‘De NAM schaadt het laatste beetje vertrouwen van de Groningers’

Bevingschade De NAM zei in NRC dat een groot deel van de versterking van 26.000 huizen in het Groningse bevingsgebied niet nodig was. Is dat echt zo?

Een zogeheten Oldambtster boerderij in Siddeburen, die vanaf februari 2022 wordt versterkt.
Een zogeheten Oldambtster boerderij in Siddeburen, die vanaf februari 2022 wordt versterkt. Foto Kees van de Veen

Kirsten de Jong en haar man Pieter Bouwman hadden altijd een fascinatie voor bijzondere huizen. In de zomer van 2006 kochten ze een Oldambtster-boerderij in het Groningse Siddeburen. Echt Gronings erfgoed, een monument uit 1909 dat karakteristiek is voor de streek. Ze verbouwden de boerderij en maakten er vijf zelfstandige huurwoningen in. „We wonen met liefde in het pand”, zegt De Jong, die met Bouwman twee jonge kinderen heeft.

Maar ze wonen midden in het aardbevingsgebied. In 2017 namen ze contact op met de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) om hun huis te laten versterken. Dat bleek niet te hoeven. Het jaar daarop hoorden ze tijdens een bijeenkomst in het dorpshuis dat hun woning mogelijk toch onveilig is. En weer een jaar later werd die daadwerkelijk geïnspecteerd.

„In twee dagen kwamen zeventien mensen langs voor de inspectie”, zegt De Jong. „Het behang en plaatwerk werd weggehaald, ze boorden gaten in de vloer en rondom het huis, alles werd overhoop gehaald.” Toen moesten ze weer een jaar wachten, totdat het inspectierapport klaar was.

Sinds kort staat er een oude stacaravan op het erf. Na vijf jaar wachten, wordt hun Oldambtster-boerderij begin 2022 versterkt. „We moeten minimaal negen maanden ons huis uit, omdat alle muren, het dak en de vloeren versterkt moet worden”, zegt De Jong. De frustratie over „het onwaarschijnlijk trage en moeizame proces” is groot bij het gezin. Maar zij hebben duidelijkheid. De bewoners van zeker 13.000 huizen in het gebied weten nog steeds niet of hun woning onveilig is.

De Jong las met verbazing het interview met NAM-directeur Johan Atema in NRC eerder deze maand. Die zei dat een groot deel van de versterkingsoperatie in het gebied overbodig is nu de gaskraan dichtgaat. „Laat ik het simpel zeggen: een versterkingsoperatie is niet meer nodig. Alle veiligheidsstudies geven aan dat het gebied nu veilig is”, zei Atema.

„Misschien is het wel zo", zegt De Jong. „Maar het vertrouwen is na al die jaren weg.” Ze heeft geen uitgesproken afkeer van de NAM, zegt ze. Maar: „Zelfs als de overheid zou zeggen dat de versterkingsoperatie grotendeels niet meer nodig is, vertrouw ik dat niet.”

De uitspraken van Atema in NRC brachten veel teweeg in de regio zelf en in politiek Den Haag. Nog voor de zomer moet de NAM-directeur verschijnen op een hoorzitting in de Tweede Kamer. Tegenover de Groningers betuigde hij afgelopen week spijt. „Het spijt me dat ik zoveel onrust heb veroorzaakt. Het spijt me dat ik de frustratie heb laten oplopen”, zei hij zaterdag bij RTV Noord. Hij nam geen afstand van zijn eerdere uitspraken.

In het aardbevingsgebied moeten mogelijk 26.000 huizen worden versterkt. De kosten ervan worden grotendeels op de NAM verhaald. Huizen van bewoners die al afspraken hebben over versterking, zoals De Jong en Bouwman, worden versterkt, zegt Atema. Maar hij plaatst vraagtekens bij de inspectie van de 13.000 andere panden. Volgens Atema hoeven die ook niet meer te worden geïnspecteerd, omdat „volgens de laatste berekeningen blijkt dat minder dan vijftig huizen vanwege de veiligheid hoeven te worden versterkt”.

Klopt dat?

Kirsten de Jong, Pieter Bouwman en hun twee kinderen. Foto Kees van de Veen

Veiligheidsnorm

Met zijn uitspraak verwijst Atema naar een rapport van TNO dat in maart verscheen. Daarin staat dat 37 panden moeten worden versterkt. Dat cijfer is gebaseerd op de veiligheidsnorm dat iemand een kans van 1 op de 100.000 heeft om bij een aardbeving te overlijden door (gedeeltelijk) instorten van een gebouw. TNO deed dat onderzoek in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Manuel Sintubin, hoogleraar geologie aan de KU Leuven, bezocht Groningen de afgelopen jaren meer dan tien keer. Volgens hem is de kans op een zware aardbeving daar met het dichtdraaien van de gaskraan aan het afnemen. „De versterkingsoperatie heeft als doel dat een gebouw bij een zware aardbeving blijft staan zodat mensen binnen enkele seconden veilig naar buiten kunnen”, zegt Sintubin. Versterking betekent dus niet dat een gebouw bevingsbestendig wordt en schadevrij blijft. „Maar voor aardbevingen die maximaal een kracht van 3.6 hebben, zoals tot nu toe in Groningen, is zo’n doorgedreven versterkingsoperatie niet nodig.”

Volgens Sintubin kan het versterkingsgeld beter worden besteed. „Je kunt het geld beter in de mensen steken dan in de bakstenen. Investeer in de toekomst van het gebied.”

NAM-baas Johan Atema: ‘Wij kunnen niet alles betalen wat de overheid belooft’

Statistisch model

Dat de kans op een zware aardbeving afneemt, onderschrijft de onafhankelijke toezichthouder, het Staatstoezicht op de Mijnen (SODM). Die schat de kans op een beving zwaarder dan 3.6 op zo’n 5 procent. Maar, zegt ingenieur Ihsan Bal, lector aardbevingsbestendig bouwen aan de Hanzehogeschool in Groningen, dat zijn slechts voorspellingen. „Er is nog steeds onzekerheid vanwege het seismische gevaar – niemand kent de omvang van aardbevingen.”

Atema’s uitspraken noemt Bal „onzin”. Net als het SODM zegt Bal dat het TNO-onderzoek gebaseerd is op een model, dat niet gebruikt kan worden om op afstand een inschatting te maken van het aardbevingsrisico van een woning. Daarvoor moet elk huis apart geïnspecteerd worden.

„De modellen van TNO geven geen informatie over afzonderlijke huizen”, zegt Bal, die tot 2019 in een adviescommissie van het ministerie van Economsche Zaken en Klimaat zat die met een voorganger van het TNO-model werkte. „Het model is alleen geschikt voor planning van de versterkingsoperatie, omdat je wel kunt specificeren in welk gebied en welke soort huizen prioriteit hebben bij de versterking.” Maar het is toch logisch dat als de kans op zware bevingen afneemt, er ook minder versterkt hoeft te worden? „Ja, het klinkt logisch”, zegt Bal. „Maar dan moeten de huizen nog wel individueel worden geïnspecteerd om te zien of ze daadwerkelijk niet of minder hoeven te worden versterkt.”

De „minder dan vijftig huizen” van Atema zeggen niks, aldus Bal. „Het is een statistisch model, maar daarmee kun je niet precies de vijftig huizen aanwijzen die versterkt moeten worden”, zegt Bal. „Bovendien werkt het model met prototypes van huizen en die komen vaak niet overeen met de door de jaren heen vertimmerde en beschadigde woningen in het gebied.”

Binnen bij de Oldambtster-boerderij van Kirsten de Jong en Pieter Bouwman. Kees van de Veen

Daarom is alsnog inspectie nodig van elk afzonderlijk huis. En alleen die inspectie kost al veel geld. Uit een vorig jaar verschenen onderzoek in opdracht van de NCG, die de versterkingsoperatie uitvoert, bleek dat alleen de inspectie van een gebouw tussen de 10.000 en 100.000 euro kost bij woningen die vaak niet meer dan 200.000 euro waard zijn. Dat komt vooral door dure ingenieursbureaus en de bouwwerkzaamheden rondom de inspecties. En dan zit er nog geen spijker in de muur.

Sinds het begin van de versterkingsoperatie in 2015, zijn tot nu toe 1.865 huizen versterkt, dat is 7 procent van de mogelijk 26.000 huizen die moeten worden versterkt. Het SODM waarschuwde vorig jaar dat als de versterking op het huidige tempo doorgaat, de hele operatie nog zeker twintig jaar duurt.

Lees de reconstructie over de versterkingsoperatie: Ondanks Haagse beloftes wil versterking van Groningse huizen niet vlotten

Maar de operatie kan sneller en goedkoper, zegt Bal, die in het dorpje Krewerd experimenteert met bewoners die zelf het heft in handen nemen. „Tot 2015 was de gasproductie hoog en waren de bevingen zwaarder, waardoor hele huizen meebewogen met de beving.” De versterking was er toen op gericht om muren dikker te maken of met metalen frames huizen vast te zetten. „Sinds 2018 is de zwaarte van de bevingen afgenomen, waardoor alleen nog afzonderlijke muren bewegen”, zegt Bal. „We hoeven het hele huis niet meer te versterken, maar alleen de verbindingen tussen de muren en enkele losse muren.” Maar de uitspraken van Atema maken de toch al moeizaam verlopende versterking er niet makkelijker op, zegt Bal. „Zijn uitspraken schaadden het laatste beetje vertrouwen”, zegt Bal. „De NAM betaalt, maar wat zijn de beloftes van de NAM waard als ze de operatie in twijfel trekken en straks niet meer willen betalen?”

NAM-directeur Atema zegt in een reactie toch alle huizen te willen inspecteren: „Er is afgesproken dat woningen individueel worden geïnspecteerd. Bewoners willen aan de hand van een inspectie weten of hun huis veilig is en niet op basis van een statistisch model. De NAM blijft betalen daar waar versterken nodig is om veiligheidsredenen.”

In een eerdere versie van dit artikel ontbrak de reactie van NAM-directeur Atema zoals die nu in de laatste alinea staat.

Het huis van Kirsten de Jong en Pieter Bouwman. Foto Kees van de Veen