De Scottish National Party van premier Nicola Sturgeon heeft voor de vierde achtereenvolgende keer de Schotse parlementsverkiezingen gewonnen, maar kwam één zetel te kort voor een absolute meerderheid.
Sturgeon beloofde de vijfeneenhalf miljoen Schotten, die donderdag naar de stembus mochten, een tweede referendum over onafhankelijkheid. Voor zo’n referendum is in het nieuwe parlement in Edinburgh toch een royale meerderheid omdat ook de Groenen, goed voor negen zetels, voor een volksraadpleging zijn.
Zondagavond beloofde Sturgeon de Schotten om binnen twee jaar een zo’n referendum te organiseren. Ze vindt dan premier Boris Johnson op haar pad. Hij is faliekant tegen een referendum, en noemde pogingen het land uit elkaar te scheuren ,,roekeloos en onverantwoord”. Dat is van belang omdat de regering van het Verenigd Koninkrijk over een referendum beslist.
Johnson nodigde zondag prompt de eerste ministers van het Verenigd Koninkrijk uit voor een coronatop om zo de kracht van samenwerking te onderstrepen. De aanpak van de pandemie staat te boek als een schoolvoorbeeld van de huidige staatsinrichting: vaccins werden centraal door Londen ingekocht, de lockdownmaatregelen werden lokaal op maat geknipt. Johnson moet aantonen dat ,,Team UK” aantrekkelijker is dan afscheiding. Tot nu toe deed hij niet bijster veel om eenheid te kweken.
Sturgeon zei zaterdagavond dat Johnson de wil van de Schotten niet kan negeren. Iedereen die zich tegen een referendum keert, keert zich tegen de bevolking van Schotland, zei ze. Het feit dat ze geen absolute meerderheid haalde maakt het voor Johnson psychologisch iets eenvoudiger terug te duwen, maar Sturgeon is klaar voor gevecht. De kans is groot dat de zaak vroeg of laat voor een rechter komt.
Uit opiniepeilingen blijkt overigens dat er ongeveer evenveel Schotten voor een referendum zijn als er tegen. In 2014 stemden de Schotten in een referendum tegen onafhankelijkheid.
Winst Conservatieven
Schotland wordt dus een hoofdpijndossier voor Johnson, maar de regionale en lokale verkiezingen van vorige week pakten goed voor hem uit. De Conservatieven sleepten opnieuw een Labourbastion in Engeland in de wacht, nadat de partij in de parlementsverkiezingen van 2019 al veel stemmen kreeg in districten die vaak decennia Labour stemden. In Hartlepool, in het noordoosten van Engeland, wonnen de Conservatieven in tussentijdse verkiezingen voor het eerst sinds 1974 een zetel. Daarnaast wonnen de Conservatieven ruim in regionale raden in Engeland, terwijl Labour verloor.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data70577166-6c0176.jpg)
Sir John Curtice, de eminence grise van het Britse kiezersonderzoek, vertaalde de lawine aan lokale en regionale uitslagen voor de BBC naar nationaal niveau, Omgerekend kregen de Conservatieven 36 procent van de stemmen, een winst van 8 procentpunten vergeleken met de parlementsverkiezingen in 2019. Labour bleef met 29 procent ver achter, ook al was het resultaat één procentpunt beter dan in 2019. De Conservatieven deden het vooral goed in gebieden waar Brexit populair was.
Er was ook goed nieuws voor Labour. In Londen verwierf Sadiq Kahn een tweede termijn als burgemeester en het leek wel of Wales zich op een andere planeet bevond. In verkiezingen voor het regionale parlement Senedd behaalde de partij een van de beste resultaten ooit en zal voor de zesde achtereenvolgende keer de regering vormen. Labourman Mark Drakeford kreeg van de kiezers veel krediet voor de kalme en behoedzame manier waarop hij de drie miljoen inwoners van Wales door de Covid-crisis loodst.
Kan Labour in Engeland iets leren van Wales? Gevraagd naar zijn succesformule zei Drakeford dat hij had laten zien dat Labour in staat is om in de behoeften van de bevolking te voorzien. Vergelijkbare verklaringen hadden de Labour-burgemeesters van Liverpool en Manchester die ook herkozen werden. Ze hadden laten zien, zeiden ze, dat Labour zich lokaal inzet voor beter onderwijs, voor een beter openbaar vervoer, voor lokale ondernemingen en een beter klimaat.
Reorganisatie
Labourleider Keir Starmer, die een jaar geleden de leiding nam bij het hopeloos verdeelde Labour, kan die succesformule niet zomaar kopiëren: hij is leider van de oppositie in Westminster en heeft geen uitvoerende macht. Hij moet het hebben van een overtuigend verhaal. En dat verhaal ontbreekt. Labour, zei de burgemeester Groot-Manchester, Andy Burnham ,,heeft de emotionele connectie met mensen verloren.”
Starmer nam de schuld voor het teleurstellende resultaat op zich en beloofde snel met een ,,krachtige visie” te komen. Hij begon meteen met een reorganisatie van zijn topteam. Campagnemanager Angela Rayner werd alvast uit haar functie ontheven.