Nadat premier Mark Rutte vorige week dinsdag in de coronapersconferentie zorgelijk sprak over zeventien Amsterdamse ‘Koningsdagclusters’ met wel 466 coronabesmettingen, gaf het hoofd algemene infectieziekten Anja Schreijer van de GGD Amsterdam die avond in het televisieprogramma Op1 nog een nadere toelichting.
In parken door het hele land was het op Koningsdag bijzonder druk. Marion Koopmans, viroloog en lid van het OMT, zei destijd bij het programma Nieuws en Co op Radio 1 de drukte op verschillende plekken zowel zorgelijk te vinden. „We kunnen ons niet echt veel permitteren.” Het Amsterdamse Vondelpark werd vanwege de drukte zelfs ontruimd. Na het tonen van een reportage van een feestende meute in het Vondelpark informeerde presentator Tijs van den Brink bij het GGD-hoofd of die besmettingen bij feesten buiten plaatsvonden. „U zegt dus vrij stellig: die beelden die we net lieten zien daar zijn 466 besmet van geraakt?” Schreijer antwoordde bevestigend. „Minimaal, minimaal. Dat is echt het topje van de ijsberg.”
De opmerkingen riepen vragen op: coronabesmettingen zijn niet vaak naar buiten te herleiden. De GGD weigerde echter vragen te beantwoorden tot „het volledige beeld” in kaart was gebracht. En nu dat er is, blijkt de situatie beduidend anders in elkaar te steken.
Uit bron- en contactonderzoek van de GGD blijkt dat „het overgrote deel van de besmettingen binnenshuis in de privésfeer heeft plaatsgevonden”: liefst 81 procent. In totaal komt de GGD Amsterdam tot 483 ‘Koningsdagbesmettingen’ en zestien clusters. Huisfeesten zijn de grote boosdoener. Het gros van de besmettingen vond plaats onder 19- tot 30-jarigen.
De GGD stelt dat het niet naleven van de coronaregels op Koningsdag „heeft geleid tot besmettingen” . Hoeveel precies is niet te achterhalen, mede omdat niet iedereen zich laat testen of aangeeft waar hij op die dag was.