Illustratie Rik van Schagen

Interview

‘Het romantische beeld van een bevlogen generatie die de wereld wil veranderen klopt niet’

Robert Dur hoogleraar economie

Zet je in crisistijd je eerste stappen op de arbeidsmarkt? Grote kans dat je geld dan belangrijker vindt dan zingeving. En die voorkeur blijft de rest van je carrière aan je ‘plakken’.

Wat zou een goede vertaling zijn van ‘the impressionable years’? Via een Zoom-verbinding doet hoogleraar economie Robert Dur van de Erasmus Universiteit Rotterdam een poging een alternatieve term te vinden voor de periode tussen je 18de en 25ste levensjaar. „De indrukwekkende jaren? De kneedbare jaren? De beïnvloedbare jaren misschien?” Of misschien is het begrip gewoon niet echt goed te vertalen.

Hoe het ook zij: vanuit de psychologie is duidelijk dat een mens in deze jaren sterk wordt gevormd, of het nu gaat om politieke voorkeuren of wat hij wil bereiken in het leven. Nu blijkt dat als de economie in deze ‘kneedbare jaren’ in crisis verkeert, dat je hele leven effect heeft op wat je belangrijk vindt in een baan. Robert Dur publiceerde er begin deze maand een onderzoeksartikel over, samen met drie co-auteurs van een Duitse, Amerikaanse en Britse universiteit.

Wat is de relatie tussen de economische omstandigheden en wat mensen belangrijk vinden in een baan?

„Wat wij gevonden hebben, is dat mensen in economisch slechte tijden inkomen hoger zetten op het lijstje van wat ze belangrijk vinden in een baan. Maar – en dat is het bijzondere – bij de jongeren van 18 tot 25 jaar blijft dat effect hun hele leven ‘plakken’, ook als de economische omstandigheden veranderd zijn. Dan nóg zal er altijd een stemmetje zijn dat zegt: ik weet hoe het is als de banen niet voor het oprapen liggen, dus ik moet mijn economische zekerheid goed in het oog houden. Andersom werkt het overigens ook. Heb je het geluk dat je de arbeidsmarkt betreedt in gunstige omstandigheden, dan zul je de rest van je leven meer prioriteit geven aan zingeving.”

Hoe groot is dat effect?

„Het is niet dat mensen als een blad aan een boom omdraaien als de economie opeens slechter wordt, maar de gemiddelde score zie je meebewegen met de economische omstandigheden. De onderzochte populatie van 19.000 mensen gaf in de tijdsperiode van 1973 tot 2014 aan wat ze belangrijk vinden in hun werk door vijf baankenmerken te rangschikken – naast zingeving en inkomen ook de werkuren, kans op promotie en baanzekerheid. In slechte omstandigheden duikelt de zingeving naar beneden, bij één op de zes mensen zelfs een volle rang. Gaat het weer beter, dan gaat het weer omhoog. Dat is misschien geen reusachtig effect, maar op een grote populatie gaat het toch om wezenlijke aantallen. Ik zie het als één stukje van een grotere puzzel.”

De studie is gedaan met Amerikaanse data. Kunnen we daarmee conclusies trekken over Nederlanders?

„Dat is niet met zekerheid te zeggen. Voor Nederland zijn dit soort data helaas niet beschikbaar. Maar in een gerelateerde nieuwe studie van mij en twee co-auteurs, die óók gaat over de invloed van de economische omstandigheden op de kneedbare jaren, vinden we wereldwijd min of meer vergelijkbare effecten, of we nu focussen op rijke of arme landen of op hoog- of laaggeschoolden. Dat blijkt behoorlijk universeel.”

Kun je de huidige coronapandemie vergelijken met vroegere crises?

„Nee, het is echt anders. Om te beginnen zijn de economische cijfers atypisch. De schok die sectoren als horeca of entertainment te verwerken krijgen, dat is ongekend. Niet eerder was daar zo’n grote schok. Daarnaast zijn er de omvangrijke steunpakketten die deze situatie ook bijzonder maken. De faillissementen en werkloosheid blijken toch allemaal veel minder heftig dan gedacht. Wel is er veel onzekerheid over de toekomst, dat is vergelijkbaar met een ‘gewone’ crisis.”

Gaan dan door deze crisis de jongeren die nu in hun ‘kneedbare jaren’ zitten, later ook meer prioriteit geven aan inkomen?

„Ja, dat denk ik wel, maar de mate waarin, zal sterk afhangen van hoe deze crisis zich verder ontwikkelt. Als straks de samenleving weer opengaat, iedereen optimistisch is en de economie goed draait, dan zal dat effect misschien niet heel substantieel zijn. Maar goed, het zou ook weleens tegen kunnen vallen.

„Overigens, wat we ook duidelijk in onze data zien, is een algemeen leeftijdseffect, dat losstaat van de economische omstandigheden. Het zegt dat mensen bij de start van hun carrière inkomen belangrijker vinden en gedurende hun loopbaan meer om zingeving gaan geven.”

Het beeld dat jongeren idealistisch zijn en geld hen niet zo boeit, klopt dus niet?

„Nee, dat vond ik zelf ook een verrassende conclusie. Er bestaat toch een romantisch beeld van een bevlogen generatie jongeren die de wereld wil veranderen. Maar als je naar onze representatieve steekproef kijkt, dan is het tegenovergestelde waar. En dat blijkt telkens weer te gelden voor iedere nieuwe generatie. De jongeren van nu lijken verdraaid veel op de jongeren van vroeger.”

Lees ook: ‘Ik ben zelf een millennial, maar ik ben tegen de millennialcultuur’

En wat u zelf betreft: hebben de economische omstandigheden invloed gehad op wat u belangrijk vindt in een baan?

„Ik was klaar met mijn studie in 1996 en ging meteen promoveren. In die tijd ging het economisch helemaal niet slecht. Voor mij zou dus de voorspelling zijn dat ik zingeving heel belangrijk vind, en nou, dat is ook het geval! Haha. Ik ben gaan promoveren omdat ik op zoek was naar een inhoudelijke onderzoeksbaan en niet zozeer naar een plek om veel geld te verdienen. Alleen denk ik dat het in mijn geval niet zoveel met die economische omstandigheden samenhangt. Ik heb vanaf de middelbare school economie al zo ongelooflijk boeiend gevonden, dat ik dit pad altijd zou hebben gevolgd, ongeacht of de economie er goed of slecht voor stond.”