In Nederland zijn tot dusverre acht besmettingen bekend met de coronavariant die voor het eerst in India is vastgesteld. Dat blijkt uit cijfers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Deze ‘Indiase’ variant baart de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) grote zorgen, omdat die mogelijk besmettelijker is dan de oorspronkelijke variant en minstens zo besmettelijk als de ‘Britse’ mutatie. Bovendien kunnen nieuwe varianten mogelijk een ernstiger ziekteverloop veroorzaken en zijn ze soms minder gevoelig voor vaccinaties.
In India grijpt de nieuwe ‘Indiase’ mutatie al wekenlang om zich heen. Door de grote toestroom aan patiënten kampen veel ziekenhuizen in het land met tekorten aan bedden, zuurstof en medicatie. Ook in het Verenigd Koninkrijk, en met name in en rondom Londen en Manchester, verspreidt de Indiase variant zich snel. In een week tijd is het aantal vastgestelde besmettingen met die mutatie bijna verdrievoudigd: van 512 tot 1.313, blijkt uit de nieuwste cijfers van Britse volksgezondheidsorganisatie Public Health England tot vorige week woensdag.
Het RIVM analyseert wekelijks steekproefsgewijs ongeveer duizend monsters op varianten van het coronavirus. De overgrote meerderheid van de tot nu toe ruim twintigduizend onderzochte monsters bevatte de Britse variant. Ook andere mutaties die door de WHO als zorgwekkend zijn bestempeld, zijn in Nederland aangetroffen. De Braziliaanse en Zuid-Afrikaanse subvariaties zijn tot nu toe respectievelijk 169 en 394 keer vastgesteld.
/s3/static.nrc.nl/liveblog/files/2021/05/web-1905buicoronablog1.jpg)