Latijn
Blijft een lastige taal
Wat goed dat er weer eens wat aandacht is voor Latijn (‘Ik hoop dat ze een voorbeeld nemen aan het schrijfwerk van Cicero’, 20/5). Wat jammer dat het stukje over het eindexamen in dat vak weinig bijdraagt aan begrip, en niet alleen bij hen die het Latijn niet beheersen. De opvallendste vraag volgens het stuk heeft betrekking op een – in het Latijn weergegeven – passage uit de rede Pro S. Roscio Amerino van Cicero, maar die passage wordt niet vertaald, en het antwoord op de vraag naar een vermeende a fortiori-redenering in die passage blijft achterwege. Cicero stelt dat iedereen onder zijn gehoor weet dat het Romeinse volk, dat eens de reputatie had zachtmoedig te zijn jegens zijn vijanden, tegenwoordig tegenover zijn eigen burgers wreed is. Een a fortiori-redenering is in het citaat niet uitdrukkelijk te lezen. Dat zou het geval zijn geweest als Cicero zou hebben bepleit de eigen burgers minstens zo vriendelijk te behandelen als de vroegere vijanden. Het vraagt nogal wat van een eindexamenkandidaat te begrijpen dat Cicero dit impliciet bedoelt. In de tekst staat immers slechts de feitelijke constatering dat de eigen burgers er slechter aan toe zijn. Overigens zal Fik Meijer niet gesproken hebben over een oratie pro domo, maar over een oratio pro domo. Het blijft een gevaarlijke taal, dat Latijn.
Namen
Meisjes blijven meisjes
Vrouwen worden op het werk vaker gekleineerd dan mannen, schrijft Japke-d. Bouma (De 12 dingen die je niet tegen een vrouw kunt zeggen, 21/5). Vooral het gebruik van verkleinwoordjes wordt als storend ervaren. Eigenlijk gaat het op jonge leeftijd al mis. We beginnen als jongetjes en meisjes, maar jongetjes worden al gauw jongens terwijl een meisje in het spraakgebruik een meisje blijft. En dan zijn er nog de vele meisjesnamen, nooit jongensnamen, die zijn verkleind en die je als volwassene meeneemt: Noortje, Brechtje en Eefje maar ook Ineke, Marieke en Nynke. Dan sta je op je vijftiende eigenlijk al 2-0 achter.
Vogelfotografie
Schiet voorzichtig
Siegfried Woldhek vertelt in De camera ratelt als een mitrailleur (22/5) over zijn passie voor vogelfotografie. En wat een fraaie beelden levert dat op! Maar er zit aan vogelfotografie ook een duistere kant. Te vaak staan fotografen veel te dicht bij de nestplaats van een vogel, met groot risico op verstoring. Op de Hoge Veluwe maken we dat mee bij de nestholte van een draaihals, een mooi en ernstig bedreigd spechtje. Dat belemmert de fotografen niet om zich op 10 à 20 meter van het nest op te stellen, soms wel met 20 tot 30 (meestal) man, al dan niet met camouflagepak en bomgordel. (Of is dat corpulentie?) En dat ondanks bordjes met het verzoek voldoende afstand te houden. Vorig jaar is het nest van een rode wouw, een prachtige en in Nederland zeldzame roofvogel, heel waarschijnlijk door vogelfotografen verstoord. Daarom: laat zowel wandelaar, vogelaar als toezichthouder deze onverantwoordelijke fotografen aanspreken op hun gedrag. Opdat de camera niet meer ratelt als een verstorende mitrailleur.
Geriatrie
Gezond leven is puzzel
„Prima, zolang je de consequenties van je eigen keuze maar accepteert. Als je niet afvalt en je blijft te zwaar, krijg je geen nieuwe knie.” Dit soort oneliners misstaat niet in de kroeg, maar van een hooggeleerde dame mag meer nuance verwacht worden. Professor Andrea Maier (‘Ik heb diep respect voor het coronavirus’, 22/5) weet ook dat niet ziek worden geen verdienste is, maar een voorrecht en dat het volgen van een gezonde leefstijl een complexe puzzel is. Of is dat moeilijk te bevatten voor iemand die gebruikmaakt van „haar vermogen om systemen te doorgronden en oplossingen te vinden”? Daar gaat míjn bloeddruk nu van omhoog.
Correcties&aanvullingen
Maatschappijkunde
In de examenrubriek ‘Vragen stroken deels niet met politieke praktijk’ (21/5, p. 11) stond dat oud-VVD-politicus Klaas Dijkhoff het vmbo-examen maatschappijkunde woensdag had gemaakt. Dat moet donderdag zijn.