Brieven

Brieven 8/4/2021

Lobby

En buiten agenda’s om?

Onder de kop Minister legt loper uit voor de ceo was het dinsdag voor NRC voorpaginanieuws dat bedrijven disproportionele toegang tot ministers hebben. Is dit problematisch? Ja. Is dit (voorpagina)nieuws? Nee. Uiteraard is het aangewezen dat alle bewindslieden op dezelfde manier en volledig over gesprekken met maatschappelijke partners rapporteren. Maar belangrijker is dat deze openbare agenda’s het verschil tussen passanten en stamgasten van het ministerie maar voor een deel blootleggen. En daar zit het knelpunt. Het gaat erom hoe de individuele inbreng gewogen en meegenomen wordt in de besluitvorming. En daar weten we nog te weinig van. Want hoe politieker het wordt, des te schimmiger het besluitvormingsproces en des te vager de woorden waarmee overleg met betrokken partijen geduid wordt (denk aan: „relevante stakeholders” als meest concrete aanduiding van gesprekspartners). Het échte nieuws is dus dat we te weinig weten over het onzichtbare gedeelte achter de openbare agenda’s, de magere verantwoording daarover, en dat daar sinds de initiatiefnota Lobby in daglicht uit 2015 nog weinig echte verandering in is gekomen. We kunnen nu dus alleen maar hopen dat beleidsmakers in de mist van het beleidsvormingsproces steeds „naar eer en geweten” samenwerken.

en
respectievelijk hoogleraar en universitair docent bestuurskunde (Leiden)

Godsdienstvrijheid

Bescheidenheid graag

Natuurlijk hebben de docenten Heemskerk en Van Veldhuizen groot gelijk als zij in hun opiniestuk Religieuze opvattingen mogen er zijn, ook die van een minderheid (2/4) stellen dat iedereen recht heeft op vrijheid van geweten. En dat intolerantie tegenover een minderheid, ook een religieuze, afkeurenswaardig is. Er zijn, inclusief alle afsplitsingen, mogelijk wel honderden of zelfs duizenden religies op deze wereld – gebaseerd op oude boeken, gebruiken, overlevering, whatever. Ze mogen er allemaal zijn. Maar juist omdat het er zoveel zijn, past bescheidenheid over wat nou de ware religie is en is er wel een voorwaarde die beide heren niet noemen: een religie moet zelf een beetje verdraagzaam zijn. Zij mag de niet-gelovigen geen leed berokkenen. Heemskerk en Van Veldhuizen verwijzen naar homo-acceptatie in reformatorische kringen. Laat mij hun zeggen: het gebrek aan die acceptatie veroorzaakt veel leed. Bijvoorbeeld bij opgroeiende kinderen in precies die reformatorische kringen. De recente kerkgang in strijd met de coronaregels in sommige reformatorische kerken: ook die veroorzaakt leed; besmette kerkgangers gaan de overwerkte zorg doodleuk verder belasten. Dat is een opgestoken middelvinger naar de zorg en eigenlijk naar de rest van Nederland. En getuigt niet van de „eindeloze goedheid” die zij hun God wel toedichten. Daarvoor hoeven we geen tolerantie op te brengen.

Amsterdam

Taal

Herinneringen

Met veel plezier en interesse las ik in Het Blad De grote reis van Gerry en Gerrit (3/4). Zeer vlot en prettig leesbaar geschreven, totdat ik struikelde over de volgende zin: „Helaas, met mijn drie jaar was ik te jong om al herinneringen te maken.” De uitdrukking ‘herinneringen maken’ hoor en lees ik tegenwoordig steeds vaker. Maar dat kán helemaal niet. Iets wat je mee hebt gemaakt kan een herinnering in je geheugen achterlaten, maar je kunt niet actief herinneringen maken. Je kunt wel van alles ondernemen met het idee dat je daar dan later hopelijk met veel plezier op terug kunt kijken. Je kunt dan je herinneringen ophalen als je terugdenkt aan een situatie of belevenis.

Om te zeggen dat je herinneringen gaat maken of kunt maken is typisch iets van nu: de tijd dat we denken dat alles in het leven maakbaar is en dat we dat allemaal in de hand zouden hebben.

Amsterdam