Door de introductie van een techniek om het hart van een overleden orgaandonor op te peppen kunnen jaarlijks veertig extra donorharten beschikbaar komen, zo maakt de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) donderdag bekend. Artsen in Utrecht, Groningen en Rotterdam hebben deze techniek al toegepast bij hartpatiënten.
Hartdonatie was tot voor kort in Nederland alleen mogelijk als een hart afkomstig was van een hersendode donor, van bijvoorbeeld verkeersslachtoffers.
Na een hartstilstand stopt de bloedcirculatie door het lichaam. In de stervensfase pompt het hart nog wel bloed door het lichaam, maar is er geen toevoer meer van nieuwe zuurstof. Vooral de hartspieren zijn gevoelig voor zuurstoftekort en dat maakte het orgaan volgens artsen minder geschikt voor orgaandonatie.
Een zogeheten perfusiemachine rehabiliteert het stilstaande hart door het warm te houden en bloed en zuurstof toe te voegen, nadat het uit het lichaam is verwijderd. Dan gaat het hart weer kloppen en is het gereed voor transplantatie.
Hartchirurg Niels van der Kaaij (UMC Utrecht) stelt dat dankzij de nieuwe technologie het aantal harttransplantaties in Nederland verdubbeld kan worden met veertig per jaar. Er staan jaarlijks 120 hartpatiënten op de wachtlijst voor een donorhart; een op de zeven overlijdt omdat er niet tijdig een donorhart beschikbaar is. In Australië, de Verenigde Staten, België, het Verenigd Koninkrijk en Spanje is de techniek al gebruikt. De Britse National Health Service meldde recent dat zes kinderen tussen de 12 en 16 jaar gered waren dankzij donatie met deze techniek, aldus de NTS. (NRC)