De jaren zeventig zaten bepaald niet verlegen om krankzinnige filmprojecten. Francis Ford Coppola dreef crew en acteurs tot waanzin in de jungle van de Filipijnen voor Apocalypse Now. Werner Herzog kreeg in zijn hoofd dat hij een stoomschip over een berg moest trekken in het regenwoud van Peru voor Fitzcarraldo . Maar Roar van de eenmalige filmregisseur Noel Marshall overtreft vrijwel alles in de categorie filmwaanzin.
Marshall had in Hollywood verschillende functies vervuld – van producent van The Exorcist tot agent. In die laatste hoedanigheid behartigde hij de belangen van filmster Tippi Hedren. Daar kwam een huwelijk uit voort. Marshall was zo ook de stiefvader van Hedrens dochter Melanie Griffith. Uit een eerder huwelijk nam hij zelf twee zoons mee. Het hele gezin is te zien in Roar; een film die 11 jaar productietijd in beslag nam en wel is omschreven als „de duurste home video ooit.” De film is in ieder geval de gevaarlijkste familievideo ooit gemaakt.
Marshall speelt in de film zelf de hoofdrol als bioloog Hank, die in Tanzania onderzoek doet naar het gedrag van wilde dieren, waaronder leeuwen, tijgers en poema’s. Zijn wetenschappelijke methode is om zo dicht mogelijk met de beesten samen te leven, die zich vrijelijk kunnen bewegen in zijn huis. Hank krijgt in Tanzania gezelschap van zijn familie, maar de leeuwen zien in hen aanvankelijk vooral een aantrekkelijke maaltijd. Al de wilde dieren zijn echt, want de film is lang voor het tijdperk van digitale effecten gemaakt.
Roar is bepaald geen Apocalypse Nowof Fitzcarraldo. Integendeel: Roar is een bedroevend slechte film. Marshall had geen kaas gegeten van het schrijven van een scenario, acteren, montage en wat er verder zoal komt kijken bij het vervaardigen van een film. Toch is het de moeite waard om de film tenminste één keer te zien, omdat anders haast niet te geloven valt dat Roar echt is gemaakt.
De boodschap van de film is een puur diervriendelijke: als we de dieren van Afrika met liefde en respect benaderen kunnen mens en dier samenleven in vrede en harmonie. Zo werkt dat in de praktijk natuurlijk niet. Alle acteurs liepen tijdens de draaiperiode ernstige verwondingen op. Cameraman Jan de Bont – bij zijn eerste Amerikaanse klus – moest honderden hechtingen laten aanbrengen in zijn schedel, nadat een leeuw een poot uitsloeg naar zijn hoofd. Van de 140 medewerkers van de film liepen volgens de overlevering 70 mensen verwondingen op. Het Amerikaanse cultlabel Drafthouse bracht de film in 2015 niet zonder reden opnieuw in de bioscoop met de slogan ‘De gevaarlijkste film aller tijden’.
Komedie of horrorfilm
De film was door Marshall bedoeld als een komedie voor het hele gezin (‘A ferocious comedy’). Maar menig recensent heeft opgemerkt dat Roar vooral overkomt als een horrorfilm. De boodschap van lieflijk samenleven met de dieren van Afrika gaat geheel verloren door de beangstigende kracht van de dieren. De angst op de gezichten van de acteurs spreekt boekdelen.
Het project begon met een safari van Hedren en Marshall in Mozambique, waarbij ze op een verlaten boerderij stuitten, die was overgenomen door een troep leeuwen. Dat leek hen een schitterend uitgangspunt voor een speelfilm. Van gespecialiseerde dierentrainers kregen ze echter al snel te horen, dat het onmogelijk zou zijn om op een veilige manier te werken met zo’n grote groep dieren.
Marshall en Hedren lieten zich daardoor niet afschikken. Het stel begon op eigen houtje wilde dieren te verzamelen – aanvankelijk in hun huis in een buitenwijk van Los Angeles. Later betrokken ze de ranch Shambala in de meer landelijk gelegen Soledad Canyon in Californië. Daar is het overgrote deel van Roar opgenomen.
Provocatie
Het idee was dat de opnamen toch mogelijk zouden zijn als de dieren bij de familie zouden opgroeien en aan hen zouden zijn gewend. Het probleem daarbij was dat wilde dieren die kalm en op hun gemak zijn niet zoveel doen. Dat was niet ideaal voor een enerverende film. De dieren moesten dus worden geprovoceerd – met talloze levensgevaarlijke situaties tot gevolg. Marshall was zo gebrand op goede takes dat hij waarschuwingen van acteurs tijdens het draaien regelmatig in de wind sloeg. „He was a lunatic”, concludeerde Hedren achteraf.
De draaiperiode die gepland was voor 6 maanden bleek uiteindelijk vijf jaar in beslag te nemen. De Bont draaide de film als een natuurdocumentaire met vijf tegelijk lopende camera’s. De productie werd ook getroffen door brand, een storm en levensgevaarlijke overstromingen. Ontsnapte dieren moesten door de plaatselijke sheriff worden doodgeschoten. De productiekosten liepen uiteindelijk op tot 18 miljoen dollar. De familie had daarvoor onder meer vier huizen moeten verkopen.
Een hit was Roar niet. De film vond in de VS zelfs geen distributeur. Internationaal leverde de film hoogstens enkele miljoenen op. Het huwelijk van Hedren en Marshall bezweek onder de spanningen van de slepende productie. Griffith weigert nog steeds om over haar ervaringen met Roar te praten. Hedren woont nog met veel wilde dieren op haar ranch Shambala, dat is inmiddels omgevormd tot een dierenopvangcentrum. De dieren zitten nu wel achter slot en grendel. Roar laat zich nu het beste bekijken als het verslag van een manie.