Opinie

Haagse navelstaarders en moderne slavernij

Tom-Jan Meeus

Politici zijn geneigd zich in het centrum van de gebeurtenissen te plaatsen, en dat is behalve overdreven ook logisch. Omgeven door al die media lijkt het er algauw op dat alleen zij bepalen wat er omgaat in bijvoorbeeld de formatie. Formeel klopt dit ook. De praktijk is vaak anders.

De nieuwe informateur, Mariëtte Hamer, weet daar iets van. Zij is een ervaren PvdA-politicus en al jaren voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER). In het Haagse SER-gebouw werd vorige week woensdag tot diep in de nacht door werkgevers en bonden onderhandeld over een brief aan de informateur om – onder meer – flexarbeid terug te dringen. Ze werden het niet eens. Maandag was het vervolg, een akkoord bleef opnieuw uit, maar ze voorzien dat het er uiteindelijk wel komt.

Dus het kan gebeuren dat de SER binnenkort een brief over terugdringing van flexbanen schrijft aan zijn eigen voorzitter, informateur Hamer. Je kunt dit vreemd vinden, of verkeerd. Die houding is populair in de politiek sinds de verkiezingen: alles wantrouwen (en daarna achteroverleunen). Maar je kunt evengoed denken: als de invloedrijkste partijen op de arbeidsmarkt weten hoe je meer mensen een vaste baan bezorgt, heeft dat waarde. Niet uitgaan van de machtsvraag (of het eigen argwaan), maar van de inhoud.

Aanleiding genoeg. Zoals bekend is AholdDelhaize (onder meer Albert Heijn, Bol.com) een van de megaprofiteurs van de coronacrisis. Het bedrijf haalde vorig jaar een recordomzet, en pronkt met toewijding aan ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’. Maandag kon je in NRC lezen wat dit voorstelt. Flexwerkers, vaak arbeidsmigranten, die corona krijgen en bij Bol.com werken, verliezen hun inkomen en wonen op kamertjes met niet-besmette collega’s. Vaak zijn ze ingehuurd via kwestieuze uitzendbureaus, zodat Bol.com formeel niet verantwoordelijk is. Moderne slavernij met risico’s voor het hele land. Je denkt: een maatschappelijk verantwoorde schop tegen het achterste van dat Bol.com zou ook geen kwaad kunnen.

Al een jaar of vier hoor je in werkgeverskringen (ja, werkgeverskringen) dat er vooral aan de onderkant te veel flexbanen zijn ontstaan. Te ruime wetgeving. Het maakt mensen, uitgebuit voor platvloers eigengewin, onzeker en opgefokt. Al sinds begin vorig jaar ligt er advies van oud-topambtenaar Hans Borstlap om het aantal flexbanen scherp terug te dringen, corona kwam ertussen, vandaar dat het nu een formatiethema wordt.

En het is prachtig dat de politiek bezig is met tegenmacht in de eigen wereld. Maar het zou zomaar kunnen dat tegenmacht voor bedrijven die profiteren van dit soort uitwassen iets meer maatschappelijke relevantie heeft.

Tom-Jan Meeus (t.meeus@nrc.nl; @tomjanmeeus) schrijft elke dinsdag op deze plek een column.