Zonder enige ervaring werd Talitha Muusse begin dit jaar tv-presentator van talkshow Op1. Half januari debuteerde zij op het hoofdveld, voor een tribune met één miljoen kijkers. Maar uitgerekend in haar laatste aflevering, die van afgelopen zondag, ontbrak ze.
Drie dagen eerder, in de nacht van het Kamerdebat over Ruttes geheugenverlies, twitterde Muusse een oproep tot een ‘volksberaad’ op het Binnenhof. Haar werkgever, omroep KRO-NCRV, vond dat een politieke uiting die niet strookte met haar journalistieke taak als presentator. De laatste aflevering – de zondageditie van Op1 is geschrapt – mocht ze nog wel presenteren, maar bij politieke gasten moest ze haar mond houden. Muusse vond dat onaanvaardbaar en besloot niet te komen. „Heel pijnlijk dat het zo afloopt”, zegt ze. „Die uitzending had een afsluiting moeten zijn van een fantastische periode.”
Voor haar presenteerdebuut in januari was Muusse al wel te gast geweest in een aantal televisieprogramma’s. „Eerst in Nieuwsuur, over jongeren en leiderschap, toen bij Pauw over vrouwenquota. Daarna zat ik in de Hilversumse Rolodex onder het trefwoord ‘jongeren’. Maar ook onder ‘duurzaamheid’, ‘generaties’, ‘diversiteit’.” Ze studeerde bedrijfskunde en bestuurskunde, zette zich in als klimaatactivist en werd spreekbuis van de millennials. „We hebben nog wel eens voor het torentje van Mark Rutte gestaan met protestborden: ‘Luister naar de jongeren, doe iets aan het klimaat’.” Bij een van haar televisieoptredens trok ze de aandacht van een eindredacteur. Twee weken later zat ze wéér in de uitzending, ditmaal als presentator.
„Stormachtige dagen”, zegt Muusse kort na de laatste zondagse Op1 aan de telefoon. NRC had haar vóór het Kamerdebat over Rutte al wat langer gesproken, op een zonnig bankje in het Amsterdamse Oosterpark. Toen was er nog niets aan de hand. „Tijdens het debat zat ik in een openbare meeting op sociaal platform Clubhouse”, vertelt ze. „Met mensen uit allerlei hoeken van de samenleving – ondernemers, jongeren, ook VVD’ers. Wij vonden het debat geen gebruikelijk Haags akkefietje; er stond iets fundamenteels op het spel. Wat daar gebeurde, is bepalend voor welke politieke bestuurscultuur we acceptabel vinden, en wat we hebben geleerd uit de Toeslagenaffaire. Dit vraagt om een hogere betrokkenheid van iedereen. Daarom bedachten we om het gesprek buiten voort te zetten, in Den Haag. Vandaar mijn oproep.”
De volgende ochtend belde iemand van de KRO-NCRV – ze wil niet zeggen wie – om haar op de vingers te tikken. Muusse: „Ik heb mijn excuses aangeboden, die nachtelijke tweet was inderdaad niet handig. Ik sla ook wel eens de plank mis. Ja, ik begrijp dat er een spanningsveld zit tussen mijn rol als activist en mijn journalistieke werk, en ik had daar ook best een discussie over willen voeren. Maar dat ik op tv moest verschijnen en dan mijn mond moest houden, dat ging me te ver. Ik ga toch niet een kwartier lang zitten zwijgen?”
Talitha Muusse werd geboren in Delft, maar woonde ook in Nieuwerkerk en Rotterdam. „Ik voel me Rotterdammer. Stoere stad. Havens vind ik fantastisch, we gingen vaak als uitje naar de Europoort of de Maasvlakte. Voor ik werd geboren was mijn vader baggeraar. Hij baggerde havens uit over de hele wereld, van Zuid-Amerika tot de Noordpool. Hij heeft mijn moeder ontmoet toen hij voor een baggerproject in Peru was. Zij was jong, ze schelen twintig jaar. In Nederland gaf ze Spaans op mijn middelbare school.”
Ik werd gestalkt, ik kreeg veel belletjes, briefjes, mijn voicemail stond vol met scheldpartijen
Ook het land van haar moeder ligt haar na aan het hart. Haar grootvader, grootgrondbezitter, werd onteigend in de landhervorming van de progressieve dictator Alvarado (1968-1975). Nu heeft haar moeder in de Andes nog een stuk grond met een huis erop, waar het Rotterdamse gezin ieder jaar naar toe ging. Speelt haar afkomst een rol in haar leven? „Wanneer je met een bruine huidskleur opgroeit in Nieuwerkerk aan den IJssel, dan ga je vanzelf nadenken over waar je vandaan komt. Op de basisschool was ik in de klas de enige met een andere kleur. Kinderen zeiden: je moeder praat raar, je hebt een poepkleur, je bent lelijk. Ik wilde niets liever dan hetzelfde zijn als mijn hoogblonde vriendinnen.” Pas op de middelbare school in Rotterdam kwam ze in een gemengde omgeving. „Daar voelde ik me thuis, mijn beste vriendin was hindoestaans. Als kind wil je gewoon niet opvallen.”
Sinds haar studie werkt ze als dagvoorzitter en consultant voor bedrijven die meer diversiteit in hun bestuur willen. Zij is een soort hosselaar, zegt ze, „ik zeg snel ja, ook als ik niet zeker weet of ik het kan. Dus ze belden me: ‘kun je dagvoorzitter zijn bij een symposium op de universiteit van Leiden?’ Er was iemand uitgevallen. Ik zei: ja hoor. Toen heb ik snel gegoogeld: ‘Hoe word ik dagvoorzitter?’ Op mijn 22ste werd ik gevraagd voor een raad van toezicht, bleek ik de jongste commissaris van Nederland te zijn. Ze vroegen: ‘Talitha, kun je nog meer van die jongeren voor ons regelen?’ Dus dat ben ik gaan doen.”
Na afloop van een optreden in Op1 over indirecte vaccinatiedwang, zei de eindredacteur: „We moeten eens verder praten.” Dat was in december. Op 3 januari om tien uur ’s ochtends zat ze in de studio voor een screentest, tien dagen later was ze live op tv. „Enerzijds dacht ik: ik kan dit, ik heb vaker aan die tafel gezeten. En ik heb ervaring met het presenteren van evenementen. Anderzijds: dit zijn geen tweehonderd mensen in een zaal, maar één miljoen mensen thuis. Twee dagen van tevoren was het alsof ik in achtbaan de Goliath zat die langzaam almaar omhoog gaat, tot het punt dat je over het randje de diepte in kijkt. Ik stierf duizend doden.”
Op haar telefoon kreeg ze tientallen berichten van bekende presentatoren die haar advies wilden geven. Maar Muusse zette haar telefoon uit, sloot zich af. Van duopresentator Sven Kockelmann kreeg ze het advies: kijk voorlopig niet op sociale media. Muusse kreeg aanvankelijk veel kritiek. „Ik werd gestalkt, ik kreeg veel belletjes, briefjes, mijn voicemail stond vol met scheldpartijen. Een kennis vroeg: ‘Gaat het wel goed met je?’ Hoezo? ‘Heb je de column van Angela de Jong niet gelezen?’ Dan is het wel heel verleidelijk om toch even te kijken.”
Deurbeleid
Muusse vindt dat de omroep zich wel wat actiever zou kunnen opstellen in de haatstorm tegen presentatrices van kleur. Ze verwijst naar Op1-collega Giovanca Ostiana: „Zij zit er nu al een jaar. Als ik zie wat zij op Twitter nog steeds over zich heen krijgt, nare verwensingen, racistische, seksistische commentaren, dan denk ik: moet je dan niet als zender een keer reageren? Een statement, ter verdediging van je presentatoren? Misschien moet je toch een keer zeggen: ‘Deze mensen gaan niet weg, dus wen er maar aan. Dit is het nieuwe, diverse beeld van televisie. En dikke doei.”
Wat Muusse vreemd vond aan Op1: de talkshow heeft volgens haar geen beginselen. Muusse: „Ik heb nog nooit meegemaakt dat ik ergens ging werken zonder de visie te weten van de werkgever. We zitten middenin de coronatijd, de grootste vrijheidsbeperking sinds de Tweede Wereldoorlog, en ik heb geen idee welke houding het programma daarin moet aannemen. Hoe moeten we kritiek op het coronabeleid behandelen? Of neem de verkiezingen: dan zou je verwachten dat je bij elkaar wordt geroepen, van: ‘Dit gaan we doen, dit vinden we belangrijk’.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/03/data68853612-4d962e.jpg)
Ze had ook graag een helder deurbeleid gehad. „Wat doe je met politici die fakenieuws over bijvoorbeeld corona, of die antidemocratische ideeën verspreiden? Op1 is wel de poort tot een miljoen kiezers. Er is een morele ondergrens.” Volgens Muusse beweegt Op1 zich tussen journalistiek en amusement – niet de plaats om iemand te ‘grillen’ zoals in Buitenhof of Nieuwsuur. Tegelijk wil ze ook niet zomaar mensen buitensluiten: „Mensen worden bang om hun mening in het openbaar te uiten; dat is ook niet goed. Ik wil dat je als presentator kunt zeggen: ‘Hier kan ik niet neutraal in blijven’, en dat je daar een gesprek met de redactie over kan voeren.”
Bovenal vindt ze dat deze keuzes niet van de persoonlijke voorkeur van de presentator van dienst zou moeten afhangen, maar van een vooraf geformuleerde, algemene beleidslijn. „Wat is je taakopvatting? Natuurlijk, je streeft naar onafhankelijkheid en neutraliteit. Maar journalisten dienen toch ook het algemene belang?”
Beyoncé en Elon Musk
Muusse maakte carrière als ambassadeur van millennials, de generatie die opgroeide rond de eeuwwisseling. „Je wordt deels gevormd door de tijd waarin je opgroeit, en voor ons zijn dat de jaren negentig: zorgeloze jaren van groei en individuele ontplooiing. Je kon alles worden wat je wilde. En toen kwam de teleurstelling.” Wat maakt millennials anders dan andere generaties? „Als je aan oudere mensen vraagt wie hun rolmodellen zijn, noemen ze Gandhi, Mandela, Martin Luther King. Millennials komen met selfmade miljonairs als Beyoncé en Elon Musk. Onze ouders deden niets speciaals, maar werden toch steeds rijker. Zo’n economische groei ga je sowieso nooit meer krijgen. Millennials zitten met negatieve rente, mogen geen huis kopen en moeten in de bitcoins om hun pensioen te gaan regelen – nou succes.”
Wie of wat je wilt worden, ligt voor millennials compleet open, stelt Muusse, maar dat leidt ook tot keuzestress, burn outs. „Als je alles kan worden, waar hou je je dan aan vast? Er is geen autoriteit meer – de kerk, de gemeenschap – die jou vertelt: nu ben je het juiste leven aan het leiden. Zzp’ers zijn eindeloos aan het rommelen zonder dat duidelijk is waar dat toe leidt.”
Zelf is Muusse doelloos rommelend toch ergens gekomen. „Ik heb nu mijn eigen huis, maar ik moest wel eerst vier jaar lang aan de bank bewijzen dat ik een goed en groeiend inkomen had. Ik ben als spreker en dagvoorzitter begonnen met driehonderd euro per klus, nu krijg ik drieduizend. Absurd natuurlijk, zeker vergeleken met de 30 euro per uur die mijn moeder krijgt als freelance onderwijzer.” Voor Muusse was het wel even slikken toen ze hoorde wat ze als Op1-presentrice zou verdienen: „Ze boden iets van 750 euro bruto per avond. Ook vond ik het schokkend dat ze niet vertelden wat de anderen verdienden. Ik weet nog steeds niet wat Sven per avond krijgt.” Nu heeft Muusse een jaarcontract van vijfduizend bruto per maand, als vaste presentator van KRO-NCRV. De omroep laat weten dat Muusse „een nieuwe rol” krijgt. Ze denken aan „programma’s waarin ze het belang van de jonge generatie voor een duurzame toekomst van Nederland kan belichten”. Muusse zelf zegt hier niet van op de hoogte te zijn.
Diversiteitskanon
Muusse is ook gewild in Hilversum wegens haar kleur. In de poule van Op1-presentatoren zitten opvallend veel mensen met een niet-westerse afkomst. Muusse: „Ik word wel binnengehaald als diversiteitskanon maar ik haal lang niet alle vinkjes. Ja, ik ben vrouw en ik heb een Peruaanse moeder. Maar verder kom ik uit een middenklassegezin in de Randstad, ik heb bedrijfskunde gestudeerd, ik praat en denk hetzelfde als mijn witte omgeving. Zo ben ik dus niet de grootste diverse toevoeging, maar wel een veilige.”
Ik ben geen journalist, en ik heb ook nooit gezegd dat ik dat ben
Waarom is het streven naar meer diversiteit belangrijk? „Toezichthouder AFM heeft ooit gezegd dat het gebrek aan diversiteit in de financiële top leidt tot tunnelvisie. Als je allemaal op elkaar lijkt, kun je niet goed zien wat er op je afkomt. Als je in het bestuur vijf witte mannen uit Haarlem hebt die op hetzelfde gymnasium hebben gezeten, dan kan een transgender uit een migratiegezin met een theateropleiding wat toevoegen. Die pluriformiteit een plek geven in ons democratisch bestel is de grote uitdaging van deze tijd.”
Haar vader is bijna tachtig, haar grootouders werden ouder dan honderd. Muusse: „Die hebben twee wereldoorlogen meegemaakt. Mijn Nederlandse oma had nog geen kiesrecht. Mijn Peruaanse oma zei tegen mijn moeder: ‘ga nooit trouwen, krijg geen kinderen, mannen zien jou alleen maar als hun bezit’. Als ik eerder was geboren, hoop ik dat ik een eigenzinnige vrouw als Simone de Beauvoir zou zijn geweest, maar waarschijnlijker is dat ik ook een huisvrouw met acht kinderen zou zijn geworden. Mijn moeder zei tegen mij: ‘zorg ervoor dat je economisch zelfstandig wordt, denk aan jezelf, aan je eigen carrière’. Ik heb inderdaad geen relatie, ik ben financieel zelfstandig, ik heb een eigen huis. Ik ben compleet vrij.”
De uitzending van zondagavond presenteerde Op1-partner Sven Kockelmann alleen. Hij zei niets over het ontbreken van Muusse. Te gast waren de voormalige VVD-kopstukken Henk Kamp en Ton Elias, om over de formatie te praten – het gesprek waarbij Muusse haar mond had moeten houden.
„Kijk, ik ben geen journalist, en ik heb ook nooit gezegd dat ik dat ben”, zegt Muusse. „Dit is voor het eerst dat ik vertegenwoordiger ben van een journalistiek instituut. Tegelijk ben ik activist – ik vind dat deze turbulente tijd je wel dwingt om stelling te nemen. Hoe combineer ik die twee dingen? Dat moet ik allemaal nog leren. Maar het hele idee van de duopresentatie met Sven was om iemand van buiten naast een doorgewinterde journalist te zetten.” Volgens haar wil de publieke omroep jonge, uitgesproken mensen zoals zij aantrekken; mensen die een ander perspectief meebrengen. De omroep veroudert en worstelt met representatie en herkenbaarheid. „Als je dan een jong iemand binnen haalt, krijg je ook diens andere kijk op de wereld erbij. Wanneer je vernieuwing wilt, moet je bij jezelf ook wat losmaken.”