„Alle huwbare jongedames worden uitgenodigd voor het Lentebal ter ere van de zestiende verjaardag van de prins. Zijne Hoogheid kijkt uit naar uw charmante aanwezigheden.” Dat staat in de brief waarmee het sprookje De prins en de naaister begint. De prins is Sebastian, de troonopvolger die wordt klaargestoomd voor het koningschap.
De naaister is Frances, een jong meisje van eenvoudig komaf dat kleding maakt voor de gegoede adel. Als zij wordt verzocht om de baljurk van de stuurse lady Sophia Rohan te maken, nota bene voor het Lentebal, vliegt Frances uit de bocht. In plaats van een keurige jurk maakt ze precies wat Sophia wil: een doorschijnend gothic ensemble met jarretels en veren. Ordinair en smakeloos, alle aanwezigen spreken er schande van.
Toch is er iemand die meteen valt voor de extravagante creatie en zo komt dit sprookje aan zijn titel. Frances gaat voor Sebastian aan de slag; in het diepste geheim werkt ze aan de haute couture voor de jonge prins die nu eenmaal graag vrouwenkleren draagt. „Mijn hele leven bepalen andere mensen wat acceptabel is”, zegt Sebastian, „In een jurk bepaal ik zelf wat raar is of niet.” ’s Nachts gaat hij er in het geniep opuit, onherkenbaar vermomd als Lady Crystallia.
Deze Crystallia wordt een regelrechte sensatie in het uitgaansleven, een mode-icoon dankzij de steeds uitzinniger creaties van Frances. De gracieuze Sebastian zwiert, paradeert en is volkomen gelukkig. Maar overdag valt zijn leven als prins hem steeds zwaarder. Daar komt bij dat Frances ook aan haar eigen toekomst moet denken en ze geen heil ziet in het stiekeme van de hele onderneming.
Tieneremoties
Jen Wang verliest zich bepaald niet in achtergronden of fraaie panorama’s. Het zijn de personages die we zien, van heel dichtbij: alsof de camera standaard op inzoomen staat. Zo stopt ze alle energie in expressie en emotie. Het is een slim concept dat zich uitbetaalt. De treffende inkleuring, de lieve koppies met grote ogen, de tomeloze tieneremoties; het heeft veel van een fijne Disney-film, van Assepoester met een queer twist.
Het is verleidelijk om te denken dat de Amerikaanse stripmaker Jen Wang (1984) de tijdgeest goed heeft aangevoeld door een sprookje te bedenken rond een paar actuele thema’s die perfect aansluiten bij de leefwereld van de young-adultdoelgroep van 12- tot 17-jarigen. Maar als het daarbij was gebleven, dan was het hooguit een innemend drieballensprookje geweest. Door het prachtige einde, dat niemand ziet aankomen, heeft Wang de harten van heel veel lezers veroverd, wereldwijd.
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/04/web-3004culstrip4.jpg|//images.nrc.nl/evk6PYgGMYjTP_NuGcHFZzEmY7c=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/04/web-3004culstrip4.jpg)
Pagina uit De prins en de naaister
The Prince and the Dressmaker verscheen al in 2018. Dat het drie jaar duurde voordat er een Nederlandse vertaling verscheen, is opmerkelijk gezien het enorme succes dat Wang ten deel viel; ze won een prestigieuze Eisner Award, de Washington Post Best Graphic novel 2018 en dichter bij huis kreeg ze in hetzelfde jaar de prijs voor het beste jeugdalbum op het stripfestival van Angoulême.
Nederlandse stripuitgevers durven het zelden aan om young-adultstrips uit te geven, beducht als ze zijn dat de doelgroep die strips net zo lief in het Engels leest. Uiteraard, 17-jarigen kunnen prima met een Engelstalig boek uit de voeten, maar dat geldt niet meteen voor 12- en 13-jarigen. Het is daarom te prijzen dat steeds meer (kinderboeken)uitgevers young-adultstrips in hun fonds opnemen. Onlangs verscheen bijvoorbeeld de vertaling van Smile van Raina Telgemeier uit 2010, meer dan anderhalf miljoen exemplaren verkocht. Het is wachten tot men hier het werk ontdekt van Faith Erin Hicks, Hope Larson en Svetlana Chmakova. Of This was our pact van Ryan Andrews, om er een bij naam te noemen.