De al zo ingewikkelde vaccinatiepuzzel moet deels opnieuw worden gelegd nu het kabinet het advies van de Gezondheidsraad overneemt en het AstraZeneca-vaccin niet meer gebruikt voor mensen onder de zestig jaar. Met dit vaccin zouden de komende weken en maanden veel zorgmedewerkers en later ook mensen onder de zestig worden geprikt. Deze groepen krijgen een ander vaccin, wat waarschijnlijk de al trage vaccinatiecampagne nog meer afremt.
De Gezondheidsraad zelf publiceert vrijdag een schriftelijke toelichting op het advies. Volgens demissionair minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, CDA) ziet de raad bij ouderen „vrijwel geen risico” op de zeer zeldzame bijwerking van ernstige trombose en een verlaagd aantal bloedplaatjes. Deze bijwerking dook afgelopen weken op in diverse Europese landen. Bij mensen onder de zestig, met name jongere vrouwen, is dat risico relatief gezien groter terwijl ze een minimale kans hebben ernstig ziek te worden door het coronavirus. „Dan kom je tot een andere risicoafweging”, aldus De Jonge.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/04/data69421589-33fe7e.jpg)
Het advies van de Gezondheidsraad wijkt af van dat van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA). Dat concludeerde woensdag dat mogelijk een verband bestaat tussen het vaccin en de bijwerking, maar adviseerde óók vooral door te gaan met zoveel mogelijk Europeanen in alle leeftijdsgroepen prikken. Volgens EMA heeft dat meer voordelen dan nadelen, omdat de gezondheidswinst van snel vaccineren opweegt tegen de kleine kans op zo’n zeldzame bijwerking.
Onderaan de lijstjes
Nederland loopt met het besluit van donderdag niet uit de pas met andere Europese landen. Onder meer Duitsland, Italië, Spanje en België besloten na het EMA-oordeel ook AstraZeneca alleen nog voor ouderen te gebruiken. Het VK neemt meer risico: daar mogen mensen van onder de dertig een ander vaccin kiezen.
De vraag is hoe ingrijpend De Jonges besluit is voor de vaccinatiecampagne. Donderdag werd de drie miljoenste prik gezet, die volgens het schema van de minister voor 1 april moest worden gezet. Het besluit tot tweemaal toe te stoppen met AstraZeneca doet Nederland inmiddels weer onderaan de Europese lijstjes bungelen, terwijl het priktempo vorige maand juist fors was opgevoerd.
Het relatieve voordeel van De Jonges besluit is dat mogelijk sneller meer kwetsbare ouderen – de groep die in het ziekenhuis belandt – met het AstraZeneca worden gevaccineerd. Daar staat tegenover dat hierdoor de planning omgegooid moet worden: groepen zorgmedewerkers en medische risicogroepen onder de zestig die AstraZeneca zouden krijgen, moeten nu een ander vaccin hebben. De Jonge kijkt daar nu naar met het RIVM, maar verwacht „geen grote vertraging voor de operatie”. Eerder donderdag besloten de GGD’s al wel vrijdag niemand meer met AstraZeneca te inenten: ook zestigplussers moeten een nieuwe afspraak maken.
Afgelopen dagen liep de frustratie over de prikstop met AstraZeneca, midden in de derde golf, op. Trombose-experts spraken van „incidentenpolitiek” en vanuit de ziekenhuizen klonk de kritiek dat iedere dag extra stoppen met prikken grote gevolgen heeft. Zo zei ziekenhuisbestuurder Maurice van den Bosch (OLVG) donderdag op Twitter: „Terwijl de aantallen verder stijgen, blijven we over inzet van AstraZeneca vergaderen. Elke week de samenleving op slot en de ziekenhuizen zo onder druk is er één teveel!”
De commissie van de Gezondheidsraad die donderdag over AstraZeneca oordeelde, stond voor een dilemma, zegt commissielid en universitair hoofddocent rechtsfilosofie Roland Pierik (UvA). „Als je het vaccineren beperkt, raak je de bestrijding van de pandemie. Maar als je gewoon doorgaat en er vallen meer doden, dan ondermijnt dat ook het beleid.”
‘Geen risico’s nemen met veiligheid’
Pierik zegt dat het verband tussen het vaccin en de ernstige bijwerkingen de keuze compliceerde. „Het komt heel weinig voor. Maar het succes van de vaccinatie is onzichtbaar: mensen die níet ziek worden en níet overlijden. Daarentegen staat de schijnwerper op mogelijke bijwerkingen.” Naar de gevolgen voor de vaccinatiebereidheid is niet gekeken, zegt Pierik. „Daar zijn geen harde gegevens over.”
Na de eerste prikstop met AstraZeneca zagen de GGD’s al dat minder zorgmedewerkers zich lieten prikken. Huisartsen in het hele land zagen de afgelopen dagen onder zestigplussers het animo voor AstraZeneca dalen, uit twijfel over het vaccin. Minister De Jonge hoopt dat zijn besluit nu weer vertrouwen schept. „Voor ouderen is AstraZeneca veilig en werkzaam.” Hij moet niets weten van kritiek dat hij te voorzichtig zou opereren. „Wat was er gebeurd als ik niks had gedaan na de gemelde bijwerkingen? Dan had het vertrouwen pas een knauw gekregen. Ik kan geen risico’s nemen met de veiligheid.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data69421631-a0cce5.jpg)