Nederlandse bevolking groeide in eerste kwartaal met 12.800 inwoners

Bevolkingsgroei De Nederlandse bevolking nam in het eerste kwartaal toe met 12.800 inwoners, meldt het CBS. Dat zijn er 2.700 minder dan in dezelfde periode vorig jaar.
Zowel de immigratie als emigratie lag lager dan vorig jaar door de reisrestricties van het coronabeleid.
Zowel de immigratie als emigratie lag lager dan vorig jaar door de reisrestricties van het coronabeleid. Foto Remko de Waal/ANP

De Nederlandse bevolking is in het eerste kwartaal van dit jaar met 12.800 inwoners toegenomen. Dat zijn er 2.700 duizend minder in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Dat de bevolking minder hard stijgt, komt doordat er minder buitenlandse migratie plaatsvond. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag op basis van voorlopige cijfers.

In de eerste drie maanden van 2021 schreven zich ruim 48 duizend immigranten in bij een Nederlandse gemeente. Daar staat tegenover dat ruim 32 duizend emigranten vertrokken naar het buitenland. Per saldo steeg de bevolking door immigratie dus met 15 duizend in het eerste kwartaal; vorig jaar zorgde migratie nog voor een bevolkingsgroei van 18 duizend inwoners.

Het CBS meldt verder dat sprake was van zowel minder immigratie als emigratie vergeleken met vorig jaar. Dat komt onder meer door de reisbeperkingen als gevolg van de coronacrisis. De meeste migranten waren afkomstig uit het Midden- en Oost-Europa: Polen vormen de grootste groep, gevolgd door Syrische en Turkse migranten. Het aantal Syriërs dat zich bij een Nederlandse gemeente inschreef, was ruim twee keer zo groot in vergelijking met het eerste kwartaal van 2020.

Vergeleken met vorig jaar stierven meer mensen in het eerste kwartaal van 2021. Volgens het CBS lag de sterfte relatief hoog tijdens de tweede coronagolf in januari, toen meer doden vielen dan was verwacht. Daarna nam het sterftecijfer weer af. Tegelijkertijd constateren de onderzoekers dat in februari en maart meer kinderen werden geboren dan in de voorgaande jaren.