Hoe voelt iemand zich die net is gevaccineerd? Ik had verwacht: euforisch. Volledig beschermd ben je niet direct, maar de redding is nu onomkeerbaar nabij – nog heel even volhouden. Dat niet iedereen dit zo ziet, ontdekte ik vorige maand bij de uitgang van een vaccinatiehal. Ik vroeg mensen er naar hun prikervaring, maar deze mijlpaal leek ze onberoerd te laten. Of ze het gingen vieren? Neuhhh. Sommigen keken me onderzoekend aan, alsof ze dachten: wat is dit voor hysterische vrouw?
Deze maandag was ik zelf aan de beurt. Van opwinding had ik de halve nacht wakker gelegen, bezweet en te vroeg arriveerde ik op de locatie. Dit is het moment waarop ik 431 dagen heb gewacht, dacht ik terwijl ik mijn mouw opstroopte. Opletten nu. Ik was nog niet uitgedacht, of het prikje was voorbij. „Pardon, kunt u het nog een keer doen?” wilde ik bijna zeggen, maar de prikmeneer dirigeerde me al richting de nazorgzaal. Daar hing hetzelfde business as usual-sfeertje als in de vertrekhal van een vliegveld: mensen staarden voor zich uit of handelden werktelefoontjes af.
Jullie zijn stuk voor stuk ongelooflijke geluksvogels, wilde ik tegen ze zeggen. Aan het begin van de pandemie zeiden deskundigen dat het minstens één à anderhalf jaar zou kosten om een goed vaccin te ontwikkelen – in het meest positieve scenario. Het snelste vaccin tot dan toe, voor de bof, was in vier jaar gemaakt. Maar het kon ook mislukken; in dat geval kon de ellende nog jaren duren.
Vervolgens hadden we alleen maar geluk. Vanwege de wijdverbreidheid van het virus was er aan geld én aan proefpersonen geen gebrek – anders dan bij bijvoorbeeld ebola. Er waren al vaccins in de maak tegen andere coronavirussen, en de net nieuwe mRNA-technologie bleek goed te werken. Het ene na het andere vaccin was niet alleen vliegensvlug klaar, maar presteerde ook nog eens ver boven verwachting: onderzoekers hoopten op een werkzaamheid van minstens 50 procent en kregen rond de 90 procent.
Daar kwam nog het geluk bovenop dat we in een land wonen dat voldoende vaccins naar binnen wist te harken. Terwijl in heel Afrika 2 procent van de bevolking is geprikt, zal in Nederland deze zomer iedereen die dat wil gevaccineerd zijn. Wij westerlingen trekken, zoals we gewend zijn, weer eens aan het langste eind.
Weten Nederlanders wel wat voor mirakel dit is? In de nazorgzaal wijst niets daarop, en elders klagen mensen dat het zo langzaam gaat en zo rommelig. Straks kunnen we niet op vakantie, zeggen ze. De auto is langs de afgrond gescheerd, maar op de achterbank zeuren ze ‘zijn we er al?’. De afgrond hebben ze niet eens gezien.