Voor pensioenfondsen begint 2021 met optimisme. Jarenlang werden zij geplaagd door een almaar dalende rente die hun financiële gezondheid onder druk zette. Het gevolg: jaarlijks terugkerende angst dat ze de pensioenen moesten verlagen. Maar na de jaarwisseling ging de rente ineens wekenlang omhoog, vooral in februari, mede doordat de Amerikaanse president Joe Biden met een economische stimuleringsprogramma kwam ter grootte van 1.900 miljard dollar (1.580 miljard euro).
Voor de pensioenfondsen is dat goed nieuws. Bij een lage rente moeten zij veel geld oppotten om toekomstige pensioenuitkeringen veilig te stellen. Stijgt de rente, dan wordt hun financiële situatie – uitgedrukt in de ‘dekkingsgraad’ – direct rooskleuriger.
Dat bleek donderdag ook uit de kwartaalcijfers van de vier grootste pensioenfondsen. Ambtenaren- en onderwijspensioenfonds ABP heeft alweer een dekkingsgraad van iets boven de 100 procent, waarmee het volgens de rekenregels alle toekomstige uitkeringen kan veiligstellen. Eind december was die dekkingsgraad ruim 93 procent.
Pensioenfonds Zorg en Welzijn zag zijn dekkingsgraad de afgelopen drie maanden net wat minder hard stijgen: van iets minder dan 93 procent naar bijna 98 procent.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data50704459-c51071.jpg)
Beleggingsbeleid
De voorzitters van pensioenfondsen reageren voorzichtig positief. „Dit is op zich goed nieuws”, zegt Corien Wortmann-Kool van het ABP, „maar de economische vooruitzichten blijven onzeker.”
De financiële positie van de twee grote metaalfondsen is ook verbeterd. De dekkingsgraad van PMT steeg van ruim 95 naar 99 procent. Die van PME van ruim 97 naar 101,7 procent.
Opvallend is dat het ABP het sterkst profiteerde van de rentestijging. Dat komt door een verschil in het beleggingsbeleid. Andere fondsen kopen meer financiële producten die renteschommelingen compenseren. Daar hebben zij van geprofiteerd toen de rente daalde: dan zakt hun dekkingsgraad minder hard mee dan die van het ABP. Maar als de rente stijgt, zoals nu, profiteren zij minder dan het grootste pensioenfonds.
Een paar maanden geleden zaten gepensioneerden nog in spanning. Diverse pensioenfondsen, waaronder het ABP en Zorg en Welzijn, stonden er zó slecht voor dat de kans op pensioenverlagingen groot was, ook al had het kabinet de regels hiervoor versoepeld. Maar dankzij stijgende beurskoersen, vooral in de laatste maanden van vorig jaar, bleef een verlaging de meeste werknemers en gepensioneerden bespaard.
Voor het supermarktpersoneel is die verlaging wel onvermijdelijk. Hun Pensioenfonds Levensmiddelen is het enige relatief grote pensioenfonds dat een pensioenkorting moet gaan doorvoeren, omdat de dekkingsgraad eind december lager was dan 90 procent. Eind december 2021 gaat de uitkering van de 20.000 aangesloten gepensioneerden bij het fonds 0,85 procent omlaag. Voor een brutopensioen van 250 euro per maand betekent dat een verlaging met 2 euro. Hetzelfde percentage wordt gekort op de opgebouwde pensioenaanspraken van de 330.000 (huidige of voormalige) werknemers die bij het fonds zijn aangesloten.
De pensioenpot verdelen
Verdere stijging van de rente zou welkom zijn voor pensioenfondsen. De meeste verwachten pas rond 2026 te kunnen overstappen op de nieuwe verdeelregels die zijn afgesproken in het pensioenakkoord van twee jaar geleden.
Rond die overgangsdatum is het voor fondsen cruciaal om een goede financiële positie te hebben. Want dan gaan zij het geld uit hun collectieve pensioenpot opknippen in allemaal individuele pensioenpotjes. Dat leidt onvermijdelijk tot discussies: wat is de eerlijkste manier om die pensioenpot te verdelen?
Heeft een pensioenfonds op dat overgangsmoment een groot dekkingstekort, dan zal die discussie alleen maar heftiger worden. Want dan moet het fonds éérst zijn eigen financiële situatie verbeteren door het pensioen van werknemers en gepensioneerden te verlagen – wat altijd tot ophef leidt. Geen enkel pensioenfonds zit erop te wachten een nieuwe pensioensysteem met zoveel onvrede te laten beginnen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/12/data65042578-a7b763.jpg)