Wie kroop er in 1947 uit een rioolbuis? De journalist Argus, die zich eerder nog in die buis had schuilgehouden om in het verborgene nieuws te kunnen opvangen. Een primeurtje najagend ging hij lopen in de buis, maar Tom Poes wierp het „drentelende aardewerk” om. En zo zag de Nederlandse striplezer voor het eerst Argus tevoorschijn kruipen, in het verhaal ‘Tom Poes en het monster van Loch Ness’. Een kleinorig knaagdier uit een rioolpijp, dat af en toe genoodzaakt is zich tot riooljournalistiek te verlagen. Voilà een rat als satirisch symbool voor de journalist. Leuk en venijnig. Argus is, 73 jaar later, inmiddels geëerd door oud-journalisten Paul Arnoldussen en Rudie Kagie, die in 2017 een krant oprichtten die ze vernoemden naar de journalist uit de Bommel-strip. Alleen is Argus volgens hen geen rat, maar een muis, schreven ze in hun honderdste nummer. Journalisten die liever muis dan rat zijn, dat past wellicht beter bij hun niet-rioolachtige beroepseer. In een reactie aan NRC, die Argus toch een rat noemde, schrijven de oprichters dat de muis Alexander Pieps, assistent van professor Prlwytzkofsky, als ‘volle neef’ van Argus wordt omschreven in de Bommelstrip De Weetmuts uit 1975. Daaruit zou volgens hen blijken dat Argus een muis is. Maar is dat zo? Neefschap kan soortoverschrijdend zijn. Het American Museum of Natural History noemt de aap een volle neef („cousin”) van de mens.
Zij delen een voorouder. ‘Volle neven’ zijn zonen van ooms of tantes, is een definitie. Oom Donald bijvoorbeeld, een stripeend, heeft talloze neven en nichten: niet alleen de oomzeggertjes Kwik, Kwek en Kwak (eend) maar ook de volle neven Gijs Gans (‘Cousin Gus’) (gans) en Guus Geluk (gans). Een muis heeft relatief grote oren: zie Mickey Mouse. Argus, debuterend met kleine oren, afkomstig uit het riool, is, zoals het Literatuur Museum het omschrijft, „getekend als een rat”.