Auke Lootsma is een Fries in dienst van de wereld. Voor de Verenigde Naties (VN) zit Lootsma al sinds 2016 in Jemen, om de voedselhulp aan steeds meer, steeds hongeriger mensen in goede banen te leiden. Dat lukt elk jaar minder, zegt Lootsma. „We zijn nu in het zesde jaar van de oorlog en het budget wordt telkens kleiner. Dit jaar is het weer lager, we moeten het met 1,7 miljard dollar doen (1,4 miljard euro). Dat klinkt veel, maar het is minder dan de helft van vorig jaar.”
Geconfronteerd met steeds zuiniger donoren zoekt Lootsma daarom naar kostenbesparing. Want het grootste probleem is niet de voorradigheid, maar de prijs van voedsel. Ook deze ramadan-maand liggen de schappen in steden als Sana’a vol en zijn de winkelstraten druk, voor de happy few binnen de netwerken van de Houthi’s. Voedsel is voor gewone Jemenieten onbetaalbaar. Door de oorlog is het in het land moeilijk op een eerlijke manier geld te verdienen.
In Jemen woedt al jarenlang een burgeroorlog tussen de regering en de Houthi-rebellen, die een groot deel van het land in handen hebben. Een internationale coalitie onder leiding van buurland Saoedi-Arabië probeert de Houthi’s sindsdien te verdrijven.
Hongersnood
Ook dit jaar waarschuwen de VN weer voor grootschalige hongersnood, nu voor zestien miljoen van de dertig miljoen Jemenieten, zegt Lootsma. „Van wie vijf miljoen in acute nood. De helft van alle kinderen is ondervoed.”
Saoedische bommen maakten hijskranen in de havens in 2015 onbruikbaar
Een van de redenen dat voedsel duur is, is de deplorabele staat van de havens van Jemen; Hodeidah aan de westkust en Aden aan de zuidkust. Beide havens zijn chronisch verstopt. Hodeidah – de laatste decennia de voornaamste haven van Jemen– is er het slechtst aan toe, sinds Saoedische bommenwerpers in 2015 de hijskranen onbruikbaar maakten.
Vanwege een VN-Veiligheidsraadresolutie uit hetzelfde jaar – met als doel isoleren van het noordelijke Houthi-bewind en voorkomen van Iraanse wapenleveranties – is de invoer van reserveonderdelen verboden. Schepen moeten daarom voorzien zijn van eigen kranen om hun graan en rijst op de afbrokkelende kades te zetten, met als gevolg grote vertraging en prijsverhoging.
De containerhaven is sinds de Saoedische bombardementen volledig buiten gebruik. Daarom varen containerschepen sowieso al naar Aden. Maar ook Aden – een halve eeuw geleden nog een van de belangrijkste havens ter wereld – is er niet best aan toe.
Lootsma: „Schepen kunnen er aanleggen, maar daar is alles mee gezegd. In een haven als Rotterdam is alles binnen 24 uur geregeld, in Aden duurt ontscheping 26 dagen. Elke dag dat zo’n container op de kade staat of zo’n schip voor anker ligt, kost geld. Dat wordt doorberekend in de prijs. Neem tarwe; bij ons komen de transportkosten daarvan niet boven de 5 procent, in Jemen is dat het tienvoudige: 50 procent.”
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data70208198-b40e96.png|https://images.nrc.nl/e_TJ0mpxmvXvy16kWwHsjgT4zgk=/1920x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data70208198-b40e96.png|https://images.nrc.nl/I-wNIKKvE5KhwGbeUYmv7prhu70=/5760x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data70208198-b40e96.png)
Hulp Rotterdams havenbedrijf
Om wat aan de chronische verstopping te doen, riep Lootsma de hulp in van het Rotterdamse Havenbedrijf. Consultant Marc Wormmeester vloog tweemaal naar Jemen om de staat van de havens te inspecteren, samen met een collega van consultancybedrijf Solid Port Solutions. „Een vier, misschien een vijf”, zegt Wormmeester, gevraagd naar een rapportcijfer van de twee havens. „In Hodeidah is het de haven zelf, daar is zoveel beschadigd door het conflict. Dingen doen het niet, constructies zijn kapot en kunnen niet gerepareerd, vanwege de economische blokkade.”
Havenbedrijf R’dam en VN publiceerden rapport hoe havens in Jemen te helpen
Volgens Wommeester spelen kinderen op de terminal, en liggen overal losse spullen. „Werkschoenen zijn slippers, helmen worden niet gebruikt.”
Hoofdschudden deed Wormmeester het hardst in een gebouw vol generatoren die de stroom voor de haven leveren. „Alle hoogspanningsverbindingen liggen er open, onbeschermd tussen vuil en stof. Als je me vraagt: heb je je onveilig gevoeld in Jemen, dan was het niet de oorlog, maar op dat moment en op die plaats. Een ontploffing was niet denkbeeldig.”
Die onveiligheid levert hoge verzekeringspremies op, die de voedselprijzen verder opdrijven en het hulpbudget opslokken. Lootsma hamert daarom bij de VN op een garantiefonds voor de havens van Jemen. Dat zou volgens hem 50 miljoen euro kunnen kosten. „Daarmee kun je 250 miljoen aan verzekeringspremies uitsparen. Nu betaal je uit de pot humanitaire hulp verzekeringsmaatschappijen die in London zitten, daar komt het op neer.”
De haven van Aden in het zuiden is minder beschadigd. Omdat de meeste schepen nu toch naar Aden varen, valt daar volgens Wormmeester de meeste tijdwinst te behalen. Snelle oplossingen liggen er vooral in het management: „Er staan bijvoorbeeld dagelijks files voor de douane, die alleen van negen tot vier werkt. Als je de douane kunt ondersteunen met een containerscanner en de werkuren uitbreidt, kun je dat proces versnellen.”
Wormmeester noemt verder de vergroting van de loodscapaciteit. „Dan staan spullen niet zo lang in de weg en haal je directe logistieke winst. En ze zouden een eigen wifinetwerk aan moeten leggen, om de processen te automatiseren. Nu gaat alles op papier en raken containers regelmatig zoek. Dat kost allemaal tijd.”
Voor de VN stelde Wormmeester een lange lijst aanbevelingen op. In het algemeen komt het neer op: beter management, meer technische kennis en vooral aanvoer van onderdelen van over de hele wereld naar Jemen. „Die spullen moeten toegelaten worden. En Jemenieten moeten naar het buitenland kunnen, voor training. Maar dat is niet eenvoudig.”
Al sinds 2015 is Jemen hermetisch afgesloten van de wereld. Ook Wormmeesters technische adviezen stuiten uiteindelijk op de blokkade. Mensen en spullen mogen alleen met Saoedische toestemming Jemen in of uit. Dat geldt niet alleen voor het noordelijke Houthi-gebied, ook voor Aden en het zuiden.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/03/data68122820-e3abe5.jpg)
Lootsma: „Alles moet eerst op de kade worden gezet in Jeddah in Saoedi-Arabië, voor inspectie. Daarna moet het weer op een ander schip worden geladen, dat het naar Aden brengt. Wij zeggen: sla Jeddah over en doe die inspectie in Aden. Zo kun je de transportkosten al met de helft terugbrengen. Maar dat is een politiek verhaal, daar moeten de Saoediërs mee instemmen.”
Saoediërs overtuigen
De Saoediërs zouden te overtuigen moeten zijn, denkt Lootsma. „Zij veroorzaken de kosten, maar betalen ook het leeuwendeel van de hulp. En als rederijen schepen direct naar Aden kunnen sturen, betekent dat investeringen, en economische bedrijvigheid. Dat is belangrijk voor zo’n haven, en voor Jemen.”
Al beseft Lootsma ook dat dit niet voor iedereen een vooruitgang zou zijn. „Jemen is een oorlogseconomie, dat is waarom het zo moeilijk is die oorlog te stoppen. Er zijn zoveel mensen die ervan profiteren.” Omdat de congestie veel geld genereert, is de haven volgens hem een populaire plaats onder de partijen die er de baas over mogen spelen.
Wat dat betreft is de werkelijkheid in Jemen cynisch. Want al wordt Aden opgelapt, de spullen moeten per truck naar het gebied onder Houthigezag, omdat daar driekwart van de Jemenieten woont. „Langs honderd checkpoints, we hebben ze geteld. En bij elk checkpoint moet er wel een beetje ‘geschoven’ worden, anders kom je er niet voorbij. Dus worden die goederen telkens duurder.
Havenbedrijf Rotterdam en de VN publiceerden maandag een rapport met daarin de aanbevelingen van Wormmeester om de situatie in de Jementische havens te verbeteren. De VN gaat met de conclusies de lokale autoriteiten vragen de kosten voor het importeren van voedsel te drukken en het makkelijker te maken om kennis en kunde aan te trekken. Ook wil de VN fondsen werven voor het binnenhalen van reserve-onderdelen en specialistische kennis.
Lootsma hoopt dat door de samenwerking met Rotterdam toch dingen ten goede veranderen. „Van VN-zijde is de intentie er wel om die samenwerking verder voort te zetten, dat zou uniek zijn: een partnership van zo’n grote haven als Rotterdam, met die kleine havens in Jemen. Best een apart verhaal.”