkenkrabber doet denken – uit de onderkant komt stoom.

Over de tegels ligt as, en door de ruimte verspreid staan onbestemde objecten die eruit zien alsof ze de eerste fase van de apocalyps met moeite hebben doorstaan, wat weer prachtig contrasteert met die witte tegels. De ruimte lijkt eigenlijk te klein voor Francis. De energie zindert en lijkt naar buiten te willen knallen, het universum in – en precies die spanning maakt deze installatie enorm goed, zeker voor zo’n jonge kunstenaar. Francis’ The Removal of the Eye is de eerste van drie tentoonstellingen, die hij bij Pakt gaat inrichten – dat wordt een reeks om in de gaten te houden.