Rechtbank: kerk in Gouda ten onrechte gesloopt door gemeente

Conflict Volgens de gemeente Gouda moest de Turfmarktkerk „onmiddellijk” deels worden gesloopt vanwege instortingsgevaar. De Haagse rechtbank veegt dat oordeel dinsdag van tafel.
De locatie van de inmiddels deels gesloopte Turfmarktkerk in de binnenstad van Gouda.
De locatie van de inmiddels deels gesloopte Turfmarktkerk in de binnenstad van Gouda. Foto Tobias Kleuver/ANP

De gemeente Gouda heeft ruim twee jaar geleden ten onrechte een kerk in Gouda (gedeeltelijk) laten slopen. Dat heeft de Haagse rechtbank dinsdag geoordeeld in een impasse tussen de gemeente en de kerkeigenaar.

De Turfmarktkerk stond op 24 oktober 2018 al geruime tijd leeg. De gemeente Gouda maakte zich zorgen over de bouwkundige staat van het gebouw omdat uit verschillende controles zou zijn gebleken dat er sprake was van instortingsgevaar. „Onmiddellijk ingrijpen” was volgens het college van burgemeesters en wethouders noodzakelijk, waarop een gedeelte van de kerk werd gesloopt. De kosten van deze werkzaamheden zouden worden verhaald op de eigenaar. Die was het daar echter niet mee eens en stelde beroep in.

De Haagse rechtbank heeft zich daarna over de zaak gebogen. Als deskundige werd daarbij de zogeheten Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (STAB) aangesteld. In tegenstelling tot de adviseurs van de gemeente kwam deze tot de conclusie dat er op 24 oktober 2018 geen direct gevaar was voor instorting van de Turfmarktkerk. De rechtbank neemt deze conclusie over. De kosten voor de sloopwerkzaamheden mogen daarom niet op de eigenaar worden verhaald. Beide partijen kunnen nog tegen de uitspraak in hoger beroep.