Recensie

Recensie

Nog even en er valt weer lentesneeuw

Springsnow Een pak sneeuw in de lentezon: binnenkort valt het weer in Amsterdam, dankzij de tienduizenden iepen die de hoofdstad rijk is. Het boek Iepenstad is in woord en beeld een ode aan de iepenzaadjes.

Beelden van iepenzaadjes in Amsterdam uit het boek Iepenstad.
Beelden van iepenzaadjes in Amsterdam uit het boek Iepenstad. Foto Maartje Jaquet

Fluorescerend groen zijn de iepen in Amsterdam langs de grachten en straten. Dit is het stralende geelgroen van de iepenzaadjes die eind april, begin mei kleuren naar okergeel met een rood hartje binnenin. Iepencenten en -dubbeltjes heten ze ook wel, met miljoenen tegelijk ritselen en wervelen ze door de stad, meegedragen door de wind, ze komen overal terecht en versieren de stad met ‘lentesneeuw’.

Kunstenaarsduo Tijdmakers, bestaande uit Saskia Hoogendoorn en Lieuwe Martijn Wijnands, viert het tienjarig jubileum van hun festival Springsnow, waarin ze sinds 2012 de „magie van lentesneeuw” bejubelen. Grofweg tussen 21 april en 21 mei strooien de 75.000 iepen die bomenstad Amsterdam rijk is hun vruchtjes als confetti rond. Omdat de stad zo’n 50 verschillende soorten kent, kan dit festival zo lang duren: elke iep heeft zijn eigen ritme in dit natuurverschijnsel. Ter gelegenheid van het jubileum is Iepenstad verschenen, een boek met foto’s door Maartje Jaquet waarbij Ronald M. Offerman de gedichten schreef. In geen stad ter wereld staan zoveel iepen bij elkaar. Vrijwel overal zie je deze majesteitelijke, elegante boom.

Vanaf eind april tot ongeveer de derde week van mei strooien de 75.000 iepen in de hoofdstad hun vruchtjes weer als confetti rond. Foto Maartje Jaquet

Aandacht voor het kleine

Offerman drukt die verwondering en sensatie over de iepenweelde in het gedicht ‘Amsterdam’ prachtig uit: 75.000 iepen in een stad/ Een bos een woud dat ons overwoekert. Iepen zijn overal, soms vallen ze niet eens op, memoreert de dichter, totdat het in de lente begint te sneeuwen: Pas als de iepenzaden door de lucht zweven/ Of zich ophopen in mijn portiek/ En door de straten duizenden zaden waaien/ Zeg ik mooi die bomen. Offerman, die jarenlang als barkeeper werkte bij café Eijlders en deel uitmaakte van muziek- en theatergroep De Blaffende Honden, overleed vorig jaar op 63-jarige leeftijd aan de gevolgen van corona.

Foto Maartje Jaquet

Zijn iepengedichten vallen op door de ogenschijnlijk argeloze maar doeltreffende aandacht voor het kleine: iepenzaden tussen stoeptegels, tramrails, op stoeptegels door kinderen versierd met een krijttekening, verwaaid in spinrag. Hij liet zich hierbij inspireren door de sfeervolle foto’s van Jaquet die de zaden fotografeerde op de meest alledaagse plekken.

Zo gewoon, maar door de sierlijke vorm van het vruchtje als van een hart en de kleur, variërend van zilver tot kopergoud, worden het minuscule surrealistische kunstwerken. De gedichten en foto’s leren ons naar het detail te kijken als naar een wereldwonder, zoals de foto van twee iepenzaadjes tegen een donkergrijze achtergrond: dit is een iepenballet.

Foto Maartje Jaquet

Verwacht van Iepenstad geen uitvoerig dendrologische kennis, evenmin zijn de Tijdmakers een actiegroep tot behoud van de iep. Hun iepse lenteviering heeft tot doel de schoonheid, waarde en het belang van deze bomen voor de stad te belichten en onder ieders aandacht te brengen. Ze zien het natuurfenomeen als kunst. Wel nam het duo in eerdere edities deel aan het planten van iepen op 243 schoolpleinen. Ook organiseerde Tijdmakers exposities in Museum Geelvinck en de Amstelkerk, was er een poëzie- en fotoroute in het Amstelpark en ontwikkelden ze het parfum ‘Eau d’Amsterdam’ samen met designer Tanja Deurloo.

Dan is er de Springsnow Lenteroute die loopt vanaf het iepenarboretum in het Oeverpark in Amsterdam-Noord naast het Eye tot bij de Hortus Botanicus. Deze tocht slingert door vooral oostelijk Amsterdam en brengt de belangstellende langs hoogtepunten van het iepenbestand.

Bijzondere iepen in Amsterdam

Het arboretum aan de IJpromenade, in 2011 ontworpen door boomdeskundige Hans Kaljee, telt 32 verschillende iepensoorten. In het wandelpad liggen zilveren iepenbladeren ‘verstrooid’. Ook in Noord staat, aldus Tijdmakers, de markantste iep op het Tolhuisplein. Aan deze grootse boom zie je waarom de iep zo schitterend past bij de stad en onderdeel uitmaakt van Unesco Werelderfgoed. De kroon is transparant, de takken waaieren net als aan de grachten breeduit en hij is robuust én sierlijk tegelijk.

Foto Simon Lenskens
Tegels op de wortels en een bouwkeet geklemd tegen de oudste Amsterdamse iep, tegenover Nieuwe Herengracht 5. (Foto’s niet in besproken boek) Foto Simon Lenskens

Nog net in de zestiende eeuw, in 1597, verschenen de eerste iepen op de Amsterdamse stadsplattegrond van graveur Pieter Bast. Aanvankelijk werden ook linden geplant, maar die zijn minder sterk. Stadsboom iep kan ongelooflijk veel verdragen, zelfs zilt water, fietsen die ertegen worden geparkeerd of auto’s die de schors beschadigen, om maar te zwijgen van het afval en soms zelfs puin dat op de boomkrans ligt.

Bouwkeet klem tegen de stam

Zo was de schok groot toen ik deze week op de iepenroute de oudste iep passeerde – veldiep (Ulmus minor), 1859 – aan de Nieuwe Herengracht tegenover nummer 5: daar waar de boom wortelt waren lukraak gebroken en hele stoeptegels gegooid, die de ademhaling van de wortels belemmeren. Een bouwkeet met hekwerk stond klem tegen de stam.

Intussen kent elke Amsterdammer de onheilstijding van bomenkap wegens kade- of herinrichtingswerkzaamheden. De Tijdmakers zijn vervuld van lyriek over de iep, maar helaas is er ook de harde werkelijkheid. Gelukkig koesteren de stadsbewoners meer dan ooit ‘hun’ bomen. En komen bij dreigende kap in het geweer.

Dat verscholen in de binnentuin van de Oudemanhuispoort de hoogste iep staat, geplant in 1895 en 35 meter hoog, is een verrassing, want vanaf de grachten zie je deze bijna geheime boom nauwelijks. Langs de Reguliersgracht ontmoeten we de zogenoemde ‘duiveltjesiep’ (Ulmus ‘Cornuta’), herkenbaar aan het gespitste uiteinde van het blad. Deze uitzonderlijke soort komt alleen in Amsterdam voor.

Ondertussen kijken we alsmaar omhoog, maar voor lentesneeuw moet je straks juist naar beneden kijken, naar je voeten in die overdaad aan zaadjes. Zo ziet de iependichter het: We hadden de iepenzaadjes op de stenen geteld.

Maartje Jaquet en Ronald M. Offerman: Iepenstad, 62 blz. Prijs € 20,-. www.springsnow.nl

●●●●

Foto Maartje Jaquet
Bekijk ook deze fraaie fotoserie uit 2017: Lentesneeuw in Amsterdam

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.