Regina: „Ik word uit mezelf om vijf uur wakker. Ik heb een spirituele levenswijze en jaren geleden keek ik naar een programma met de dalai lama. Hij zei dat je het best om half vier kunt opstaan om te mediteren. Half vier vond ik wel een beetje vroeg.
„De meeste mensen snoozen om nog even bij te komen. Die tijd gebruik ik om te danken voor de dag. Dat is het spirituele. Dan ga ik mediteren. Ik heb elke dag een mantra die ik herhaal voor mezelf.
„Ik spreek altijd met mezelf af: uiterlijk acht uur zit ik achter de computer. Soms wordt dat dan half acht, soms half negen. Dan ga ik even een uurtje mails checken, of op LinkedIn kijken. Daarna maak ik mijn ontbijt klaar en ga ik me lekker douchen.
„Ik ben zelfstandig loopbaanprofessional. Vanaf december 2019 – ik was toen 66 – ontvang ik een gekorte AOW en aanvullend een pensioen. En echt waar, mijn zoon zei: ‘mam, je bent nu 65 jaar, je kunt een dagje minder gaan werken. Je werkt al vanaf je achttiende’.
„Ik dacht: ergens heeft hij wel gelijk. Maar ik wilde niet helemaal stoppen, omdat dit voor mij niet als werken voelt. Eind december 2019 ging ik ruim een jaar met sabbatical om onder andere een boek te schrijven. Toen zag ik geen cliënten. Vanaf begin maart 2021 ben ik weer actief. Voorheen werkte ik 70 uur per week, maar tijdens mijn sabbatical heb ik besloten twee dagen in de week cliënten te zien. De resterende tijd promoot ik mijn boek en geniet ik lekker van mijn vrije tijd.”
Spartaans opgevoed
Regina: „Ik ben in Suriname geboren en getogen. Toen ik 18 jaar was, beviel ik van een dochter. Dat was in oktober, en in januari 1972 ben ik naar Nederland vertrokken.
„Ik kwam mijn zus, getrouwd met een Hollandse man, gezelschap houden. En ik wilde hier psychologie studeren. Ik ben heel spartaans opgevoed, dus ik vond het fijn om een beetje onder dat juk weg te gaan. Afscheid nemen van mijn pas drie maanden oude dochtertje viel zwaar. Het was de bedoeling dat ze snel zou komen. Helaas liep het anders. Ik vond vrij snel een baan als administratieve kracht en deed opleidingen in de avonduren.
„Ik werd op mijn werk geconfronteerd met veel onbegrip en vooroordelen. Ik wist niet dat ik als ongehuwde moeder, in Nederland in de jaren 70, als een gevallen vrouw zou worden gezien. Daar werd ik op mijn eerste baan voor afgestraft. Ik heb het er een jaar volhouden, het was een vreselijke tijd. Ik werd niet ingewerkt, maar tegengewerkt. Als er koffie werd gedronken, was ik niet uitgenodigd. Kwam ik binnenlopen, dan viel er een stilte. Daarnaast was er ook een culturele kloof: ik had constant het gevoel mij te moeten bewijzen en werd hier onzeker van.
„Bij andere sollicitaties kreeg ik te maken met verkapte discriminatie. Daarom ging ik voor uitzendbureaus werken, zo slim was ik wel. Daar maakte het niet uit wie je bent, alleen maar dat je wilt werken. Maar omdat ik geen vast inkomen had, kreeg ik geen eigen huis en kon ik mijn dochter niet naar Nederland halen. Toen ik hier inmiddels drie jaar was en tijdelijk een bijstandsuitkering ontving, deed ik mijn beklag bij de woningbouwvereniging. Ik was bijna overspannen, zo graag wilde ik mijn kind.
„Ik ben die man die ik sprak nog steeds dankbaar: ik kreeg urgentie voor een woning. Maar ik heb de belangrijkste jaren uit mijn dochters leven moeten missen. Je kent elkaar niet echt. Dat was ontzettend verdrietig. We houden van elkaar, maar het is een heel ander contact dan ik met mijn zoon heb.
„Mijn eerste vaste baan kwam pas nadat mijn zoon was geboren. Toen was ik 32. Tot die tijd heb ik heel veel boosheid over al het onbegrip en de vooroordelen gehad. Na zijn geboorte verhuisde ik naar een nieuwe plek waar mijn omgeving me steunde, en werd ik wat zachter naar mezelf toe. Want je kunt niet blijven doorleven met al die boosheid in je. En op mijn drieënvijftigste ben ik voor mezelf begonnen. Als je me vraagt wat het leukste is dat ik ooit gedaan heb, dan is dat het.
„Mijn dag is snel gevuld. Ik heb veel materiaal op te ruimen dat ik heb gebruikt voor mijn boek, en elk uur stop ik eventjes. Ik werk met een muziekje dat om het uur stopt. Ik zorg er wel voor dat ik elke dag een uur ga wandelen. Dat doe ik heel bewust sinds ik in 2011 in een burn-out raakte; met een druk leven was de dood van mijn stiefmoeder de druppel die de emmer deed overlopen. Om een uur of vijf, zes doe ik yoga. Dan begin ik met koken. Sinds mijn kinderen uit huis zijn, eet ik wanneer ik wil. Soms tussen acht en half negen, soms half tien. Maar het moet niet later worden, want dan wordt het lastig met slapen.
Speelse oma
Regina: „In het weekend zie ik mijn kinderen soms, ze hebben het net als ik heel druk. Ik vind het wel jammer dat ik door mijn drukke bestaan mijn oudste kleinkind weinig gezien heb. Mijn zoon is streng: er zijn ook andere dingen dan werk, zegt hij me. Dus ik ben bewust aan het omgaan met zijn zoontje van twee jaar. Ik ben een speelse oma, ik houd ervan lekker te springen en rennen met mijn kleinzoon.
„Ik ben nu alleen. Heb wel relaties gehad, maar veel mannen vinden het moeilijk dat mijn bedrijf op de eerste plaats komt. Dat is mijn brood op de plank. Een hele periode heb ik gedacht dat ik pas gelukkig zou zijn als ik een relatie had, maar dan ben je verkeerd bezig. Ook dat heb ik moeten leren.”
In Spitsuur vertellen stellen en singles hoe zij werk en privé combineren. Meedoen? Mail naar werk@nrc.nl