Een jonge ondernemer zag zijn bedrijf vorig jaar instorten. Op 30 juni werd het failliet verklaard. Dat bleek nog maar het begin van zijn problemen. En bij alles wat er misging, was in zijn ogen steeds de curator betrokken. Om de negatieve spiraal te doorbreken, vroeg hij de rechter de curator te ontslaan.
Wat ging er allemaal mis? De ondernemer kreeg geen Vrij Te Laten Bedrag (VTLB), geld waarover iemand bij een faillissement vrij kan beschikken, dat buiten de boedel wordt gehouden. Verder zou de curator allerlei toeslagen, zoals zorgtoeslag en steun via de TOZO-regeling bij de ondernemer weghouden. De curator zou de ondernemer ook hebben geïntimideerd en uitgescholden. En de ondernemer zat in december even in de cel, ook door toedoen van de curator, is zijn stellige overtuiging.
De lijst met klachten gaat nog door, maar de rechter gaat op geen enkel punt met de ondernemer mee. Veel ligt niet in handen van de curator, maar van de rechter-commissaris, legt de rechtbank Den Haag uit, zoals de voorlopige hechtenis. Over de intimidatie en het schelden zegt de rechter dat de curator „het hele palet van behoorlijke communicatiestijlen ten dienste [staat], van een vriendelijk en opbeurend woord, via helder, kritisch, stevig en onvriendelijk tot functioneel boos”. De curator is volgens de rechter binnen dat palet gebleven. De curator zelf ontkent de ondernemer debiel, rotjochie en klootzak te hebben genoemd. De rechter las de e-mails en concludeert dat de toon „niet strenger of heftiger dan zakelijk” is. Hij wijst het ontslagverzoek af.