‘Ik begrijp wat het is om je tweederangs te voelen, niet áf’

Dit ben ik Iedereen heeft verschillende identiteiten. Hoe worden we wie we zijn? Deze week Janny Hanegraaf, die mensen restaureert.

Foto Merlin Daleman

‘Ik ben opgegroeid in een hardwerkend Brabants boerengezin, we hadden een groot bedrijf met melkkoeien. Ik was linkshandig, wat niet mocht. Op de kleuterschool kreeg ik een tik op mijn vingers als ik met links schreef. De nonnen leerden ons met rechts te borduren. Stiksteekjes, kruissteekjes – dat fijne handwerk lag mij, zelfs met rechts. Wij hadden thuis wat schapen en een spinnewiel voor de sier. Ik leerde mezelf spinnen, maakte draad van die vette wol.

„Op de middelbare school kreeg ik tekenen van illustrator Guus Ong. Hij vond dat ik er verder mee moest gaan, maar dat lag thuis niet zo lekker. Het kunstzinnige was ook niet mijn wereld, al trok het me wel aan. Als we met school naar Den Haag of Amsterdam gingen, wilden klasgenoten de stad in maar ik ging liever naar musea. Toch heb ik het creatieve laten vallen en ben ik een lerarenopleiding gaan doen, in de vakken gezondheidskunde en omgangskunde.

„Later heb ik grafische opleidingen gedaan. Ik ben intercedent geweest op een uitzendbureau. Ik heb een reclamebureau gehad, campagnes bedacht, advertenties getekend. Tot mijn huid zo erg werd dat ik om medische redenen moest stoppen.

‘Zolang ik me kan herinneren heb ik last van eczeem. Een huidprobleem beheerst je, je kunt er niet omheen als je in de spiegel kijkt. Je wordt nagewezen, zeker als je jong bent. In de puberteit ben ik mijn haren uit gaan trekken zoals een ander nagels bijt. Had ik een gat op de ene plek, ging ik verder op de andere plek. Op een gegeven moment droeg ik een haarstukje om het te verbergen. Ik was over de twintig toen ik erachter kwam dat er een naam voor is: trichotillomanie.

„Je huid en haar bepalen sterk je identiteit. Mensen kenden mij niet anders dan met rode vlekken in mijn gezicht. Je hebt het gevoel dat je een soort melaatse bent. Je durft niet naar voren te treden, je verschuilt je, schaamt je. Dan ben je blij als je aandacht krijgt, ook al is het van de verkeerde. Toen ik trouwde wist ik: dit ga ik niet volhouden tot het eind. Mijn interesse in kunst, muziek vond ik niet terug bij mijn man. Maar ik dacht: dit is het, meer zit er voor mij niet in.

Een huidprobleem beheerst je, je kunt er niet omheen

„Rond mijn 35ste zag ik een documentaire die mijn leven heeft veranderd. Het ging over reconstructie van de borst na borstkanker en je zag ook iemand een tepeltatoeage te maken, een tekening van een tepel op de nieuwe borst. Ik wist ineens: dát wil ik doen. Ik volgde de ene opleiding na de andere en zo is dat mijn vak geworden, nu al vijftien jaar lang.

„Eerst moest ik het cosmetische kunnen. Wenkbrauwen tekenen, bijvoorbeeld voor mensen met alopecia, gedeeltelijke kaalheid. Zij worden nagestaard, ze zien eruit als chemopatiënten. Dan moet je iets fijns tekenen waardoor het lijkt alsof ze wel wimpers en wenkbrauwen hebben. Zo onzichtbaar mogelijk moet je een tekening te maken. Mensen moeten niet te horen krijgen: ‘wat zijn je wenkbrauwen mooi getekend’, maar: ‘wat zie je er goed uit’.

„Toen ik dat kon, kon ik door naar het medische. Ik werk vast voor een plastisch chirurg in Antwerpen. Als hij een nieuwe borstvorm heeft gemaakt, kan ik de tepel erop tekenen. Ik doe dat met verschillende kleuren pigment, zodat het lijkt alsof je de welving van de tepel ziet. Soms is de andere borst er nog. Dan moet ik die tepel kopiëren.

„Het is een semi-permanente tatoeage. Een kunstwerkje in huid is anders dan op papier. Na verloop van tijd zie je dat het pigment een klein beetje gaat migreren in de huid. Zoals vulpeninkt op papier. Dan moet ik het weer een beetje bijwerken.

‘Ik ben geen schoonheidsspecialiste, maar specialist permanente make-up. Dat vak ben ik ingerold omdat ik heel goed kan begrijpen hoe het voor anderen is om in de spiegel te kijken en je tweederangs te voelen, niet compleet. Ik restaureer mensen. Ik help vrouwen het leven weer op te pakken, weer áf te zijn. Als ik het resultaat laat zien in de spiegel komen vaak de tranen. Dat is een intiem moment, ook al ben je vreemden van elkaar.

„Mijn eczeem is de laatste tien jaar sterk verbeterd. Ook doordat ik mijn huwelijk heb opgegeven. Mijn huidige man ken ik van een cursus kunstgeschiedenis. We gaan graag naar North Sea Jazz, musea, we reizen daar zelfs voor.

„Trichotillomanie gaat nooit over. Als ik in de auto zit en mijn haren voel met mijn vingers weet ik welke grijs zijn. Die sorteer ik en ik trek ze uit. Dat doet op de een of andere manier geen pijn. En het haar groeit terug. Tegenwoordig leg ik het gewoon uit aan mensen. Het komt meer voor dan je denkt. Verschillende van mijn cliënten bleken het ook te hebben.

„Werken met mijn handen, vaak met groene latex handschoenen, helpt me mijn eigen huid- en haarproblemen onder controle te houden. Ik ben heel tevreden met wat ik doe. Omdat anderen ook weer blij worden als ze zichzelf in de spiegel zien.”

Aanmeldingen: ditbenik@nrc.nl