Behandelingen van kankerpatiënten, grote hartoperaties en orgaantransplantaties: door de immense en aanhoudende drukte moeten ziekenhuizen door het hele land behandelingen van steeds ziekere mensen uitstellen. Ondertussen groeien de zorgen over hoe deze achterstand ooit moet worden ingelopen. Vele tienduizenden mensen wachten op een operatie. Sommige ziekenhuisbestuurders noemen het al de ‘vierde golf’.
De bestuurders willen vast waarschuwen: het gaat zeker de rest van het jaar, misschien zelfs jaren duren voordat iedereen die nu op de wachtlijst staat aan de beurt is.
Terwijl de terrassen volzitten en het kampioenschap van Ajax uitgebreid wordt gevierd, is de wereld binnen ziekenhuizen een hele andere. Er liggen momenteel zo’n vijfentwintighonderd Covid-patiënten in ziekenhuizen. Ruim achthonderd van hen liggen op de intensive care, zij bezetten twee derde van alle bedden die in gebruik zijn. Afgelopen weken werd hardop gevreesd voor ‘code zwart’, onder meer door intensivist Diederik Gommers. Daarnaast waarschuwden elf intensivisten van Brabantse ziekenhuizen eind april in een brief dat personeel dreigt te stoppen en „de grens van onze IC-capaciteit bereikt wordt”.
Uit een rondgang langs een tiental ziekenhuizen blijkt dat er geen sprake is van code zwart, maar de situatie wel nijpend is. Bestuurders vertellen dat zij verloven voor de meivakantie vaak moesten intrekken, en dat personeel dreigt te bezwijken. Ziekenhuizen in Emmen en Hoogeveen hebben zelfs een noodsituatie afgekondigd. Tot half mei kunnen zij hun aandeel Covid-patiënten niet meer opvangen en krijgen andere ziekenhuizen daardoor extra patiënten. Te veel personeel is ziek, ze hebben fysieke maar ook mentale klachten. Nog maar drie van de twaalf operatiekamers zijn open en ook kankerpatiënten moeten langer wachten.
De drukte leidt ook in de rest van het land tot uitstel van behandelingen van ernstig zieke ‘reguliere’ patiënten. „We schalen steeds verder af en dat gaat gewoon heel ver”, zegt Bart Berden, directeur van Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg. „Denk aan transplantaties, vaatoperaties, oncologische operaties. We moesten bijvoorbeeld bij iemand met een dikkedarmtumor, die ook echt klachten geeft, de operatie uitstellen.”
Duivelse dilemma’s
Het zijn duivelse dilemma’s, vertelt intensivist Peter van der Voort van het Universitair Medisch Centrum Groningen: „Slokdarmkanker of alvleesklierkanker?” Slechts een fractie van de operaties die ze gewend zijn te doen gaat door. „Het uitstel gebeurt bij aandoeningen die we binnen zes weken moeten opereren. We willen dat veel sneller doen, maar nu wordt het dus langer. Dat voelt heel ongemakkelijk voor ons, en naar patiënten en familie.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data70186970-a9dd38.jpg)
Ook in het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven worden zware hart- en kankeroperaties uitgesteld. Ook daar lukt het niet meer alle mensen uit deze groep binnen zes weken te helpen. „Bij het kiezen wie er eerst mag, kijken we wie de zorg op dit moment het hardste nodig heeft”, zegt bestuurder Nardo van der Meer, „maar we kijken ook naar wie het beste door de operatie heen kan komen.”
Ziekenhuizen hebben afgelopen weken de achterstand geïnventariseerd en het beeld is niet fraai. Alleen al bij het Isala in Zwolle, bijvoorbeeld, gaat het om een achterstand van zesduizend operaties. Het Zuyderland in Limburg telde vijfenhalfduizend operaties. „Als wij niemand anders zouden behandelen, hebben we daar al drie maanden voor nodig”, zegt bestuurder David Jongen. „Dat kan natuurlijk niet, het wordt avond- en weekendwerk. Ik ga ervan uit dat we nog anderhalf à twee jaar bezig zijn met het wegwerken van de achterstand.”
Ziekenhuisbestuurder Berden vergelijkt het uitstel met het nemen van een enorme hypotheek, waarbij nog niet duidelijk is hoe die wordt betaald. „Het grote probleem is dat onze maximale capaciteit heel dicht bij de reguliere capaciteit ligt. We kunnen dus nauwelijks extra zorg leveren. Bovendien zal het aantal Covid-patiënten waarschijnlijk maar langzaam dalen.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data70532623-8c7dd4.jpg|https://images.nrc.nl/CC_KKfqvt7hXVDVrRuYF4aWfUt4=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data70532623-8c7dd4.jpg|https://images.nrc.nl/iFEl2UXFiL-ah7H0X2E0sxuhj-I=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data70532623-8c7dd4.jpg)
Verplaatsing van een Covid-patiënt vanuit het Erasmus MC in Rotterdam.
Foto Robin Utrecht/ANP
Hersteltijd nodig
„De inhaalzorg wordt de vierde golf in deze pandemie”, denkt Rob Dillman, bestuurder van het Isala en van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen. Hij wil de verwachtingen vast temperen. „Personeel kan niet op hetzelfde tempo door. Zij hebben al zo veel maanden een ongelooflijk hoge werklast. Wij pleiten voor een herstelfase waarin ze op adem kunnen komen. Mensen moeten ook éven op vakantie kunnen.” Dillman denkt dat zijn ziekenhuis pas eind augustus op oude kracht is.
Ook andere bestuurders vragen alvast om hersteltijd in de zomer. „Er komt een moment dat de besmettingen gaan dalen en er weer wat lucht komt”, zegt Jongen. „Dan zal er een enorme maatschappelijke en politieke druk ontstaan om uitgestelde zorg in te halen. Maar ik ben bang dat personeel dan echt, langdurig uitvalt.”
In zijn ziekenhuis, Zuyderland, is het ziekteverzuim bijna 10 procent. Personeel kampt vaak met vermoeidheidsklachten. Een plan om de wachtlijst vast te lijf te gaan mislukte dan ook. Het idee was om op zaterdag niet-dringende operaties te gaan doen. Personeel kon zich vrijwillig aanmelden en kreeg een bonus van 75 procent. „Het lukte één zaterdag. De week erna kregen we de mensen niet bij elkaar. Ze zijn kapot. Je verleidt ze niet met geld.”
In het UMC Groningen is het ziekteverzuim 12 procent, twee keer zo hoog als normaal. Het VieCuri Medisch Centrum in Venlo besloot leidinggevenden te gaan trainen in het herkennen van stress bij medewerkers. Daarnaast wordt psychische hulp voor medewerkers aangeboden.
Een inhaalplan
In een blogpost klaagde Armand Girbes, intensivist bij het Amsterdam UMC, deze week dat er geen breed plan is voor de periode na het vaccineren. Hij pleit ervoor dat centrale regie wordt genomen bij het inhalen van zorg. Maar over het thema wordt al wel uitgebreid nagedacht. Ziekenhuizen hebben deze week allemaal een plan ingediend bij verzekeraars over hoe ze – voor zover ze nu kunnen inschatten – denken de wachtlijsten weg te gaan werken.
Omdat niet in elk ziekenhuis de wachtlijst even lang is, willen ziekenhuizen elkaar straks zo veel mogelijk helpen met inhaalzorg. Dat kan het beste, denken ze, door regionaal samen te werken. „Coronapatiënten werden top-down verdeeld vanuit een centrum in Rotterdam”, zegt Dillman. „Dit keer willen we het meer vanuit de regio aanpakken.” Daarnaast speelt het idee om intensiever samen te werken met zelfstandige behandelklinieken.
Het Isala ziekenhuis onderzoekt met naburige ziekenhuizen de optie om met eigen personeel in andere ziekenhuizen te gaan opereren. Dillman: „Wij hebben weinig extra ruimte. Normaal gesproken gebruiken wij namelijk alle operatiekamers al. Misschien opereren we straks wel met een mix van personeel van verschillende ziekenhuizen in één team.”
Optimisme
Er zijn ook hier en daar optimistische verhalen. Zoals van Hazra Moeniralam, internist-intensivist in het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht. Het ziekenhuis heeft sinds het begin 1.770 Covid-patiënten behandeld, van wie 392 op de intensive care. Moeniralam: „We hebben heel hard moeten werken. En nog steeds. Het aantal bedden is aanzienlijk uitgebreid. Desondanks zitten we al weken helemaal vol. De regionale samenwerking is goed en we kunnen tot nu toe goed doorplaatsen. Het personeel heeft geen vakantiedagen teruggeroepen. Het knelt wel en er wordt veel gevraagd van het personeel, maar van dat werk in de eerste golf hebben we ook veel geleerd voor de tweede en derde golf.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data69652186-4dad80.jpg)
Zoals hoe belangrijk het is buddy’s en verpleegkundigen op te leiden, maar ook betere diagnostiek en behandeling. „We hebben de ligduur van patiënten op de afdelingen met vijf dagen kunnen verkorten door mensen met zuurstof naar huis te sturen”, zegt Moeniralam. „En ook gaan patiënten sinds kort, met extra zuurstof door een neusbril, eerder van de intensive care naar de gewone afdelingen. Dat scheelt gemiddeld zes dagen, en daardoor hebben we meer mensen op de intensive care kunnen opnemen. Covid-patiënten lagen aanvankelijk gemiddeld drie weken op de intensive care. Nu worden ze minder ziek, door betere diagnostiek en behandeling, en liggen ze er nog maar één week.”